logo
wvhj2023
© Solarfields
© Solarfields
31 januari 2023

Internetconsultatie van start voor afromen overwinsten wind- en zonne-energie

De ministeries van Economische Zaken en Klimaat en van Financiën zijn gestart met de internetconsultatie van het conceptwetsvoorstel waarmee de overwinsten van producten van wind- en zonne-energie worden afgeroomd.

Met het conceptwetsvoorstel wordt aan elektriciteitsproducenten in Nederland met een productie-installatie vanaf 1 megawatt een heffing van 90 procent opgelegd over marktinkomsten boven de 130 euro per megawattuur.

Marktinkomstenverslag
Elektriciteitsproducenten in Nederland betalen deze heffing – eenmalig en achteraf – over de periode december 2022-juni 2023. Een zogenaamd marktinkomstenverslag over die periode is de basis voor een aangiftebelasting. In het marktinkomstenverslag worden naast de producent, de productie-installatie en de aansluiting ook per kalendermaand de hoeveelheden geproduceerde elektriciteit die onder de heffing vallen en de marktinkomsten die daarbij horen, vastgelegd.

In de conceptwet is voorgesteld te kiezen voor aggregatie van de marktinkomsten per maand en om pas na afloop van de heffingsperiode aangiftes en betaling te verlangen. Deze keuze biedt volgens de ministeries tijd voor het inrichten van de benodigde systemen en administratie voor het afhandelen van de heffing. De consultatie die nu plaatsvindt, wordt gebruikt voor de verdere politieke besluitvorming. De ministeries benadrukken dat aan het conceptwetsvoorstel dan ook ‘geen verwachtingen kunnen worden ontleend’.

Piekvermogen zonnepanelen leidend
De heffing betreft ongeveer 1.500 elektriciteitsproductie-installaties, omdat een ondergrens van 1 megawatt wordt gehanteerd. Hierdoor vallen ruim 25.000 kleinere productie-installaties met een grootverbruikersaansluiting – veelal zonnepanelen – en meer dan 2 miljoen zonnepaneelinstallaties met een kleinverbruikersaansluiting niet onder de heffing.

Bij zonnepanelen wordt de grens van 1 megawatt bepaald door het piekvermogen van de zonnepanelen, dus ongeacht de omvang van de omvormers. ‘Het zou onredelijk zijn als een zonnepark van 1,9 megawattpiek met omvormers die maximaal 50 procent van het piekvermogen van de zonnepanelen kunnen omzetten, niet onder de heffing zou vallen en een zonnepark van 1 megawattpiek waarbij de omvormers 100 procent van het piekvermogen van de omvormers kunnen omzetten, wel’, aldus de ministeries in het conceptwetsvoorstel. ‘Het zonnepark van 1,9 megawattpiek produceert op jaarbasis, ondanks de andere omvormers, immers veel meer elektriciteit dan het zonnepark van 1 megawattpiek. Het zonnepark van 1,9 megawattpiek boekt daarmee absoluut gezien veel meer inkomsten die ruimschoots hoger liggen dan hetgeen werd verwacht toen werd besloten te investeren, dan het zonnepark van 1 megawattpiek.’

Aansluitregister niet altijd leidend
Dit betekent volgens de ministeries ook dat het aansluitregister niet altijd leidend is om te bepalen of een productie-installatie wel of niet onder de heffing valt. ‘Indien het aansluitregister een aangesloten vermogen van 1 megawatt of meer bevat, dan zal de productie-installatie onder de inframarginale elektriciteitsheffing vallen. Indien het aansluitregister een aansluitvermogen van bijvoorbeeld 0,8 megawatt bevat, dan kan de productie-installatie nog steeds onder de inframarginale elektriciteitsheffing vallen als dat bijvoorbeeld komt door omvormers die maximaal 70 procent van het vermogen van de zonnepanelen omzetten. Het vermogen van de zonnepanelen zelf is in dat geval immer 0,8/0,7 = 1,14 megawattpiek en dat is bepalend voor de vraag of de productie-installatie wel of niet onder de inframarginale elektriciteitsheffing valt.’

Tot slot hebben de ministers gerekend aan de verhouding tussen administratieve lasten en regeldrukkosten enerzijds en de hoogte van de heffing anderzijds: ‘Een productie-installatie van zonnepanelen van 1 megawattpiek zal in de 7 maanden waarvoor de heffing geldt, ruim 500 megawattuur elektriciteit produceren. Productie-installaties van 1 megawattpiek met andere bronnen dan zon produceren over het algemeen meer elektriciteit. Als de marktopbrengsten van een producent die elektriciteit uit zon opwekt elke maand 100 euro per megawattuur boven het vrijgestelde bedrag liggen en 90 procent wordt afgeroomd, dan bedraagt de tijdelijke heffing voor de hele periode 500 megawattuur * 100 euro per megawattuur * 90 procent geeft  45.000 euro voor deze productie-installatie. Hij houdt zelf (500 megawattuur * 130 euro per megawattuur) + (500 megawattuur * 100 euro per megawattuur * 10 procent) over als marktinkomsten, dat is 70.000 euro.’

Heffing Europees verplicht

De Europese Commissie stelde half september een noodinterventie op de Europese energiemarkten voor om de huidige hoge energieprijzen aan te pakken. Een van de voorgestelde maatregelen was een maximale prijs voor wind- en zonne-energie van 180 euro per megawattuur.

Nadat de Europese energieministers begin oktober in de Raad van de Europese Unie instemden met het voorgestelde prijsplafond voor ‘inframarginale’ elektriciteitsproducenten van wind- en zonne-energie – maar ook voor biomassa en kernenergie – was voor de EU-lidstaten de weg vrij om de maatregelen op nationaal niveau in te voeren.

Nederland kondigde eind vorig jaar aan om het inkomstenplafond vast te stellen op 130 euro per megawattuur en hanteert daarmee dezelfde heffing als België.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten