Chint Solar geeft startschot voor bouw Zonnepark Buinerhorn en Zonnepark Drouwenerzon

De plannen voor beide zonneprojecten zijn door lokale ondernemers Roelof Jan en Jan Willem Wollerich van Mts. Wollerich geïnitieerd en ontwikkeld als duurzame tak van het akkerbouwbedrijf. De projecten zullen in samenwerking met projectontwikkelaar Chint Solar verder gerealiseerd worden. De verwachting is dat de bouw van de zonneparken in de zomer wordt afgerond, waarna ze zullen worden aangesloten op het elektriciteitsnet.

7,86 en 6,67 megawattpiek
Zonnepark Buinerhorn wordt gebouwd tussen de N374 en Nieuw-Buinen. Op het terrein van 5,6 hectare worden meer dan 14.000 zonnepanelen geïnstalleerd, waardoor jaarlijks ruim 2.500 huishoudens van groene energie worden voorzien. Het zonnepark heeft een opgesteld vermogen van 7,86 megawattpiek.

Zonnepark Drouwenerzon wordt gerealiseerd op een 5 hectare groot terrein, ten zuiden van Drouwenermond. De ruim 12.000 zonnepanelen, met een opgesteld vermogen van 6,67 megawattpiek, kunnen jaarlijks ongeveer 2.100 huishoudens voorzien van duurzame energie.

Zichtlijnen en windsingel
Bij beide zonneparken is er rekening gehouden met zichtlijnen vanuit de nabijgelegen dorpen. Een omliggende windsingel zal het hek en de zonnepanelen maskeren. Het land onder de zonnepanelen wordt ingezaaid met een met bloemen verrijkt grasmengsel. De dichte structuur van de beplanting zal volgens Chint Solar nestgelegenheid en beschutting bieden voor vogels. Het beheer geschiedt onder andere via beweiding met schapen.

Roelof Jan Wollerich over de projecten: ‘Met Chint Solar hebben we een partner gevonden met een eigen netwerk om de projecten te realiseren, ondanks de huidige netcongestie. Het vormt een belangrijke aanvulling in de continue verduurzaming van onze onderneming. Daarnaast wordt een deel van de opbrengst gebruikt om lokale initiatieven te ondersteunen. De dorpshuizen in Nieuw-Buinen en Drouwenermond ontvangen op ons initiatief ieder een cheque van 5.000 euro bij realisatie van de projecten voor een duurzame besteding.’