Groen vraagt spoorwegbedrijf NMBS sneller zonnepanelen te installeren

NMBS en Infrabel behoren tot de grootste elektriciteitsverbruikers van het land. In 2020 was dat ongeveer gelijk aan het elektriciteitsverbruik van 490.000 gezinnen. Uit nieuwe cijfers, opgevraagd door Kim Buyst, namens Groen lid van het Belgische Parlement, blijkt nu dat 2 procent van die elektriciteit afkomstig was uit hernieuwbare energie: 28,4 gigawattuur van de 1.470 gigawattuur die groen ingekocht of zelf opgewekt werd.

Gebouwen en spoorbermen
In het energieakkoord van de regering staat het plan om alle gebouwen van Infrabel en NMBS te voorzien van zonnepanelen. Op dit moment hebben enkel het station van Hasselt, Sint-Niklaas, Welkenraedt, Deinze en Charleroi zonnepanelen. Wel zijn er al meerdere werkplaatsen en logistieke centra voorzien zonnepanelen.

Infrabel onderzoekt ook de mogelijkheid om op spoorbermen zonnepanelen te installeren. Zo start ze een project in Itterbeek (Dilbeek) op, nadat eerder een project in Bierbeek stilviel. Infrabel zou dan zelf afnemer worden van de opgewekte elektriciteit. Windmolenprojecten zien de spoorbedrijven momenteel niet als haalbaar. De beschikbare gronden voldoen niet aan de normen inzake veiligheidsafstanden tot het spoor of afstandsregels tot woningen.

Paar versnellingen hoger
‘Met het oog op de versnelde energietransitie naar 100 procent hernieuwbare energie van de federale regering zullen de spoorwegen een paar versnellingen hoger moeten schakelen’, benadrukt Buyst.

De stijgende energieprijzen hebben niet enkel op consumenten een zware impact, maar ook op grote energieverbruikers als NMBS. Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet heeft aangegeven dat het spoorwegbedrijf verwacht dit jaar 61,5 miljoen euro extra aan energie te moeten betalen. Buyst: ‘We weten ondertussen dat hernieuwbare energie de enige energiebron is die doorheen de jaren goedkoper wordt en de enige die klimaat- en milieuvriendelijk is. Nog meer en sneller inzetten op hernieuwbare energie betekent voor de spoorbedrijven ook de zware impact van de energieprijzen op hun budget verlichten én hun maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen inzake milieu en klimaat.’