Mark Rutte: ‘Volledige compensatie hogere energierekening niet mogelijk’

De premier constateert dat zowel de energieprijzen als diesel- en benzineprijzen sinds het uitbreken van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne tot recordhoogten stijgen.

Niet alles is op te lossen
‘We worden nu geconfronteerd met een enorme dreun voor onze totale economie’, aldus Rutte die de Tweede Kamer vraagt om niet de indruk richting Nederlanders te wekken dat dit zomaar op te lossen is. ‘Er is simpelweg niet zomaar een pot geld om dit allemaal te lenigen. We zullen daar in de komende weken heel intensief over moeten spreken, om ons land zo goed mogelijk te beschermen, zowel op het gebied van veiligheid als economisch.’

Rutte benadrukt dat het kabinet vorig jaar in oktober en november al een ongekend groot bedrag heeft uitgetrokken om ervoor te zorgen dat de sterk stijgende prijzen van de energierekening worden opgevangen. ‘Maar sinds de Russische inval in Oekraïne begon, worden we geconfronteerd met de gevolgen daarvan voor de hele wereldeconomie. Die gevolgen zijn gigantisch en potentieel ook langjarig. Deze extra grote dreun, bijvoorbeeld voor onze energierekening, is uiteraard van een antwoord te voorzien. Ik zeg er alleen wel bij dat het buitengewoon ingewikkeld zal worden om alles op te lossen. Ik denk dat dat niet kan. Daar moeten we ook eerlijk over zijn.’

Lage inkomens
Vorig jaar werd al besloten dat ongeveer 800.000 huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum circa 200 euro krijgen om hen te helpen bij het betalen van de energierekening. ‘De gemeenten zullen er een grote rol in spelen om dat goed te besteden’, benadrukt Rutte. ‘Maar dat is natuurlijk onvoldoende. Er moet nu meer gebeuren. De situatie is nu zó ernstig. Dat zagen we natuurlijk de afgelopen weken al, maar dat is met de inval in Oekraïne nog eens een keer verhevigd. We hebben goed met elkaar te bezien welke bredere en langjarige gevolgen dit heeft voor onze economie en het verdienvermogen dat we met z'n allen hebben. We hebben er tegelijkertijd voor te zorgen dat we de mensen met een kleinere beurs en de mensen die hard werken, met middeninkomens, zo goed mogelijk ondersteunen.’