logo
wvhj2023
© Martijn Beekman | Dreamstime.com
© Martijn Beekman | Dreamstime.com
14 februari 2022

Kabinet presenteert in mei uitwerking van beleidsprogramma Klimaat en Energie

De Nederlandse regering presenteert komend voorjaar de eerste uitwerking van het beleidsprogramma Klimaat en Energie. Dat meldt minister Jetten van Klimaat en Energie aan de Tweede Kamer.

‘We maken wijken aardgasvrij en leveren duurzame warmte aan woningen’, opent Jetten zijn Kamerbrief over de uitwerking van de Klimaat en Energie-paragraaf uit het coalitieakkoord. ‘We gaan voor nog meer wind- en zonne-energie, waarbij we allereerst inzetten op wind op zee en zon op dak. Voor energieopwekking op land zoeken we samen naar de beste plekken en zorgen we ervoor dat omwonenden kunnen profiteren van de winst.’

Voortbouwen op Klimaatakkoord
Jetten meldt dat het kabinet onder zijn regie in mei de eerste uitwerking van het beleidsprogramma Klimaat en Energie zal presenteren. ‘Hierin zal nader worden ingegaan op de uitwerking van maatregelen uit het Coalitieakkoord. Uitgangspunt hierbij is dat het beleidsprogramma Klimaat en Energie voortbouwt op het Klimaatakkoord en het Coalitieakkoord. Per sector dient een samenhangend beleidspakket van subsidiëring, beprijzing en normering te ontstaan waarmee de doelen 2030 worden gerealiseerd en waarin rekening is gehouden met de lastengevolgen voor burgers en bedrijven.’

Wetgevingsprogramma
Het beleidsprogramma zal een wetgevingsprogramma bevatten, waarmee het kabinet zicht houdt op de totstandkoming van de benodigde wet- en regelgeving en de momenten waarop deze aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

Jetten: ‘De financiële verwerking van het beleidsprogramma Klimaat en Energie zal zoveel als mogelijk al in de Voorjaarsnota en Miljoenennota van dit jaar meelopen. De uitwerking van de fiscale vergroeningsmaatregelen zal waar mogelijk meelopen in de besluitvorming over de lasten in dit voorjaar en in het Belastingplan 2023.’

Doorrekening PBL
Jetten stelt dat hij de eerste uitwerking van het beleidsprogramma tijdig zal aanbieden aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), zodat de organisatie in de Klimaat en Energieverkenning (KEV) 2022 een inschatting kan geven van het doelbereik van het door het kabinet geagendeerde beleid.

Na de doorrekening van de beleidspakketten door het PBL zal per sector een maximale uitstoot (‘restemissiedoel’) voor 2030 worden vastgesteld. In het regeerakkoord werd op basis van de voorgenomen klimaatmaatregelen per sector al een hoge en lage inschatting gegeven van de reductie-effecten in 2030. Wanneer de in het coalitieakkoord genoemde effecten worden opgeteld, reiken deze maatregelen tot 49 à 62 procent reductie in 2030, zoals blijkt uit onderstaande tabel. 

Reductie in megaton

Indicatieve reductie Coalitieakkoord

Indicatieve restemissies 2030

Sector

Laag

Hoog

Laag

Hoog

Gebouwde omgeving

7,2

7,2

11,2

10,0

Landbouw

 

6,0

 

6,0

18,9

18,9

Landgebruik

2,7

1,8

Mobiliteit

3,3

3,5

24,9

23,7

Industrie

5,0

5,9

35,3

34,4

Elektriciteit

0,5

2

20,5

6,1

Bandbreedte reductie ten opzichte van 1990  (procent)

49 - 62 procent

De minister hierover: ‘Deze verdeling van emissiereductie over de sectoren is nadrukkelijk niet definitief maar indicatief. In de Klimaatnota zal op basis van de KEV2022 worden vastgesteld in hoeverre met de maatregelen uit het Coalitieakkoord door Nederland invulling kan worden gegeven aan de hogere Europese doelen en verplichtingen. Op basis hiervan zal het kabinet zo nodig besluiten over bijstelling en/of aanvullende beleidsinzet voor ESR-sectoren – gebouwde omgeving, mobiliteit, landbouw en landgebruik en kleine industrie – en voor energiebesparing en hernieuwbare energie, die bijdragen aan het realiseren van het Fit-for-55-pakket.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten