Ruzie Nederland en EU over ‘vergeten’ importheffingen op zonnepanelen nog niet opgelost

Dat schrijven ambtenaren van het ministerie van Financiën in het introductiedossier dat zij hebben voorbereid voor minister Sigrid Kaag van Financiën, staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst en staatssecretaris Aukje de Vries van Toeslagen en Douane.

659 miljoen euro
De ambtenaren schrijven dat Nederland – de Douane – op dit moment verschillende dossiers heeft waarmee hoge bedragen aan nabetalingen voor douanerechten, in Europees jargon traditionele eigen middelen (TEM) genoemd, en vertragingsrente zijn gemoeid.

Zo is er met de Europese Commissie een verschil van inzicht over de afdracht van importheffingen over zonnepanelen die in de periode 2015-2018 in Nederland zijn ingevoerd. Nederland zou volgens Europa hebben verzuimd om 823,8 miljoen euro aan importheffingen – te weten anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten – op te leggen voor zonnepanelen met als oorsprong China. Na aftrek van de perceptiekostenvergoeding – de vergoeding voor de kosten die lidstaten maken voor het innen van de douanerechten – van 164,8 miljoen euro blijft er een bedrag van 659 miljoen euro over. Nederland heeft dit geld al onder voorbehoud afgedragen om de oploop van de potentiële renterekening tegen te gaan. Wanneer TEM te laat zijn afgedragen, is namelijk vertragingsrente verschuldigd.

Reactie op vragen
Het standpunt van Nederland is dat de TEM voor zonnepanelen echter niet zijn verschuldigd. Dit omdat de betreffende uitvoeringsverordeningen voor de antidumpingrechten en compenserende rechten niet van toepassing zijn op de ingevoerde zonnepanelen.

De ambtenaren schrijven in het introductiedossier dat een groot deel van de lidstaten, waaronder Duitsland en Frankrijk, samen met Nederland kritisch zijn op de huidige Europese regels over de afdracht van TEM en de vertragingsrente. In het zonnepanelendossier heeft Nederland naar nu blijkt halverwege december een reactie op vragen van de Europese Commissie teruggestuurd. Het inhoudelijke geschil loopt daarmee nog steeds. Toegezegd is dat de Tweede Kamer op de hoogte wordt gehouden over het proces, maar het tijdpad en deadlines zijn volgens de ambtenaren nog niet bekend.