logo
wvhj2023
© IFV
© IFV
16 augustus 2021

IFV: Nederland onvoldoende voorbereid op gevolgen grote brand met zonnepanelen

Er moet een landelijke aanpak komen voor resten die vrijkomen bij branden met zonnepanelen. Omdat die nu ontbreekt, is Nederland onvoldoende voorbereid op de gevolgen van dergelijke branden.

Dat stelt het Instituut Fysieke Veiligheid in het onderzoeksrapport ‘Depositie bij branden met zonnepanelen’. Eind 2020 publiceerde het IFV een verkennend onderzoek waarin de aard en omvang van de problematiek in kaart werden gebracht. Als vervolg op die verkenning heeft het IFV literatuuronderzoek verricht naar de risico’s van depositie van zonnepaneeldeeltjes.

Niet uniek
In het onderzoek is in kaart gebracht welke stoffen vrij kunnen komen, of dit schadelijke gevolgen kan hebben voor mens, dier en milieu en welke mogelijkheden er zijn voor de aanpak van de branden. Dat er geen specifieke aanpak voor het opruimen van de resten van zonnepanelen die in de omgeving terechtgekomen zijn en alles wat er verder bij komt kijken -  van verzekering tot zorg voor voedselveiligheid – is volgens het IFV niet uniek. Dit is ook het geval voor het opruimen van (on)verbrande resten isolatiemateriaal, dakbedekking en dergelijke die bij een grote brand in de omgeving verspreid worden.

Het IFV stelt dat het daarom wenselijk is dat voor de nafase van dit soort incidenten een landelijke aanpak ontwikkeld wordt. Alleen specifiek voor de aanpak (inclusief nafase) van asbestincidenten bestaat een landelijke handreiking. Bij branden met zonnepanelen bestaat er vooralsnog onduidelijkheid over taken en verantwoordelijkheden en er moet ad hoc geïmproviseerd worden.

Vrijkomen metalen
Bij de verbranding van zonnepanelen kunnen – afhankelijk van het type zonnepanelen – metalen vrijkomen die zich in kleine hoeveelheden in de zonnecellen en andere onderdelen van de zonnepanelen bevinden. Voorbeelden zijn koper, cadmium, lood, arseen en seleen. Deze metalen kunnen volgens het IFV in (on)verbrande zonnepaneeldeeltjes zitten die in de omgeving terechtkomen.

In het algemeen is volgens de onderzoekers depositie tot 500 meter vanaf de brand mogelijk, maar uitzonderingen hierop zijn (zeer) grote branden waarbij depositie kilometers ver terecht kan komen. Dit is in de praktijk waargenomen bij meerdere branden met zonnepanelen. De restanten kunnen scherp zijn en daardoor schadelijk zijn voor bijvoorbeeld grazende dieren.

Aanbevelingen
Gezien de maatschappelijke onrust, de onduidelijkheden over het opruimen van depositie en gezien het ontbreken van mogelijke handelingsperspectieven daarin, stelt het IFV van mening te zijn dat een aanpak of procedure voor het opruimen van depositie gewenst is. De procedure moet inzicht en handelingsperspectief geven en zou volgens de organisatie ten minste de volgende onderwerpen moeten bevatten:

  1. Overzicht verantwoordelijkheden betrokken organisaties of personen.
  2. Beslisschema wanneer opruimen depositie gewenst is.
  3. Inhoudelijke informatie over depositie:
    1. verspreiding van depositie (dichtbij, veraf);
    2. vormen van depositie (stof, kleine deeltjes, grote deeltjes, plastic, metaal, scherp et cetera);
    3. typering besmettelijke gebieden (grasland, landbouwgewassen, (moes)tuinen, speelplaatsen voor kinderen);
    4. risico’s van depositie (opname in lichaam, opname in voedselketen, verwonding).
  4. Maatregelen: afgestemd op depositievorm, op typering besmettelijk gebied en op risico.
  5. Crisiscommunicatie.

Tot slot verdient het volgens de onderzoekers aanbeveling om branden waarbij depositie van zonnepaneeldeeltjes optreedt, te blijven monitoren en hiervoor een database op te zetten, om het inzicht in de aard en de omvang van de depositie bij dit type incidenten te vergroten.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten