De Tweede Kamerleden hebben diverse zorgpunten en vragen aan minister Wiebes gestuurd, nadat hij het aangepaste wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling voor zonnepanelen begin oktober naar hen heeft verstuurd. De salderingsregeling blijft zoals bekend in haar huidige vorm gehandhaafd tot 2023. Vanaf dat jaar wordt de regeling tot 2031 stapsgewijs afgebouwd naar 0. Minister Wiebes maakte afgelopen maart het definitieve afbouwpad van de salderingsregeling bekend. Eigenaren van zonnepanelen mogen vanaf 2023 ieder jaar 9 procent minder salderen en in 2031 niet meer salderen. Voor de zonnestroom die zij niet mogen salderen, krijgen zij een ‘redelijke vergoeding’ van hun energieleverancier.
Argumenten Wiebes weerlegd
In een nieuw onderzoek van de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) dat eerder deze maand onthuld werd, worden de argumenten van minister Wiebes om de salderingsregeling voor zonnepanelen af te bouwen, weerlegd. Van overstimulering is volgens de onderzoekers geen sprake.
In hun vragen staan de Kamerleden stil bij dat onderzoek. Zo vraagt het CDA de regering om een inhoudelijke reactie te geven op de resultaten van het onderzoek. GroenLinks wil van het kabinet weten of er bij de huidige salderingsregeling wel echt sprake is van overstimulering en of de zorgen van de 40 gemeenten die opdracht gaven voor het SEO-onderzoek terecht zijn. De SP wil weten waarom het SEO-onderzoek niet meegenomen is in de besluitvorming.
Redelijke vergoeding voor invoeding
Uit de grote hoeveelheid vragen van de Tweede Kamerleden over het wetsvoorstel van minister Wiebes blijkt dat zij met name zorgen hebben over de redelijke vergoeding die zonnepaneeleigenaren krijgen voor dat deel van de opgewekte zonnestroom die ze niet mogen salderen.
Zo wil de VVD weten of de redelijke vergoeding wordt gemonitord en of dit publiekelijk wordt bekendgemaakt om marktwerking te stimuleren. De leden van de SP-fractie vragen waarom bij vaststelling van een redelijke vergoeding wordt uitgegaan van 70 procent van de elektriciteitsprijs. De leden van de SP-fractie vragen de regering waarom voor specifiek dit percentage is gekozen en niet de eerder genoemde 80 procent. ‘Klopt het dat TNO ook met het percentage van 80 procent heeft gerekend om op deze terugverdientijd te komen? Zo ja, wat is de terugverdientijd bij 70 procent? Hoeveel potentiële aanschaf gaat verloren door aan het uiterste van deze bandbreedte te gaan zitten? Hoe wordt gemonitord dat de vergoeding zodanig is dat er wel sprake is van stimulering? Wat wordt ondernomen wanneer dit niet het geval blijkt te zijn?’, luiden de vragen van de SP.
Terugverdientijd
De leden van de VVD-fractie vragen of de afbouw in de salderingsregeling niet leidt tot een terugverdientijd langer dan 9 jaar. Ook willen zij weten wat er gedaan kan worden als blijkt dat op een bepaald moment in de afbouw de terugverdientijd langer dan 9 jaar zal zijn.
Ook het CDA wil weten of voldoende mogelijk is om tijdig bij te sturen op het moment dat het handelingsperspectief afneemt. Zij vragen de regering daarom om specifiek te monitoren en evalueren in hoeverre er richting 2031 voldoende stimulans blijft bestaan voor inwoners om te investeren in zonnepanelen en uiteen te zetten op welke wijze aan deze specifieke monitoring en evaluatie vormgegeven kan worden.
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de regering de afbouw van de salderingsregeling rijmt met het principe van een betrouwbare overheid. Mensen hebben immers geïnvesteerd in de veronderstelling dat zij binnen een bepaald aantal jaren hun investering zouden terugverdienen.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.