logo
wvhj2023
© Rijksoverheid
© Rijksoverheid
30 september 2020

Minister Wiebes: verbeteren businesscase zonnepanelen op daken zou leiden tot overstimulering

Minister Wiebes is niet voornemens om de businesscase van zonnepanelen op daken binnen de SDE++ verder te verbeteren. Dit zou volgens de minister tot overstimulering leiden en dat acht hij onwenselijk.

Naar aanleiding van een maatschappelijke kosten-batenanalyse – die Enpuls heeft laten opstellen door Berenschot en Kalavasta – pleitte Enpuls er eind augustus voor om projectontwikkelaars te stimuleren om zonnepanelen op bedrijfsdaken te leggen in plaats van op landbouwgrond. Dat zou onder meer kunnen via de invoering van een producententarief.

Kamervragen
Holland Solar stelde vervolgens dat Enpuls met haar advies voor het invoeren van een producententarief pleit voor een oneerlijk speelveld voor zonne-energie. Holland Solar vindt dit onwenselijk.

De Enpuls-studie leidde ook tot een reeks Kamervragen van PvdA’er William Moorlag.

Verplichten
In zijn antwoord op die Kamervragen stelt minister dat het kabinet er nog altijd op inzet om met zonnestroom daken en onbenutte terreinen zoveel mogelijk te benutten en landbouw en natuur zoveel mogelijk te ontzien.

Wiebes refereert daarbij onder meer aan de inspanningen van de regering om zonnepanelen bij nieuwe bedrijfsgebouwen te verplichten. De minister hierover: ‘Het kabinet werkt aan wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Daarin krijgen gemeenten de bevoegdheid om via een zogenoemde maatwerkregel in het omgevingsplan te eisen dat nieuwe gebouwen die niet al onder de voorgenomen BENG-eisen vallen, zoals onverwarmde industriehallen, hun dak gebruiken voor opwek van duurzame energie of klimaatadaptatie.’

Geen overstimulering
Op de vraag of Wiebes de mening deelt dat het van belang is om middels subsidies ervoor te zorgen dat zonne-energieprojecten met een hogere maatschappelijke waarde een betere businesscase hebben, antwoordt de minister negatief. ‘De Stimuleringsregeling Duurzame Energietransitie (SDE++) subsidieert de onrendabele top van zonne-energieprojecten. Daarmee krijgen deze projecten een voldoende aantrekkelijke businesscase. Het verder verbeteren van de businesscase zou leiden tot overstimulering en hogere kosten voor de energietransitie. Het Rijk en medeoverheden hebben verschillende andere instrumenten tot hun beschikking die er gezamenlijk toe moeten leiden dat de investeringen van onder andere private partijen leiden tot maatschappelijk gewenste uitkomsten. Zo worden veel beslissingen die van invloed zijn op de omgeving, zoals de inpassing van zonne-energie, beïnvloed door het ruimtelijke instrumentarium.’

‘Het doel van de SDE+(+) is CO2-reducerende projecten te stimuleren door de onrendabele top van deze projecten af te dekken’, vervolgt Wiebes. ‘Daarbij is de SDE++ techniekneutraal: technieken met een gelijk risicoprofiel ontvangen een gelijk financieel rendement. Wel was het in het verleden zo dat in de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+) gestuurd werd op de laagste kostprijs. Projecten met een lagere kostprijs kwamen hierdoor eerder aan bod dan projecten met een hogere kostprijs. Dit betekende onder andere dat zonneweides eerder aan bod kwamen dan zon-pv op daken. In de SDE++ concurreren projecten niet langer op basis van kostprijs maar op basis van subsidiebedrag (basisbedrag – verwacht correctiebedrag). Dit betekent dat in de SDE++ de relatieve rangschikking van systemen met eigen verbruik zal verbeteren ten opzichte van systemen zonder eigen verbruik. Zon-op-dakprojecten gebruiken doorgaans een groot deel van de opgewekte energie zelf, in tegenstelling tot veldsystemen. Hierdoor zullen zon-op-dakprojecten eerder voor subsidie in aanmerking komen.’

Businesscase zonneparken niet beter
Verder stelt minister Wiebes van mening te zijn dat de businesscase voor zonneparken niet beter is dan die van zonnedaken. ‘In het Enpuls-rapport dat wordt aangehaald, wordt uitgegaan van een vrij laag aandeel eigen gebruik bij zon op dak (namelijk 30 procent), waardoor zon op dak niet eerder aan bod zou komen dan grondgebonden systemen. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gaat uit van 60 procent gemiddeld eigen verbruik over het gehele vermogensspectrum, waardoor dit wel het geval is. Ik ben daarom niet van mening dat zonneweides een betere businesscase hebben dan zonprojecten op daken. Daarom ben ik ook niet voornemens om de SDE++-regeling op dit punt verder aan te passen.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten