Asian Development Bank: coronavirus legt te grote afhankelijkheid van China bloot

De Asian Development Bank (ADB) verstrekt leningen en schenkingen aan 38 ontwikkelingslanden, de zogenaamde Developing Member Countries. Het grootste gedeelte van de financiering betreft leningen aan overheden van de ontvangende landen. De ADB heeft 68 leden. Hiervan zijn er 49 afkomstig uit de regio Azië en de Pacific. De overige leden, waaronder Nederland, zijn niet-regionale leden.

Ernstig tekort aan vaardigheden
Zhai – hoofd van de Energy Sector Group, afdeling Duurzame Ontwikkeling en Klimaatverandering – stelt dat veel ontwikkelingslanden in Azië en de Pacific een zeer beperkte productiecapaciteit in de pv-waardeketen hebben. ‘Ze zijn daarom afhankelijk van geïmporteerde zonnepanelen en andere apparatuur. Zonne-energie is in elk land een natuurlijke hulpbron. Als pv-apparatuur en onderdelen in het buitenland moeten worden ingekocht, is de energietransitie van deze landen onvolledig. Bovendien omvat de waardeketen voor zonne-energie naast de productiecapaciteit ook technische diensten zoals ontwerp, engineering, installatie en exploitatie en onderhoud. In dat opzicht bestaat er in veel ontwikkelingslanden in Azië en de Pacific een ernstig tekort aan vaardigheden, waardoor ze voor de uitvoering van projecten afhankelijk zijn van buitenlandse consultants en aannemers.’

Belang China
Terwijl de verkopen van zonne-energie blijven toenemen, breekt langzamerhand een momentum aan voor ontwikkelingslanden om de productie van ruwe grondstoffen, wafers, zonnecellen, zonnepanelen en omvormers te overwegen en productiecapaciteit te ondersteunen. Daarbij is het volgens Zhai ook in het belang van China en enkele grote productielanden voor zonne-energie om een deel van hun productiecapaciteit te verplaatsen vanwege hun overproductie, stijgende arbeidskosten en spanningen als gevolg van handelsonevenwichtigheden. ‘China, met ongeveer 150 gigawattpiek aan productiecapaciteit voor zonne-energie – een volume dat meer is dan de huidige wereldwijde vraag – is al begonnen met het verplaatsen van een deel van deze capaciteit naar buurlanden zoals Vietnam en India. In India heeft The Energy Research Institute, een invloedrijke denktank voor energie, de regering aanbevolen om tegen 2024 15 gigawattpiek van de volledige waardeketen te ontwikkelen tegen concurrerende prijzen. Andere ontwikkelingslanden zouden ook soortgelijke strategieën moeten overwegen om deel uit te maken van een deel van de waardeketen voor zonne-energie, in ieder geval voor het monteren van zonnepanelen, montageconstructies, evenals operaties en onderhoud. Als de ontwikkeling van een binnenlandse maakindustrie voor zonnepanelen wordt belemmerd door een beperkte lokale markt, kunnen verschillende opties worden onderzocht. Deze opties omvatten het vormen van een joint venture met buurlanden om subregionale productiehubs op te zetten.’

Het ontwikkelen van een lokale waardeketen voor zon-pv biedt ook meer kansen op werk. Hoewel Azië volgens Zhai al bijna 3 miljoen banen voor zonne-energie telt, waarvan 2,3 miljoen in China, hebben andere landen nog steeds het potentieel om veel meer banen te creëren. Zhai besluit: ‘De COVID-19-uitbraak heeft de kwetsbaarheid van waardeketens blootgelegd. Wij kunnen onze steun aan onze lidstaten uitbreiden om een actieve rol te spelen in de pv-waardeketen om productiecapaciteit en een personeelsbestand op te bouwen. Hierdoor wordt zonne-energie een echte inheemse energiebron, waarbij ontwikkelingslanden in Azië en de Pacific zowel producenten als consumenten van zonne-energie kunnen worden.’