De locatie is op een steenworp afstand gelegen van de locatie Petten, waar TNO Energietransitie een groot deel van haar onderzoeksactiviteiten voor zonne-energie heeft geconcentreerd. Op het ‘R&D Solar Field’ Westerduinweg wil de instelling nieuw onderzoek en innovatie laten plaatsvinden voor de verdere technische ontwikkeling en toepassingsmogelijkheden van pv-systemen in het landelijk gebied.

3,4 hectare
De agrarische percelen met een oppervlakte van 3,4 hectare waarvoor de omgevingsvergunning is verstrekt, zijn hoofdzakelijk in gebruik voor de bollenteelt. Circa 0,5 hectare wil men gebruiken ten behoeve van een vrije opstelling van zonnepanelen met een flexibele invulling en circa 2,9 hectare wordt gebruikt ten behoeve van vaste zonnepaneelopstellingen.

De locatie biedt voor TNO Energietransitie een onderzoekslocatie op korte afstand en op commerciële schaal, met voldoende testmogelijkheden waarbij tal van onderzoeksvragen beantwoord kunnen worden. Onder meer ten aanzien van het gedrag en opbrengst van bifaciale zonnepanelen die aan 2 zijden energie opwekken, de oriëntatie van opstellingen en het effect van een anti-vervuilingcoating. Daarnaast is het door de aanwezigheid van een windturbine mogelijk om praktijkonderzoek te doen naar het effect van dynamische schaduw op zonnepaneelsystemen en op het gebied van gridconnectie en onbalans door de combinatie zon en wind.

Agrarisch dubbelgebruik
Naast onderzoek naar verschillende pv-typen bestaat tevens de mogelijkheid onderzoek uit te voeren naar agrarisch dubbelgebruik van de gronden. Doordat de bifaciale zonnepanelen doorzichtig zijn, wordt volgens de onderzoeksinstelling bereikt dat de ondergrond groen blijft, en toepasbaar voor nevenfuncties.

De onderzoekslocatie is tevens geschikt voor onderzoek naar de effecten op flora & fauna. Bijvoorbeeld mogelijke effecten op weidevogels en insecten.

De omgevingsvergunning en de daarbij behorende stukken en de verklaring van geen bedenkingen liggen met ingang van 26 februari gedurende 6 weken ter inzage. Alleen een belanghebbende die tijdig zijn zienswijze bij de gemeenteraad naar voren heeft gebracht en een belanghebbende die aantoont dat hij redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn zienswijze tegen het ontwerp-bestemmingsplan naar voren te brengen, kunnen bezwaar maken.