
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) verwacht dat de terugleverkosten – bij gelijkblijvende marktomstandigheden – niet verder zullen stijgen. Wel constateert de toezichthouder dat leveranciers terugleverkosten op allerlei verschillende manieren doorberekenen aan hun klanten. Hierdoor is het voor klanten vaak niet duidelijk waar ze voor betalen en is het moeilijk contracten met elkaar te vergelijken. Daarom pleit de waakhond er voor dat energieleveranciers terugleverkosten per hoeveelheid teruggeleverde stroom in rekening brengen.
16 energieleveranciers
Het is het derde onderzoek dat de ACM heeft gedaan naar terugleverkosten. Uit alle onderzoeken bleek dat leveranciers daadwerkelijk kosten maken voor teruggeleverde stroom van zonnepanelen en dat terugleverkosten niet onredelijk waren.
Sinds het peilmoment april 2024 tot oktober 2025 zijn de terugleverkosten volgens het onderzoek per huishouden per jaar met ruim 100 euro gestegen; van ongeveer 200 euro in april 2024 naar ongeveer 300,00 euro in oktober 2025. Omdat de ACM zag dat de terugleverkosten bleven stijgen heeft de waakhond vorig jaar besloten hier opnieuw onderzoek te doen. Voor dit vervolgonderzoek heeft de ACM informatie opgevraagd bij 16 energieleveranciers. Ook heeft de ACM bij 5 leveranciers – Essent, Eneco, Greenchoice, Frank Energie en Zonneplan – bedrijfsbezoeken uitgevoerd. Hierbij heeft de ACM de aangeleverde informatie gecontroleerd en extra onderzoek gedaan naar manieren waarop energieleveranciers terugleverkosten berekenen.
Weinig verschillen
Uit het onderzoek blijkt dat de kosten die verschillende leveranciers maken voor teruggeleverde stroom niet erg van elkaar verschillen. Energieleveranciers kunnen goed onderbouwen welke kosten zij maken. Ook de manier waarop zij deze kosten doorberekenen aan hun klanten is goed uitlegbaar.
Klanten met zonnepanelen draaien volgens de ACM dan ook niet op voor andere kosten, zoals de onbalanskosten van zonneparken of kosten vanwege het overvolle stroomnet. Uit het onderzoek blijkt verder dat leveranciers een steeds groter deel van de kosten voor zonnestroom alleen in rekening brengen bij klanten met zonnepanelen. Hierdoor zijn de terugleverkosten voor huishoudens met zonnepanelen de afgelopen tijd gestegen. Inmiddels worden de kosten alleen nog door klanten met zonnepanelen betaald, en is de hoogte van de kosten op een stabiel niveau. De ACM verwacht dat deze kosten – bij gelijkblijvende marktomstandigheden – dus ook niet verder zullen stijgen.
|
Terugleverkosten versus terugleververgoeding Huishoudens met zonnepanelen krijgen te maken met 2 verschillende tarieven voor teruggeleverde stroom. De terugleververgoeding is het bedrag dat energiebedrijven betalen voor zonnestroom die wordt teruggeleverd aan het stroomnet. Daartegenover staan terugleverkosten: een vast bedrag, veelal per kilowattuur, dat consumenten juist moeten betalen voor het terugleveren van stroom. Het verschil tussen beide bepaalt hoeveel zonnepaneelbezitters netto ontvangen, oftewel de netto-terugleververgoeding. |
Kiezen
Het doorberekenen van terugleverkosten en het einde van de salderingsregeling in 2027 zorgen er voor dat de financiële opbrengst van zonnepanelen lager wordt. Om zoveel mogelijk baat te hebben van zonnepanelen is het volgens de ACM raadzaam om de stroom van zonnepanelen zoveel mogelijk te gebruiken op het moment dat dit wordt opgewekt. Dynamische energiecontracten worden ook steeds interessanter voor huishoudens met zonnepanelen.
Deze leveranciers maken minder kosten voor huishoudens met zonnepanelen, daarom hoeven klanten van dynamische leveranciers niet of nauwelijks terugleverkosten te betalen. Uit het nieuwe onderzoek en uit de maandelijkse Monitor Consumentenmarkt Energie blijkt volgens de ACM dat er voor huishoudens met zonnepanelen echt wat te kiezen is.
Pleidooi voor eenduidigheid
Leveranciers brengen de kosten voor zonnestroom op allerlei verschillende manieren in rekening. Het is voor leveranciers niet verboden om kosten op verschillende manieren in rekening te brengen, maar het is voor klanten vaak wel ingewikkeld. Ook is het hierdoor moeilijk om verschillende soorten contracten met elkaar te vergelijken. De ACM pleit er daarom voor dat leveranciers de terugleverkosten op een eenduidige manier in rekening brengen.
In het modelcontract per 1 januari 2026 – het standaardcontract dat alle energieleveranciers verplicht aan moeten bieden – schrijft de ACM voor dat energieleveranciers terugleverkosten altijd per kilowattuur teruggeleverde stroom moeten berekenen. De ACM vindt dit ook voor andere contracten de juiste methode en de standaard moet worden.
Einde salderingsregeling
Tot slot constateert de ACM dat a het verdwijnen van de salderingsregeling zijn leveranciers verplicht voor alle teruggeleverde elektriciteit een redelijke terugleververgoeding te betalen, die niet negatief mag zijn, en tot 1 januari 2030 bovendien minimaal 50 procent van het leveringstarief moet bedragen.
‘Het is leveranciers echter niet verboden om daarnaast kosten die zij maken door middel van terugleverkosten in rekening te brengen’, duidt de waakhond. ‘Omdat de marktwaarde van teruggeleverde stroom laag kan zijn, en een deel van de meerkosten van teruglevering ook na het einde van de salderingsregeling zal blijven bestaan, is het niet uit te sluiten, verboden, of op voorhand onredelijk, dat er na aftrek van terugleverkosten een negatief bedrag per teruggeleverde kilowattuurover kan blijven.’
De Solar & Storage Magazine Marktgids 2026 is verschenen. De jaarlijks terugkerende marktgids biedt een totaaloverzicht van de energieopslag- en zonne-energiemarkt en is een bijlage van de december 2025-editie van Solar & Storage Magazine. De marktgids kent dit jaar 14 rubrieken en bovendien zijn in samenwerking met een groot aantal bedrijven en organisaties de belangrijkste ontwikkelingen qua projecten, markt en technieken in kaart gebracht.