Zonne-energie groeit in 2025 sneller dan wereldwijde energievraag

Dat meldt de Europese klimaatdenktank Ember. In de eerste 3 kwartalen van 2025 steeg de opwekking van zonne-energie met 498 terawattuur – oftewel 31 procent – ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Windenergie groeide met 137 terawattuur – oftewel 7,6 procent. Deze gecombineerde groei van 635 terawattuur overtrof de toename in de wereldwijde elektriciteitsvraag van 603 terawattuur – oftewel 2,7 procent.

China leidt transitie
Deze ontwikkeling bevestigt de trend die Ember eerder dit jaar al signaleerde, waarbij hernieuwbare energie een steeds dominanter aandeel krijgt in de wereldwijde energiemix en kolen heeft verdrongen als grootste stroombron.

Ondanks een lichte stijging van kernenergie – plus 33 terawattuur – en een daling in waterkrachtproductie – -54 terawattuur – bleef de fossiele stroomopwekking vrijwel gelijk met een kleine afname van 17 terawattuur.

Permanente ommekeer
De dalingen in fossiele stroomproductie in China (-52 terawattuur, -1,1 procent) en India (-34 terawattuur, -3,3 procent) compenseerden de stijgingen in de Europese Unie en de Verenigde Staten. China alleen was verantwoordelijk voor meer dan de helft van de wereldwijde groei in zonne-energieproductie met 280 terawattuur (44 procent).

Door de sterke groei van hernieuwbare energie steeg het aandeel van zonne- en windenergie in de wereldwijde elektriciteitsmix van 15,2 procent naar 17,6 procent. Het aandeel fossiele energie daalde van 58,7 procent naar 57,1 procent.

Nicolas Fulghum, Senior Data Analyst bij Ember, stelt: ‘Record solar power growth and stagnating fossil fuels in 2025 show how clean power has become the driving force in the power sector’, een verandering die volgens hem het begin markeert van een permanente verschuiving in de energiesector.

Ember voorspelt dat 2025 waarschijnlijk het eerste jaar wordt zonder fossiele groei bij een substantiële toename van de elektriciteitsvraag. In voorgaande jaren was stagnatie of daling in fossiele opwekking alleen zichtbaar tijdens economische crises of de pandemie, wanneer de vraag naar elektriciteit sterk daalde.