Consument mag van rechter in binnenstad Leiden geen zonnepanelen plaatsen

De aanvraag werd door de gemeente geweigerd, omdat het aanbrengen van zonnepanelen zou leiden tot verandering van de dakvorm en daarmee het uitwendige karakter van het beschermde pand zou aantasten.

Strikte regels
In de Leidse binnenstad zijn daken ingedeeld in 3 typen. Voor het betreffende dak, aangemerkt als ‘dakvlaktype 1’, geldt dat zonnepanelen niet zichtbaar mogen zijn vanaf openbaar toegankelijke ruimte. De Leidse gemeente lanceerde in 2020 een overzichtskaart voor zonnepanelen die helderheid biedt over welke regels waar gelden.

Volgens het college van burgemeester en wethouders zou het plaatsen van de 4 zonnepanelen het dakprofiel wijzigen. De rechtbank onderschrijft dat deze wijziging, hoewel minder ingrijpend dan bijvoorbeeld een verandering in dakhelling, toch tot verandering van het uitwendig karakter zou leiden.

Gelijkheidsbeginsel
De woningeigenaar deed tevergeefs een beroep op het gelijkheidsbeginsel, verwijzend naar panden aan andere straten waar wel zonnepanelen zichtbaar zijn. De rechtbank oordeelde dat hiermee geen vergelijkbare situaties waren aangetoond waar het college wél een vergunning verleende voor panden met dakvlaktype 1.

Het college erkende de duurzaamheidsbelangen die de eigenaar naar voren bracht, maar vond dat deze niet opwogen tegen het belang van het behoud van de karakteristieke waarden van het pand en het beschermd stadsgezicht. De afdeling Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO) had hierover geadviseerd dat de zonnepanelen zouden leiden tot ‘aantasting van het karakteristieke aangezicht en daarmee ook van de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht’.