Minister Depraetere werkt aan warmtepompplan en wil Heat as a Service stimuleren

Het innovatieve businessmodel kan volgens de minister de verduurzaming van appartementen versnellen, maar wordt nog gehinderd door diverse drempels.

Innovatief servicemodel
‘Heat as a Service’ wint terrein als marktmodel voor de verduurzaming van appartementsgebouwen in Vlaanderen. Bij dit concept betalen bewoners niet voor een verwarmingsinstallatie, maar voor de geleverde warmte via een maandelijks abonnement. Hierdoor worden hoge investeringskosten vermeden en worden bewoners volledig ontzorgd wat betreft onderhoud en reparaties.

Vlaams parlementslid Robrecht Bothuyne (cd&v) stelde tijdens een commissievergadering dat dit model bijzonder aantrekkelijk is voor appartementsgebouwen, waar de complexe dynamiek tussen individuele belangen en gemeenschappelijke installaties vaak voor uitdagingen zorgt.

Bestaande obstakels
De doorbraak van ‘Heat as a Service’ wordt volgens Bothuyne gehinderd door ‘een complex samenspel van financiële, juridische, beleidsmatige en technische drempels’. De huidige energiefiscaliteit bevoordeelt fossiele brandstoffen ten opzichte van elektriciteit, waardoor investeringen in duurzame verwarmingssystemen zoals warmtepompen minder aantrekkelijk zijn.

Daarnaast zijn subsidies en premies volgens hem vaak ontoereikend of administratief complex voor collectieve projecten. Het e-loket van Mijn VerbouwPremie laat in de praktijk nog altijd geen derde- partijfinanciering toe, waardoor dit financieringsmodel voor verenigingen van mede-eigenaars (vme’s) moeilijk toegankelijk blijft. Ook zouden er duidelijke standaardmodellen en afspraken ontbreken over de eigendom en plaatsing van installaties in appartementsgebouwen, evenals een onafhankelijk kwaliteitslabel en een gestandaardiseerde, transparante manier van meten en verifiëren van prestaties.

Ministeriële aanpak
Minister Depraetere erkent de potentiële meerwaarde van Heat as a Service, met name voor complexe situaties zoals appartementsgebouwen, waar meerdere eigenaars bij betrokken zijn, of voor kwetsbare doelgroepen die moeite hebben om een investering in 1 keer te betalen.

Depraetere heeft het Vlaams Energiebedrijf (VEB) gevraagd om de mogelijkheden en obstakels voor Heat as a Service in kaart te brengen. Het VEB heeft dit de afgelopen periode samen met technologiefederatie Agoria gedaan en een analyse gemaakt van de diverse drempels en mogelijke oplossingen. Inmiddels heeft de minister het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) opdracht gegeven om de voorgestelde oplossingen verder te onderzoeken en uit te werken waar ze meerwaarde hebben, kwaliteit kunnen garanderen en de consument voldoende bescherming bieden.

Concrete stappen
De uitgewerkte maatregelen zullen worden opgenomen in een warmtepompplan en in het gebouwenrenovatieplan 2050 dat Vlaanderen in het kader van de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) zal opstellen.

Minister Depraetere gaf aan dat het warmtepompplan nog dit jaar wordt uitgewerkt. Ze toonde zich bereid om ‘quick wins’ sneller uit te voeren als er inhoudelijke overeenstemming over bestaat, zonder te wachten op de volledige uitwerking van de plannen.

Een van die potentiële quick wins is het aanpassen van het Mijn VerbouwLoket, zodat verenigingen van mede-eigenaars (VME’s) eenvoudiger aanvragen kunnen indienen. Ook het verlagen van de ondergrens voor gebouwenverwarmingsprojecten in de call ‘groene warmte’, waardoor kleinere appartementsgebouwen ook in aanmerking komen voor deze ondersteuning, wordt onderzocht.