Vlaamse Adviesraden positief over flexibele netaansluitingen

De organisaties hebben advies uitgebracht over het voorontwerp van het decreet dat de Vlaamse regering heeft gemaakt. Wel pleiten ze voor 6 concrete verbeteringen. De adviesraden stellen het initiatief van netbeheerders Fluvius en Elia te waarderen.

Capaciteitsproblemen
In hun gezamenlijk advies aan Vlaams minister Melissa Depraetere van Energie erkennen de Minaraad en SERV het belang van het nieuwe regelgevend kader vanwege congestieproblemen op het elektriciteitsnet. De flexibele aansluitingsovereenkomsten maken het mogelijk om sneller nieuwe aansluitingen of verzwaringen van bestaande aansluitingen te realiseren in gebieden met congestierisico’s of beperkt beschikbare netcapaciteit.

‘Dit is waardevol voor zowel nieuwe afnemers en voor organisaties die wensen te elektrificeren en te verduurzamen als voor netbeheerders in het streven naar een efficiënter en duurzamer elektriciteitsnet,’ schrijven de adviesraden in hun brief.

6 aanbevelingen
De raden formuleren dus ook 6 constructieve aanbevelingen om het decreet te verbeteren. Ten eerste pleiten ze ervoor om bij het definiëren van een congestiegebied niet alleen naar de bestaande capaciteit en congestie te kijken, maar ook naar verwachte, toekomstige congestie. Dit kan door kortetermijn-netinvesteringen en de verwachte evolutie van de vraag mee te rekenen.

Een tweede belangrijke aanbeveling is om flexibiliteit tussen bedrijven mogelijk te maken. ‘Daarom vragen de Raden via deze regeling de mogelijkheid te voorzien dat bedrijven die over meer capaciteit beschikken dan ze uiteindelijk nodig hebben, onderling die capaciteit zouden kunnen uitwisselen,’ aldus het advies.

De derde aanbeveling heeft betrekking op de doorlooptijden van netstudies. De adviesraden vrezen dat bijkomende verplichtingen de doorlooptijden kunnen laten oplopen en vragen de Vlaamse Regering een regeling te treffen waardoor deze doorlooptijden redelijk blijven.

Eerlijke verdeling
Als vierde punt adviseren de raden om een duidelijk afwegingskader te ontwikkelen voor het toekennen van flexibele aansluitingen. Het huidige ‘first come, first served’-principe kan volgens hen problematisch zijn, vooral bij meerdere aanvragen op 1 transformatorstation. De raden wijzen op voorbeelden uit Nederland waar een maatschappelijk afwegingskader wordt gebruikt bij het toepassen van flexibiliteitsopties in de elektriciteitsnetten.

De vijfde aanbeveling betreft de benaming van het ‘flexibele aansluitcontract’. Volgens de raden kan deze term misleidend overkomen, omdat de flexibiliteit volledig bij de klant ligt. Ze stellen alternatieve termen voor zoals ‘voorwaardelijk of gelimiteerd aansluitingscontract’.

Tot slot roepen de adviesraden de Vlaamse regering op om na te gaan in hoeverre het wenselijk is om flexibele aansluitingen ook vrijwillig aan te bieden voor bestaande connecties die geen verzwaring aanvragen. Dit zou geblokkeerde capaciteit die in de praktijk niet benut wordt of niet meer nodig is, kunnen vrijmaken.