Rechter: taakstraf en boete voor dodelijk ongeval installatie zonnepanelen

De verdachte, eigenaar van een eenmanszaak gespecialiseerd in zonnepaneelinstallaties, kreeg bovendien een proeftijd van 2 jaar opgelegd. De rechtbank achtte hem schuldig aan het opzettelijk overtreden van de Arbowet en dood door schuld.

Geen enkele maatregel
Het tragische ongeval vond plaats op 9 augustus 2022 op een erf waar de verdachte samen met 2 andere werknemers zonnepanelen installeerde op het dak van de stal van een melkveehouderij. Tijdens de werkzaamheden viel een van de werknemers door het dak en kwam ruim 6 meter lager op een harde ondergrond terecht. De man overleed een dag later aan zijn verwondingen in het ziekenhuis.

De Arbeidsinspectie heeft de locatie van het ongeval op dezelfde dag bezocht. De arbeidsinspecteur vond op de grond stukken licht doorlatende pvc. Hij voelde volgens de rechtbank dat dit dun materiaal was en dat hij het gemakkelijk met zijn handen door kon buigen en kon breken. Op het dak zag de arbeidsinspecteur dat de lichtpanelen vanaf de bovenzijde gezien niet goed doorzichtig waren door verkleuring en daardoor minder opvielen. De arbeidsinspecteur zag dat zowel aan de binnenzijde van de stal als aan de buitenzijde geen enkele maatregel was genomen om het valgevaar tegen te gaan. Zo zag hij dat in de stal geen vangnetten hingen en dat de lichtpanelen op het dak niet waren afgedekt. Ook zag hij dat op het dak geen ankerpunten zaten waaraan eventuele valbeveiliging kon worden gehaakt.

Ernstig verzaakt
Het Openbaar Ministerie stelde daarom dat de werkgever zijn zorgplicht ernstig heeft verzaakt, omdat er geen valbeveiliging aanwezig was en de werknemer werkte zonder harnas of ankerpunten. Volgens de officier van justitie had de verdachte kunnen en moeten voorzien dat dit levensgevaarlijke situaties zou opleveren. Dit verwijtbare nalatig handelen is volgens de rechtbank voldoende reden om de man strafrechtelijk verantwoordelijk te houden voor het overlijden van de monteur.

De verdediging van de ondernemer betoogde dat de verdachte niet als werkgever kon worden aangemerkt, omdat de omgekomen werknemer als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) werkte. Ook stelde de raadsvrouw dat het slachtoffer zelf een risicovolle keuze had gemaakt door op een onveilige plek te gaan staan. Bovendien waren de mannen volgens de verdediging op het moment van het ongeval juist bezig met het plaatsen van de valbeveiliging, wat het tragische incident des te schrijnender maakte.

Begrafeniskosten
De rechtbank volgde deze redenering echter niet en benadrukte dat de verdachte als opdrachtgever verantwoordelijk was voor een veilige werkomgeving, ongeacht de precieze arbeidsrelatie. Het ontbreken van basale veiligheidsmaatregelen en het werken onder risicovolle omstandigheden gaven volgens de rechters voldoende aanleiding om de man te veroordelen. ‘Door zich niet van te- voren te verdiepen in de benodigde veiligheidsmaatregelen voor dit specifieke soort dak, heeft verdachte bewust nagelaten de benodigde maatregelen te treffen en zodoende de op hem rustende zorgplicht na te leven’, aldus de rechtbank in haar vonnis.

Naast de opgelegde taakstraf en de voorwaardelijke boete krijgt de verdachte een proeftijd van 2 jaar, waarin hij zich moet houden aan de voorschriften van de Arbowet. Daarnaast heeft de rechtbank de werkgever veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van in totaal 26.385,39 euro aan de nabestaanden van het slachtoffer. Dit bedrag omvat 6.385,39 euro aan materiële schade, waaronder de begrafeniskosten en de kosten van een gedenksteen, en 20.000 euro aan immateriële schadevergoeding. Over deze bedragen moet bovendien rente worden betaald vanaf de factuurdatum en de datum van het ongeval.