Het advies van de ambtenaren staat in een nieuw Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) dat het kabinet moet helpen om de stijgende netkosten te drukken. Dit type onderzoeken wordt uitgevoerd om de regering een ‘menukaart’ te geven om een bepaald beleidsdoel te behalen. Zo stelden ambtenaren het vorige kabinet 2 jaar geleden voor om extra normering in te voeren voor de uitrol van zonnepanelen en de installatie van batterijen bij nieuwe zonneparken te verplichten. Dat waren destijds 2 van de in totaal 292 voorgestelde maatregelen uit het toenmalige IBO Klimaat die moesten bijdragen aan het behalen van de klimaatdoelen.
Voorjaarsnota
Het nu gepubliceerde IBO Bekostiging Elektriciteitsinfrastructuur ‘Schakelen naar de toekomst’ telt 32 voorgestelde maatregelen en bevat meerdere concrete voorstellen die de energieopslag- en zonne-energiesector raken. Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei zal bij de presentatie van de Voorjaarsnota – die uiterlijk 1 juni naar de Tweede Kamer wordt gestuurd – de kabinetsreactie op het IBO-rapport publiceren.
Het doel van het IBO is om meer inzicht in en grip te krijgen op de omvang van de investeringen in de elektriciteitsinfrastructuur tussen nu en 2040. Bovendien moet het leiden tot concrete beleidsopties.
20.000 verzoeken
‘Nu al zijn er meer dan 20.000 verzoeken voor een – zwaardere – aansluiting die niet ingewilligd kunnen worden, een realiteit die in een bloeiende economie als de Nederlandse moeilijk is te accepteren’, schrijven de ambtenaren in het nieuwe IBO-rapport. ‘Het gaat vooral om bedrijven, maar er zijn ook vaker woonwijken en voorzieningen die geen aansluiting kunnen krijgen. Het stroomnet vormt daarmee steeds meer een knelpunt voor de economische ontwikkeling en de aanpak van maatschappelijke problemen, met een steeds groter verschil tussen insiders en outsiders. Meerdere onderzoeken laten zien dat netcongestie tot miljarden aan maatschappelijke kosten leidt. Volgens een recente analyse gaat dit indicatief om circa 10 tot 40 miljard euro per jaar voor het laagspannings- en middenspanningsnet. Een andere inschatting is dat de maatschappelijke kosten van de wachtrij van TenneT, waarin ook aanvragen van de regionale netbeheerders zijn opgenomen, 8 tot 30 miljard euro per jaar bedragen.’
De door de ambtenaren in het IBO-rapport gekozen benadering is drieledig: de kostenstijging dempen, de kosten anders verdelen en de besluitvorming stroomlijnen. De huidige investeringsopgave voor de periode 2024-2040 wordt ingeschat op 195 miljard euro. Het gaat om een investeringsbedrag van ongeveer 11 miljard euro per jaar. Voor de gehele periode komt het neer op meer dan 10.000 euro per Nederlander.
De redactie van Solar & Storage Magazine zet de belangrijkste maatregelen die ambtenaren in het IBO-rapport voorstellen op een rij. Van het flexibiliseren van het gebruik van het stroomnet door consumenten en het mkb, tot een prijsgarantie voor warmtenetten, het aanjagen van energiehubs, het toepassen van energieplanologie om onder meer de locaties van grootschalige batterijen te sturen, investeren in elektrolysers voor waterstof en het zwaarder belasten van het stroomnet.
Maatregel 1 | Flexibiliseren kleinverbruikers
Een van de belangrijkste maatregelen die de ambtenaren voorstellen, is flexibel netgebruik door kleinverbruikers. Daaronder vallen alle huishoudens, maar ook bedrijven en instellingen die een aansluiting tot en met 3 x 80 ampère hebben waarvoor ze een vast capaciteitstarief betalen. Om flexibel netgebruik door kleinverbruikers in te zetten, zijn meerdere maatregelen nodig.
Zo willen de ambtenaren dat Nederland in EU-verband pleit voor standaard open communicatieprotocol(len) voor slimme apparaten en energiemanagementsystemen en normering van slimme, net-intensieve flexibele apparaten bijvoorbeeld via wijziging van de Ecodesign Richtlijn. Vooruitlopend daarop moet er nationale normering komen van slimme laadpalen, warmtepompen, thuisbatterijen en omvormers van zonnepanelen verkennen, en indien mogelijk de ISDE-subsidie voor warmtepompen vanaf 2027 of 2028 alleen nog voor slimme warmtepompen beschikbaar te stellen.
Bovendien stellen de ambtenaren voor om home energy management systemen (hems) in 2 stappen te subsidiëren. De eerste stap is een innovatiesubsidie van 5 miljoen euro voor interoperabele hems-oplossingen in de periode 2025-2026. De tweede stap voor de periode 2027-2030 is een investeringssubsidie voor de aanschaf van een hems, bijvoorbeeld via de ISDE-regeling met een maximumaanvraag van 200 euro per consument. Een energiemanagementsysteem kan volgens de ambtenaren bijvoorbeeld helpen om het eigen verbruik van zonnestroom te verhogen, wat aantrekkelijker wordt in verband met de afbouw van de salderingsregeling vanaf 2027.
Daarnaast pleiten de ambtenaren ervoor om een nettarief in te voeren dat voor kleinverbruikers naar tijd en volume gedifferentieerd wordt. Ook zou een flexibiliteits-/peakshavingdienst voor kleinverbruikers ingevoerd moeten worden op basis van congestiemanagement en redispatch. Bovenop gedifferentieerde tarieven kunnen kleinverbruikers dan een – kleine – vergoeding ontvangen indien zij hun verbruik aanpassen op de beschikbaarheid van het stroomnet. De netbeheerder geeft daarbij een signaal waar kleinverbruikers op kunnen reageren. Ook denken de ambtenaren aan de invoering van een extra netbescherming, wat inhoudt dat productie/verbruik automatisch wordt beperkt als acute overbelasting van het stroomnet dreigt.
Maatregel 2: aandeel dynamische contracten vergroten
De ambtenaren denken dat het vergroten van het aandeel consumenten met dynamische energiecontracten kan bijdragen aan het drukken van de netuitbreidingskosten. Op dit moment stelt de overheid zich neutraal op ten aanzien van welk type contract wordt gekozen door consumenten.
Momenteel hebben ruim 400.000 consumenten een dynamisch stroomcontract. ‘Normering, zoals een minimumaandeel verkochte dynamische contracten, stuit op bezwaren in Europese regelgeving, nog los van de vraag of het wenselijk is’, duiden de ambtenaren. ‘Een mogelijke heffing op vaste en variabele contracten is vanuit uitvoeringsperspectief momenteel niet aantrekkelijk.’ Het kabinet moet zich volgens de ambtenaren daarom richten op enerzijds het verbeteren van de informatievoorziening over dynamische contracten en anderzijds de subsidie voor energieleveranciers de afname van dynamische contracten te vergroten.
Maatregel 3: flexibiliseren grootverbruikers
Een andere beleidsmaatregel die de ambtenaren voorstellen, is het flexibiliseren van het stroomverbruik van grootverbruikers. Ze willen dat het kabinet daarvoor de subsidieregeling voor het vergroten van flexibel elektriciteitsverbruik – de subsidieregeling Flex-e –verlengt tot ten minste 2030. Zo kan in hun ogen een groter potentieel aan flexibiliteit ontsloten worden.
Maatregel 4: locatie sturen via energieplanologie
Met het locatie sturen via energieplanologie willen de ambtenaren dat overheden proactief reserveringen treffen voor de ontwikkeling van vraag, flexibiliteit en aanbod op netwerk-efficiënte locaties.
Sterker sturen op het dichter bij elkaar plaatsen van opwek, gebruik en opslagcapaciteit kan volgens de ambtenaren de investeringsopgave in het stroomnet verminderen dan wel een extra stijging voorkomen. Op het middenspanningsnet kan de besparing oplopen tot maximaal 1,5 tot 2 miljard euro via de sturing van opwek, en maximaal 0,5 tot 1 miljard euro via de sturing van vraag. Voor het hoogspanningsnet lijkt geen demping mogelijk te zijn, omdat in de investeringsplanning al wordt uitgegaan van relatief veel net-optimalisatie. Locatiesturing op het hoogspanningsnet kan wel een extra stijging van de investeringsopgave van ongeveer 12,8 miljard euro voorkomen door de optimale inpassing van batterijen – circa 2,5 miljard euro – datacenters, elektrolysers en power-to-X assets – circa 10,3 miljard euro.
Zo’n effect geldt ook voor het middenspanningsnet waar de optimale inpassing van batterijen door locatiesturing kan voorkomen dat de investeringsopgave met 3 tot 4 miljard euro toeneemt. ‘Energieopslag op de juiste plekken in het elektriciteitsnetwerk en onder de juiste voorwaarden kan bijdragen aan het verminderen van de investeringsopgave’, schrijven de ambtenaren aan het kabinet.
Maatregel 5: sterker handhaven energiebesparingsplicht
De rijksoverheid verplicht locaties van bedrijven en instellingen met een jaarlijks gebruik vanaf 50.000 kilowattuur elektriciteit of 25.000 kubieke meter aardgas om alle maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. In 2027 zullen maatregelen met een terugverdientijd van 7 jaar of minder verplicht worden. Ook zonnepanelen vallen onder de energiebesparingsplicht.
De rijksoverheid verstrekt middelen aan omgevingsdiensten, het Staatstoezicht op de Mijnen (SODM) en Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) voor toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht. Door de handhaving op de energiebesparingsplicht te versterken, denken de ambtenaren dat het energiebesparingspotentieel beter benut kan worden. Dit kan volgens hen worden gedaan door ten minste 50 procent van de doelgroep te controleren in 4 jaar.
Maatregel 6: aanjagen energiehubs
Een andere aantrekkelijke optie is volgens de ambtenaren het versterken van de ontwikkeling van energiehubs. Energiehubs kunnen ervoor zorgen dat bedrijven onderling hun aanbod van en vraag naar hernieuwbare energie beter kunnen afstemmen. Zo kunnen zij zonder grotere aansluiting toch elektrificeren.
Het versterken van de ontwikkeling zou moeten gebeuren doordat de rijksoverheid een partij aanwijst die als taak krijgt om collectieve flexibiliteit achter één aansluiting te organiseren. Daarvoor is wel nader onderzoek nodig.
Maatregel 7: invoeren verschillende biedzones
Voor dit plan stellen de ambtenaren voor om de huidige Nederlandse biedzone voor elektriciteit op te knippen in meerdere biedzones. Op dit moment bestaat er in Nederland 1 biedzone, ook wel prijszone genoemd. Een biedzone is een geografisch gebied waarbinnen elektriciteit vrij kan worden verhandeld. Binnen de biedzone is de aanname dat er altijd voldoende transportcapaciteit beschikbaar is en wordt elektriciteit tegen 1 groothandelsprijs verhandeld.
Het opsplitsen van de Nederlandse biedzone is in de ogen van de ambtenaren wel een zeer ingrijpende maatregel, die gepaard gaat met onzekerheid in de markt en daarmee mogelijk een verslechtering van het investeringsklimaat. Verder onderzoek zou moeten uitwijzen of een andere indeling met meerdere biedzones een bijdrage kan leveren aan verlaging van de netkosten door een afname van de redispatchkosten.
Maatregel 8: gerichter investeren in elektrolysers
Deze voorgestelde maatregel beoogt een aanscherping van bestaande of aankomende subsidiëring van waterstofprojecten. Het voorstel is om subsidies beschikbaar te stellen voor waterstofinfrastructuur en ektrolyseprojecten en er via deze subsidies op te sturen dat deze op de juiste plek worden gerealiseerd.
Zonder deze waterstofprojecten op de juiste plek moet de opgewekte elektriciteit over langere afstanden getransporteerd worden en vallen de kosten van netverzwaring dus hoger uit. Het beschikbaar stellen van deze subsidies is volgens de ambtenaren nodig omdat waterstofprojecten op dit moment nog niet rendabel zijn.
Maatregel 9: stroomnet zwaarder belasten
De ambtenaren hebben in het IBO-rapport ook gekeken naar de mogelijkheid om netbeheerders te stimuleren om meer transportcapaciteit vrij te geven door het zwaarder belasten van netcomponenten en inzetten van storingsreserves; ook wanneer daardoor het leveringszekerheidsrisico stijgt.
De netbeheerders concluderen echter dat, zelfs wanneer het extra belasten en vrijgeven van redundantiecapaciteit het storingsrisico met 50 tot 100 procent zou toenemen, de economische kosten daarvan relatief beperkt zijn. Zij schatten de economische meerwaarde van extra transportcapaciteit voor nieuwe burgers en bedrijven in op 35 miljard euro. Afhankelijk van de mate waarin de belastinggrenzen worden opgetrokken, kan hiermee 1 tot 4 procent aan cumulatieve investeringskosten worden vermeden in 2040.
Maatregel 10: prijsgarantie warmtenetten
Met warmtenetten kan netverzwaring in bestaande bouw volgens de ambtenaren fors worden gereduceerd. Met deze beleidsoptie wordt de aantrekkelijkheid van warmtenetten voor eindgebruikers van warmtenetten verbeterd, zo denken ze. ‘Zo kan gestuurd worden op het meest efficiënte energiesysteem met de laagste nationale kosten. Met de prijsgarantie krijgen bewoners van wijken waar een warmtenet de verduurzamingsoptie is met laagste nationale kosten de garantie dat dit ook leidt tot laagste eindgebruikerskosten.’
‘Warmtenetten maken de inzet van beschikbare warmtebronnen als restwarmte en geothermie mogelijk, waardoor minder ruimtebeslag nodig is voor de opwek van duurzame elektriciteit zoals via windmolenparken of zonneweides’, vervolgen ze. ‘Bovendien hoeft het lokale elektriciteitsnet – inclusief bovengrondse distributiestations in de wijk – minder vergaand verzwaard te worden. Netbeheer Nederland rekent voor een wijk op een warmtenet met 1.200 bewoners op 2 à 4 nieuwe transformatorhuisjes voor e-auto’s en zonnepanelen. Als diezelfde wijk overgaat op warmtepompen komen daar 4 extra transformatorhuisjes bij.’
De maart 2025-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de vakbeurs Solar Solutions Amsterdam, zonnecarports, het productteam circulaire zonnepanelen en de zakelijke zonnedakenmarkt.