Door zonnecarports op grote parkeerplaatsen zoals die van supermarkten, luchthavens en winkelcentra verplicht te maken, kan Nederland de uitrol van zonne-energie versnellen.
Bijna 2 jaar geleden
Alweer bijna 2 jaar geleden diende D66 in de Tweede Kamer een motie in om de uitrol van zonnecarports op parkeerplaatsen via de Omgevingswet te gaan verplichten. Sinds de Tweede Kamer eind maart 2023 groen licht gaf voor dat plan, is het kabinet – ondanks een uitrolplan van 3 brancheorganisaties – echter angstvallig stil over het onderwerp. Eerder deze maand meldde minister Hermans mede na onderzoek van Arcadis – dat pleit voor een nieuwe subsidie – later dit jaar een besluit te nemen over het verplichten van zonnecarports.
Privaat bezit
Het voorstel dat Holland Solar nu doet, richt zich op grote parkeerplaatsen met aaneengesloten oppervlakken die efficiënt en betaalbaar kunnen worden uitgerust met zonnecarports. Dit type parkeerplaatsen is vaak in privaat bezit van organisaties met een hoog elektriciteitsverbruik, waardoor de opgewekte energie direct lokaal gebruikt kan worden.
Door gebruikers van de zonnecarport die een elektrische auto hebben, deze auto overdag te laten laden bij zonnecarports – in plaats van op het tijdstip waarop de meeste consumenten thuiskomen van hun werk – wordt de druk op het stroomnet verlaagd. Daarbovenop zou stroom van de zonnecarports volgens Holland Solar lokaal in de omgeving gebruikt kunnen worden.
Uniforme regels
Zonnecarports zijn op dit moment nog aanzienlijk duurder dan zonnepanelen op daken vanwege de kosten van de onderconstructie van een zonnecarport. Daarnaast wordt de uitrol van zonnecarports onnodig vertraagd door verschillen in de vergunningsprocedures per gemeente. Daarom pleit Holland Solar voor uniforme regels via een landelijke aanpak.
Algemeen directeur Wijnand van Hooff: ‘Voor een snelle uitrol van deze toepassing is een simpele en eenduidige vergunningsprocedure essentieel. Daarnaast is tijdelijk financiële ondersteuning nodig om de meerkosten van zonnecarports te overbruggen. Alleen zo kunnen we deze technologie op grote schaal toepassen in Nederland. En wat in Frankrijk kan, moet in Nederland ook kunnen.’