logo
wvhj2023
© Holland Solar
© Holland Solar
30 november 2024

Het dilemma | Realisatiegraad SDE++-projecten met zonnepanelen daalt – wat nu?

Met de dalende realisatiegraad van SDE++-projecten met zonnepanelen raakt het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen uit zicht. Wat moet er gebeuren? Solar Magazine vroeg het Derek Steeman van Holland Solar.

In Nederland werd tot nu toe zo’n 26 gigawattpiek aan zonnepanelen geplaatst, waarvan 12 gigawattpiek via de SDE++. Voor de periode 2024-2026 voorspelt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in de ‘Monitor Zon-pv 2024' nog eens een gemiddelde jaarlijkse uitrol van 3 gigawattpiek aan zonnepanelen, waarvan jaarlijks 1,5 tot 2 gigawattpiek grootschalige pv. Hiermee gaat het doel van 59,3 gigawattpiek aan pv op daken, land en water in 2030 dat in het Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) is vastgelegd, niet worden gehaald.

Grote slagen
‘Daarvoor is het nodig dat we tot 2050 nog jaarlijks 6,9 gigawattpiek gaan installeren’, aldus Steeman, branchespecialist netinfrastructuur en financiering bij Holland Solar. ‘Er moet dus worden bijgeschakeld, met name in de bouw van grootschalige pv-systemen want daarmee kunnen grote slagen worden gemaakt. De pijplijn voor SDE++-projecten neemt echter af, zowel voor zon op dak als op land. De realisatiegraad van reeds beschikte projecten daalt en er worden er minder in ontwikkeling genomen. Vanuit dat gegeven luidt onze sector momenteel de noodklok. Verandering is noodzakelijk willen we een succes van onze energietransitie maken.’

Ruimte op het net
Holland Solar ziet 3 hoofdoorzaken voor de afnemende pijplijn van grote zonne-energieprojecten, als eerste het nijpende probleem van netcongestie waardoor aansluiting op het stroomnet vaak niet mogelijk is of pas op langere termijn. Dit terwijl er nog significant veel transportcapaciteit kan worden vrijgegeven via congestiemanagement. Om netcongestie tegen te gaan, geldt er al een eis van aansluiting op 50 procent van het piekvermogen van pv-installaties. Daarnaast is er, ruimte op het net of niet, een transportindicatie nodig om een SDE++-beschikking te krijgen.  

Houvast
Steeman: ‘Het proces rondom de transportindicaties is echter nog niet goed uitgewerkt. Het moet namelijk ook mogelijk zijn om een indicatie te krijgen in congestiegebieden, als er nog ruimte is door congestiemanagement toe te passen. Helaas komt congestiemanagement te langzaam van de grond, waardoor de termijn van de realisatie van een project na het verkrijgen van de beschikking vervalt. Wij pleiten in dat kader voor helderheid en transparantie. Netbeheerders moeten duidelijk en gedetailleerd in kaart brengen waar nog ruimte is voor capaciteit en hoeveel dat dan is, ook in combinatie met congestiemanagement. Daarnaast is een duidelijke inkijk nodig waar en wanneer de verzwaring van het net gaat gebeuren. Dat biedt houvast voor ontwikkelaars; in hun SDE++-aanvragen en ontwikkeltrajecten kunnen ze de oplevering van projecten timen met de beschikbaarheid van netcapaciteit. Zo kan veel van de onzekerheid van nu worden weggenomen. Het zou dus een flinke stap vooruit zijn.’

Waardevolle bedrijfsprocessen
Ook de verzekerbaarheid van zonne-energieprojecten zit ontwikkeling en realisatie in de weg, vertelt Steeman. De verzekeringskosten lopen hoog op en die drukken zwaar op de businesscase. Dat speelt al een tijdje, maar het probleem wordt groter, met name omdat de gemakkelijke daken al gedaan zijn. ‘Nu zijn ook de moeilijkere daken aan de beurt, bijvoorbeeld die waaronder waardevolle bedrijfsprocessen plaatsvinden. Verzekeraars zijn huiverig wat dat betreft en schatten het risico hoog in.’ Holland Solar ziet geen directe oplossing voor dit issue – handjeklap doen met verzekeraars is geen optie. De brancheorganisatie benadrukt wel dat het meest recente onderzoek van TNO naar branden met zonnepanelen aantoont dat er zeer kleine risico's zijn dat zonnepanelen de oorzaak zijn van een brand. ‘Dat moet elke gebouweigenaar met zijn verzekeraar bespreken.’

Financial close
Een derde reden voor de afnemende pijplijn van SDE++-projecten, en wellicht de belangrijkste, komt voort uit de huidige marktomstandigheden, stelt Steeman. De uren met negatieve elektriciteitsprijzen nemen flink toe. Zonnestroom leveren op het net kost dan geld. Bestaande installaties worden dus afgeschakeld op die momenten, als dat mogelijk is. Dat gaat ten koste van het rendement uiteraard. Heel wat projecten in ontwikkeling kunnen vanwege dit probleem, ondanks de SDE++, niet tot financial close komen, want de subsidieregeling compenseert niet voor deze uren. Nederland, met de meeste negatieve uren van Europa, wordt door vele partijen in dit licht dan ook niet meer gezien als een interessante markt, zo geeft Steeman aan.

Forward banking
‘Dat is de marktsituatie van nu, aldus Steeman. ‘De oplossingen voor de lange termijn zijn onder andere het stimuleren van veel meer flex, bijvoorbeeld middels opslag, en een sterkere inzet op elektrificatie waardoor de vraag naar stroom toeneemt. Maar er zijn ook mogelijkheden om dit probleem tussentijds iets te verzachten. Een optie is forward banking. De SDE++ voor zon is een productie-instrument op basis van 850 vollasturen. Die heeft een looptijd van 15 jaar. Als het aantal subsidiabele uren niet wordt gehaald in een bepaald jaar, zou die met 1 jaar kunnen worden verlengd. Dat kan uiteraard ook voor meerdere jaren. Zo kunnen projecten alsnog rendabel worden geëxploiteerd. We zijn momenteel in gesprek met het ministerie over deze optie en andere mogelijke oplossingsrichtingen. Het is spannend wat er wel en niet gaat lukken. We benadrukken vooral dat de marktomstandigheden echt extreem veranderd zijn, totaal anders dan redelijkerwijs verwacht had kunnen worden door ontwikkelaars die de afgelopen jaren projecten realiseerden. Welke besluiten er daadwerkelijk genomen gaan worden, zullen we zien in de SDE++-ronde van 2025.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten