Consumenten investeerden vorig jaar 2,1 miljard euro in zonnepanelen

In opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), Invest-NL, Rabobank,  Alliander en Gasunie heeft SEO de investeringsstromen in de energietransitie in kaart gebracht.

6,7 miljard euro
Uit het onderzoek Investeringsmonitor Energietransitie 2023 blijkt dat netbeheerders vorig jaar minstens 6,7 miljard euro hebben geïnvesteerd, waarvan 85 procent bestemd is voor het elektriciteitsnet. Huishoudens hebben op hun beurt minstens 3,9 miljard euro geïnvesteerd. Dit is gebaseerd op door de overheid gestimuleerde verduurzamingsmaatregelen via de ISDE, zoals de aanschaf van warmtepompen, zonneboilers, isolatie en aansluiting op het warmtenet, maar ook particuliere investeringen in zonnepanelen op woningdaken. Tot slot hebben bedrijven in 2023 minstens 14,3 miljard euro geïnvesteerd.

Zonnepanelen
SEO heeft becijferd dat uitgaande van een prijs van 1.000 euro per kilowatt pv-vermogen voor het kalenderjaar 2023 een investering van 2,1 miljard euro van consumenten in zonnepanelen zou betekenen. De onderzoekers zijn daarbij uitgegaan van zonnepanelen met een vermogen van 400 wattpiek per stuk en een totaalprijs van 5.000 euro per 10 zonnepanelen, waarvan 20 procent installatiekosten.

25 miljard euro
Onder aan de streep heeft Nederland vorig jaar minstens 25 miljard euro geïnvesteerd in de verduurzaming van de energiehuishouding. Hoewel deze investeringen in lijn lijken te liggen met wat nu nodig is om de energiedoelstellingen te behalen, benadrukt het rapport dat het nog onzeker is of deze investeringen voldoende zijn en of ze op de juiste plek terechtkomen.

‘De sector duurzame energie heeft inmiddels een stevige economische betekenis; meer dan 10 procent van onze nationale investeringen gaat erheen’, aldus NVDE-voorzitter Olof van der Gaag. ‘Juist daarom is het cruciaal om een beter beeld te krijgen van de benodigde investeringen richting een klimaatneutraal Nederland in 2050.’

Erg onzeker
De studie laat zien dat de cijfers nog erg onzeker zijn en de methode verder verbeterd dient te worden. SEO heeft zich nu vooral gebaseerd op subsidie- en fiscale regelingen en die vertaald naar de onderliggende investeringen, maar dit beeld is niet volledig, benadrukken de onderzoekers zelf. Bovendien wordt zo’n methode steeds minder dekkend wanneer duurzame investeringen ook zónder subsidie rendabel worden, bijvoorbeeld door het afbouwen van fossiele subsidies die nu nog voor oneerlijke concurrentie zorgen.

Ook is het belangrijk om beter inzicht te krijgen of we wel investeren in de juiste sectoren en technieken. Hoewel er veel wordt geïnvesteerd in hernieuwbare elektriciteit, roept het rapport bijvoorbeeld de vraag op of er wel genoeg aandacht is voor andere ontwikkelingen, zoals de transitie van aardgas naar duurzame warmte. Tot slot is het onduidelijk of de huidige schattingen van de investeringsopgave volledig zijn.