Bedrijfsleven vraagt om alternatief voor afgebouwd Nationaal Groeifonds

Bij de presentatie van hun hoofdlijnenakkoord maakten PVV, NSC, VVD en BBB bekend het Nationaal Groeifonds uit te faseren. De afspraken van de eerste 3 aanvraagrondes – met onder meer een project voor de binnenlandse productie van zonnepanelen en batterijen – worden daarbij wel nagekomen. De overheid heeft via het Nationaal Groeifonds 11,3 miljard euro in projecten geïnvesteerd en bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties hebben dat met nog eens 12,6 miljard euro verhoogd. Naar schatting van de Rabobank levert iedere investeringseuro 5,80 euro aan rendement op tot 2040.

Bidbook
De topsectoren en de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) – waarbinnen het bedrijfsleven samenwerkt in innovatieprojecten – waarschuwen dat met de uitfasering van het Nationaal Groeifonds belangrijke financiering voor het stimuleren van economische groei en innovatie komt te vervallen.

Om minister Beljaarts van Economische Zaken op andere gedachten te brengen, hebben ze hem het bidbook ‘Investeren in de innovatiekracht en het verdienvermogen van Nederland’ aangeboden. Daarmee is het startschot gegeven voor een verdere dialoog om samen te kijken naar een alternatief voor de innovatieplannen en de benodigde inspanningen om deze te realiseren.

51 projecten
‘Investeringen in kennis, technologie en innovatie zijn cruciaal: het kabinet wil dat in 2030 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) wordt besteed aan onderzoek en ontwikkeling’, reageerde Beljaarts. ‘Daarom investeren we volgend jaar 900 miljoen euro extra via Invest-NL in innovatief midden- en kleinbedrijf (mkb) en de doorgroei van veelbelovende start-ups. De subsidie voor Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) stijgt in 2025 naar 1,5 miljard euro. Zo hoeven bedrijven minder belasting te betalen voor hun onderzoek en ontwikkeling en kunnen ze goedkoper innoveren. Bovendien verwachten we de komende jaren de eerste mooie resultaten van de 51 Nationaal Groei Fonds-projecten waarin we ruim 11 miljard investeren.’

Dat is volgens de topsectoren en TKI’s echter niet genoeg en daarom roepen ze het kabinet-Schoof op om samen te werken aan een alternatief plan met andere investeringsarrangementen en rendementsagenda’s. Zij gaan in gesprek over een samenwerking tussen departementen, topsectoren, hun vele publieke en private partners en andere investeerders en financiers zodat projecten die klaarstaan of die in de nabije toekomst worden ontwikkeld ook kunnen doorgaan. De topsectoren en TKI’s hierover: ‘We streven ernaar om zoveel mogelijk impact te halen uit de lopende groeifondsprojecten en we werken graag samen aan een alternatief plan om ook de nieuwe innovatieplannen te ondersteunen en nieuwe financieringsmogelijkheden, publiek en privaat, mogelijk te maken.’