Het kabinet investeert als onderdeel van de derde ronde van het Nationaal Groeifonds 4 miljard euro in 18 verschillende projecten die moeten zorgen voor langdurige economische groei en toekomstige welvaart. Voor de in totaal 1,9 miljard euro aan reserveringen moeten de indieners extra stappen zetten voordat een definitief besluit tot toekenning volgt. Van het toegekende bedrag van 412 miljoen euro aan SolarNL is 277 miljoen voorwaardelijk. 135 miljoen euro is namelijk definitief toegekend, 177 miljoen euro voorwaardelijk en nog eens 100 miljoen euro is gereserveerd voor een mogelijke lening aan MCPV dat een fabriek van 3 gigawattpiek voor de productie van zonnecellen wil bouwen in Nederland.
9 bedrijven
Het kabinet neemt hiermee het advies over van de commissie onder leiding van Rianne Letschert, bestuursvoorzitter van de Universiteit Maastricht. Minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat en minister Kaag van Financiën hebben hiermee ook besloten de binnenlandse productie van zonnepanelen aan te jagen.
SolarNL wordt uitgevoerd door een consortium van 9 Nederlandse bedrijven, 6 universiteiten, NWO-Instituut AMOLF, TNO en een aantal hogescholen. De 9 betrokken bedrijven zijn MCPV, HyET Solar, Solarge, Compoform, Exasun, Energyra, IM Efficiency, Lightyear en Taylor.
3 zonne-energietechnologieën Het SolarNL-programma ontwikkelt en industrialiseert 3 innovatieve pv-technologieën die volgens de initiatiefnemers elk concurrerend zijn naast de huidige mainstream zonnepaneeltechnologie. Het gaat om de volgende technologieën:
Het SolarNL-programma leidt tot een verwachte toegevoegde waarde voor de Nederlandse economie van 500 tot 700 miljoen euro per jaar in 2031 en cumulatief 20 tot 25 miljard euro in 2050. |
MCPV
Het Groeifondsvoorstel SolarNL omvat 3 programmalijnen die Nederland over de komende jaren tot een belangrijke speler in pv-productie moeten maken. De eerste draait om de ambities van het bedrijf MCPV, dat vergaande plannen heeft voor het bouwen van 3 industrie 4.0-zonnecel- en zonnepaneelfabrieken in Europa en 1 in Marokko. Het focust daarbij op heterojunctie (hjt)-zonnecellen die een grote toekomst hebben dankzij een hoog rendement, temeer als onderste laag in combinatie met cigs of perovskiet in tandemzonnecellen.
De beoordelingscommissie van het Nationaal Groeifonds wil dat eerst de technische haalbaarheid van de hjt-technologie aangetoond wordt, voor de beoogde fabriek van 3 gigawattpiek gebouwd wordt. De commissie stelt het van belang te vinden dat eerst een aantal belangrijke technische uitdagingen zijn overwonnen. Door de lening aan de bouw van de fabriek te koppelen en het behalen van die technische mijlpalen ontstaat er volgens de beoordelingscommissie ook tijd om gedegen due diligence uit te laten voeren door Invest-NL.
HyET Solar
De tweede programmalijn draait om het bedrijf HyET Solar. Het bedrijf produceert in zijn Arnhemse fabriek flexibele zonne-energiemodules op basis van silicium middels een roll-to-rollproductieproces; de pv-modules zijn 1,3 meter breed en tot 30 meter lang. De programmalijn in het SolarNL-voorstel draait om het mogelijk maken van een add-on van de fabriek om de folies te kunnen combineren met perovskiet.
HyET Solar werkt nu al samen met TU Eindhoven aan de ontwikkeling op kleine schaal van tandemzonnecellen en triplejunctiezonnecellen, en met TNO Solliance in Eindhoven om processen te vertalen naar grootschalige roll-to-rollproductie. Daarbij haalt het bedrijf rendementen van meer dan 25 procent. Met behulp van funding uit het Groeifonds moet deze technologie vervolmaakt worden en in 2 tot 3 jaar naar massaproductie gebracht.
Solarge
Bij de derde en laatste programmalijn is onder meer de nieuwe Nederlandse zonnepaneelfabrikant Solarge betrokken. In zijn lichtgewicht zonnepanelen past het bedrijf de bestpresterende perc-monokristallijn siliciumzonnecellen toe. De CO2-impact van de productie is laag. De zonnepanelen zijn volledig circulair recyclebaar en kunnen van hergebruikt materiaal worden gemaakt. Met behulp van het Groeifondsvoorstel wil Solarge zijn machinepark innoveren en het geschikt maken voor de fabricage van circulaire zon-pv-geïntegreerde bouwelementen, bijvoorbeeld voor daken van agrarische gebouwen of gevels van gebouwen. Een tweede doel is het verder verhogen van het rendement van de zonnepanelen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de heterojunctietechnologie van MCPV of die combineren met perovskiet in tandemzonnecellen.
Ook subsidie voor batterijen en energy hubsNiet alleen voor SolarNL trekt het kabinet via het Nationaal Groeifonds geld uit, maar ook de voorstellen voor energy hubs en batterijen zijn gehonoreerd. Het batterijenproject Material Independence & Circular Batteries richt zich op het realiseren van een sterke positie voor de Nederlandse maakindustrie in de mondiale batterijketen, waarbij duurzaamheid en circulariteit centraal staan. Het programma ontwikkelt binnen 3 programmalijnen een goed georganiseerde en geïntegreerde keten die applicatiegericht batterijtechnologie ontwikkelt door de applicatiemarkten te verbinden met technologie ontwikkelende partijen. Het consortium bestaat uit in totaal 65 partijen. Gedurende het programma kunnen nieuwe partners zich bij het consortium aansluiten, nationaal en internationaal. Battery Competence Cluster – NL (BCC-NL) is de penvoerder en coördineert de uitvoer van het programma. Het Nationaal Groeifonds investeert maximaal 296 miljoen euro in het project. Van dit bedrag is 118 miljoen euro voorwaardelijk toegekend en 178 miljoen euro als een reservering. Tot slot heeft het subsidievoorstel Charging Energy Hubs definitief 44 miljoen euro definitief toegekend. Het heeft tot doel de elektrificatie van de logistieke sector te versnellen door netcongestie tegen te gaan. Het voorstel stelt dat louter investeren in fysieke netinfrastructuur te kostbaar is, te lang duurt en daarom geen haalbare oplossing biedt. Daarom richt dit voorstel zich op het ontwikkelen van technologische innovaties die de integratie van laadinfrastructuur, batterijopslag en hernieuwbare-energiebronnen binnen het bestaande elektriciteitsnet mogelijk maken. Door bestaande financiële, juridische en organisatorische drempels weg te nemen, kan de elektrificatie van de logistieke sector versneld worden. Dit wordt gerealiseerd door middel van een nauwe samenwerking binnen een multidisciplinair consortium. |