Salderingsregeling | ChristenUnie en D66 willen hoogte teruglevergoeding in wet vastleggen

Tijdens een technische briefing wees toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) er eerder deze week op dat het voor de Tweede Kamer mogelijk verstandig is om de minimale hoogte van de terugleververgoeding – ook wel redelijke vergoeding genoemd – wettelijk te borgen.

Niet minder dan 50 procent
Zodra de salderingsregeling per 1 januari 2027 stopgezet wordt, ontvangen zonnepaneelbezitters voor alle stroom die ze terugleveren aan hun energieleverancier – en dus niet direct zelf gebruiken – een redelijke vergoeding.

Pieter Grinwis (ChristenUnie) en Ilana Rooderkerk (D66) stellen nu voor om in het wetsvoorstel van minister Hermans vast te leggen dat de redelijke vergoeding niet minder dan 50 procent ‘van de voor de levering overeengekomen prijs’ mag zijn. Na het kalenderjaar 2030 zou de ACM jaarlijks de berekeningswijze van de redelijke vergoeding en daarmee het percentage moeten vaststellen.

Terugverdientijd
Grinwis en Rooderkerk stellen het van belang te vinden dat consumenten stevigere bescherming verdienen dan tot dusverre in het wetsvoorstel staat. ‘Stevige bescherming is van belang aangezien consumenten weinig onderhandelingsmacht hebben ten opzichte van energieleveranciers’, aldus de 2 Kamerleden. ‘We willen daarom dat er per wet wordt vastgelegd dat vanaf inwerkingtreding van de wet tot 1 januari 2030 de redelijke vergoeding wordt vastgesteld op niet minder dan 50 procent van voor de levering overeengekomen prijs. Met het in de wet vastleggen van de hoogte van dit minimumtarief van de redelijke vergoeding tot 1 januari 2030 wordt er zekerheid gecreëerd voor consumenten en bedrijven over de vergoeding voor elektriciteit die niet gesaldeerd kan worden. Dit voorstel leidt er mede toe dat de terugverdientijd van zonnepanelen na afschaffing van de salderingsregeling minder hard oploopt dan zonder deze bescherming het geval is.’

Een redelijke vergoeding van minimaal 50 procent van de voor de levering overeengekomen prijs zorgt bovendien volgens Grinwis en Rooderkerk nog steeds voor een prikkel om zelf opgewekte energie alsnog te verbruiken op het moment dat deze wordt opgewekt. ‘Bovendien biedt dit energieleveranciers ook de mogelijkheid om een markt te creëren voor flexibiliteit, wat bijdraagt aan het ontlasten van het elektriciteitsnet.’