Dat concludeert het Chinese marktonderzoeksbureau InfoLink op basis van een grondige marktanalyse. Omdat Amerika na Chinese zonnepanelen ook zonnepanelen uit Zuidoost-Azië – en meer specifiek Vietnam, Thailand, Maleisië en Cambodja – gaat belasten met importheffingen, heeft marktonderzoeksbureau InfoLink de gevolgen in kaart gebracht. Daarbij is gekeken naar de productiecapaciteit in Zuidoost-Azië en de mogelijkheid om pv-modules uit de regio naar Europa te exporteren en de invloed daarvan op de Europese zonnepaneelprijzen.
5 procent wereldtotaal
De 4 landen zijn na China de grootste hub voor de productie van zonnepanelen. Volgens de statistieken van InfoLink zal de productiecapaciteit voor zonnepanelen in de 4 landen tegen het einde van dit jaar minstens 73 à 74 gigawattpiek bedragen – maar mogelijk zelfs 80 gigawattpiek – goed voor 5 procent van het wereldwijde totaal en meer dan in India of de Verenigde Staten (VS).
Door de keuze van president Donald Trump om in 2018 importheffingen in te voeren voor zonnecellen en zonnepanelen uit China, besloten Chinese fabrikanten hun productie in de 4 Zuidoost-Aziatische landen geleidelijk uit te breiden. Ook brachten ze een deel van hun zonnecel- en zonnepaneelproductiecapaciteit naar de regio over, in de hoop vanuit een derde land naar Amerika te kunnen exporteren om de importkosten te verlagen. Afgelopen zomer liep de vrijstelling voor importheffingen van de 4 landen echter af, waardoor zonnecellen en zonnepanelen die vanuit deze landen naar Amerika worden geëxporteerd en die niet aan de vrijstellingsvoorwaarden voldoen, worden onderworpen aan voorlopige anti-ontwijkingstarieven die kunnen oplopen tot 254,19 procent.
Bezettingsgraad
De analisten van InfoLink verwachten dat fabrikanten hun capaciteitsplannen voor volgend jaar pas afronden als Amerika een definitief besluit heeft genomen. De huidige uitbreidingsplannen zijn namelijk stilletjes verschoven, waarbij fabrikanten zich nu richten op het bouwen van faciliteiten in de Verenigde Staten en het Midden-Oosten, of overwegen om hun productie te verplaatsen naar Indonesië of andere landen. ‘Kleine en middelgrote fabrikanten hebben sneller gereageerd en sommige zijn van plan om hun capaciteit naar derde landen te verplaatsen’, aldus de InfoLink-onderzoekers. ‘De bezettingsgraad van zonnepaneelfabrieken in de 4 Aziastische landen lieten van juni tot augustus verschillende dalingen zien als gevolg van beleidsinvloeden. Tegelijkertijd pasten fabrikanten hun verzendingsdoelen en -strategieën aan.’
De bezettingsgraad in de zonnecelfabrieken in de 4 landen was in het eerste kwartaal 65 procent en die steeg fors in aanloop naar het Amerikaanse besluit over de importheffingen. Toen de vrijstelling echter afliep, daalde de bezettingsgraad snel.
1.170 gigawattpiek
De productiecapaciteit in China voor zonnepanelen bedraagt dit jaar ongeveer 1.170 gigawattpiek. 'Gezien de zwakke marktomstandigheden zijn toekomstige investeringen teruggeschroefd en zijn sommige fabrikanten zelfs failliet gegaan of gefuseerd’, aldus InfoLink. ‘In september waren de plannen voor 2025 nog niet klaar. Chinese zonnepaneelproducenten verlaagden hun bezettingsgraad afgelopen februari naar 35 tot 40 procent vanwege Chinees Nieuwjaar en hielden deze in de daaropvolgende maanden op 50 tot 60 procent om aan de binnenlandse vraag naar zonnepanelen te voldoen en te kunnen exporteren.’
Het grootste deel van de export, te weten 40 procent, gaat naar Europa. Azië-Pacific (red. zonder China), Noord- en Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en Afrika volgen daarna pas.
Omdat de Europese zonnepaneelproductiecapaciteit in Europa traag groeit – en nog steeds minder dan 1 procent van de wereldwijde productiecapaciteit bedraagt – zal de import-exportrelatie tussen China en Europa op korte en middellange termijn volgens InfoLink niet ingrijpend veranderen.
Kleine basis
‘Op basis van de huidige productiecapaciteit, de bezettingsgraad in China en de Zuidoost-Aziatische landen en hun exportactiviteiten naar Europa’, vervolgen de analisten, ‘is de kans klein dat er in de toekomst een groot volume aan modules vanuit de 4 Zuidoost-Aziatische landen naar de Europese markt zal worden verscheept. Naar verwachting zal het slechts om een klein volume gaan.’
Waar China in de periode januari-juli 62,7 gigawattpiek zonnepanelen exporteerde naar Europa, exporteerden de 4 Aziatische landen slechts 37,6 megawattpiek. Het exportmarktaandeel is daarmee minder dan 0,1 procent.
Xinjiang
Vreemd is dat niet, zo merkt InfoLink op, want China’s productiecapaciteit en de daadwerkelijke productie kunnen volledig voldoen aan de Europese vraag naar zonnepanelen. ‘Aangezien de Chinese uitvoer van zonnepanelen naar Europa niet onderworpen is aan anti-ontwijkingsrechten of importrechten, kunnen ze bovendien naar de Europese markt verzonden blijven worden. Het enige punt van zorg is de naleving van de EU-verordening inzake het verbod op producten die met dwangarbeid zijn gemaakt.’
Daarbij merken de analisten op dat de meest zonnepanelen die geëxporteerd worden naar Europa polysilicium gebruiken dat niet uit Xinjiang afkomstig is. ‘Daarom wordt verwacht dat China zonder onderbreking pv-modules naar Europa zal verschepen. Tot slot is er een klein prijsverschil bestaan tussen de zonnepanelen uit de 4 Aziatische landen en China. Over het algemeen ligt de verkoopprijs van pv-modules die vanuit de 4 landen naar Europa worden geëxporteerd 1 à 2 Amerikaanse dollarcent hoger dan de pv-modules die rechtstreeks vanuit China worden geëxporteerd. Als we daar nog de verzendkosten bij optellen, heeft Zuidoost-Azië geen duidelijk prijsvoordeel, waardoor het moeilijk is om op prijs te concurreren op de Europese markt.’
Geen sterke voet
De analisten van InfoLink concluderen al met al dat Vietnam, Thailand, Maleisië en Cambodja geen sterke voet aan de grond hebben om de Europese markt te penetreren, hoewel ze op korte termijn alternatieve exportmarkten zoeken vanwege de impact van het Amerikaanse importbeleid. ‘Daarom blijven de lokale vraag en de leveringsvoorwaarden van de Chinese fabrikanten de belangrijkste factoren die de moduleprijzen op de Europese markt beïnvloeden’, besluiten ze.