Belastingdienst akkoord met einde salderingsregeling zonnepanelen, kritiek adviescollege

Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit naar de Tweede Kamer gestuurd. Voorafgaand heeft zij de Belastingdienst, het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) en de Raad van State om advies gevraagd.

Complexiteit verminderd
In zijn uitvoeringstoets van het wetsvoorstel stelt de Belastingdienst dat de afschaffing van de salderingsregeling voor zijn eigen organisatie de complexiteit voor de energiebelasting vermindert.

Verder zijn er volgens de Belastingdienst geen incidentele of structurele kosten gemoeid met het wetsvoorstel en zijn er ook geen personele gevolgen. Het wetsvoorstel is onder aan de streep volgens de Belastingdienst dan ook goed uitvoerbaar.

‘Snelheid voor zorgvuldigheid’
Toch klinkt er vanuit een ander overheidsorgaan kritiek. Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) – dat adviezen geeft aan de regering en het parlement voor vermindering van de regeldruk als gevolg van nieuwe wetgeving – laakt de handelswijze van het kabinet. ‘Voor dit wetsvoorstel wordt geen publieke internetconsultatie gehouden’, aldus het ATR. ‘Het onverwijld uitvoering geven aan de aangenomen motie Bontenbal om het wetsvoorstel op te nemen in het Belastingplan 2025, maakt dat er weinig tot geen tijd was voor een dergelijke consultatie’.

Dat minister Hermans stelt dat het wetsvoorstel weinig extra belasting van het ‘doenvermogen’ zal veroorzaken omdat het de beëindiging van een fiscale regeling betreft, benadrukt het college dat ieder wetsvoorstel onverwachte gevolgen kan hebben voor burgers en bedrijven. ‘Publieke consultatie is een goed moment om hier meer zicht op te krijgen. De internetconsultatie hoeft geen gevolgen te hebben voor het moment van afschaffen van de salderingsregeling. Dit moment valt immers op 1 januari 2027, zodat het opnemen van de maatregel ook mogelijk blijkt in het Belastingplan 2026. Het kabinet lijkt in dezen te hebben gekozen voor snelheid in plaats van zorgvuldigheid van het wetgevingsproces.’

Belang installatiebranche
Minister Hermans stelt op haar beurt dat het gegeven het korte tijdsbestek niet haalbaar was om een consultatie te realiseren. Wel is er gesproken met Energie-Nederland en Netbeheer Nederland over de technische haalbaarheid van het voorstel. Bovendien is er contact geweest met Techniek Nederland over de gevolgen van deze wijziging voor de markt en de installatiebranche.

Het is volgens Hermans echter in het belang van de installatiebranche en consumenten dat er snel duidelijkheid komt en het pas bij het Belastingplan 2026 behandelen van het wetsvoorstel zou voor een lange periode van onrust zorgen.

Het adviescollege is tot slot kritisch op het feit dat het wetsvoorstel onvoldoende duidelijk maakt hoe het beëindigen van de salderingsregeling bijdraagt aan het oplossen of verminderen van netcongestie. Ook heeft het ATR de regering geadviseerd om in de toelichting van het wetsvoorstel op te nemen wat de toename van de terugverdientijd betekent voor de bereidheid van huishoudens om te investeren in zonnepanelen en voor de doelstellingen van de energietransitie. Dat advies is door minister Hermans wel overgenomen.

Raad van State akkoord
Ook de Raad van State heeft zijn oordeel geveld over het wetsvoorstel van minister Hermans. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is een zogenaamd ‘conform advies’.

Dit betekent dat de onafhankelijk adviseur van de regering geen inhoudelijke opmerkingen heeft over het wetsvoorstel om het salderen te beëindigen.