logo
wvhj2023
© Sean Pavone | Dreamstime.com
© Sean Pavone | Dreamstime.com
13 juni 2024

PBL waarschuwt kabinet: alternatief beleid nodig om klimaatdoelen te halen

In een analyse van het hoofdlijnenakkoord waarschuwt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het nieuwe kabinet dat er alternatief beleid nodig is om de klimaat- en energiedoelen voor 2030 te halen.

De onderzoekers van het PBL constateren in hun analyse dat de bestaande afspraken en klimaat- en energiedoelen voor 2030 en 2050 weliswaar niet ter discussie staan, maar een aantal specifieke maatregelen wel een directe negatieve dan wel positieve impact hebben op het behalen van de 2030-doelen.

Warmtepompen
Een positief impact mag volgens het planbureau verwacht worden van de mogelijke uitbreiding van de maatwerkaanpak voor de industrie en de beoogde steun voor burgers en kleine ondernemers bij verduurzaming van woningen en bedrijfspanden. Andere – vaak concretere – voornemens uit het hoofdlijnenakkoord, zoals het terugdraaien van de verplichting voor – hybride – warmtepompen, brengt de doelen eerder verder weg dan dichterbij.

Dat is volgens het PBL deels ook te wijten aan de val van het kabinet Rutte IV, omdat daardoor diverse maatregelen controversieel verklaard of teruggedraaid zijn en vertraging is ontstaan in de uitwerking van beleid. ‘Dit heeft de opgave voor het nieuwe kabinet om de doelen te halen groter gemaakt.’

Waarschijnlijk onvoldoende
Gegeven de startpositie van het nieuwe kabinet zijn voorgenomen maatregelen in het hoofdlijnenakkoord volgens de onderzoekers per saldo waarschijnlijk onvoldoende om de in de Klimaatwet vastgelegde doelstelling van 55 procent reductie in 2030 te halen.

‘Dit geldt ook voor de Europese doelen voor energiebesparing en hernieuwbare energie en het doel om de methaanemissies in 2030 met 30 procent te reduceren ten opzichte van 2020. Het is verstandig om nu reeds alternatief beleid voor te bereiden waarmee de doelen binnen bereik kunnen komen. De tijd tot 2030 is namelijk zo kort dat uitstel een groot risico met zich meebrengt dat de doelen niet worden gehaald.’

Klimaat- en Energieverkenning 2024
Het PBL zal komend najaar – bij de publicatie van de Klimaat- en Energieverkenning 2024 – alle maatregelen van het nieuwe kabinet in detail doorrekenen. Het planbureau stelt in ieder geval nu al vast dat voor een klimaatneutraal Nederland in 2050 bij een gematigde economische ontwikkeling de hoeveelheid CO2-vrije elektriciteit dient te groeien met een factor 6 tot 8 ten opzichte van het kalenderjaar 2022.

‘De elektriciteit kan in Nederland geproduceerd worden en draagt daarmee significant bij aan de door partijen beoogde vermindering van de energieafhankelijkheid. Het realiseren van deze hoeveelheden CO2-vrije elektriciteitsproductie, in combinatie met het oplossen van netcongestie en het zorgen voor voldoende flexibiliteit in het systeem, is een enorme (uitvoerings)opgave met grote ruimtelijke gevolgen op land en op de Noordzee. Daarbij is het niet verstandig om op voorhand opties uit te sluiten of te beperken.’

Betaalbaarheid
Het PBL waarschuwt dat bij achterblijvende investeringen het risico groot is dat de beoogde energieonafhankelijkheid onvoldoende wordt gerealiseerd en de betaalbaarheid van de energievoorziening op termijn onder druk komt te staan.

De aanpassingen in brandstofaccijnzen en de energiebelasting, het terugdraaien van de warmtepompverplichting en het uitstellen van zero-emissiezones geven weliswaar op korte termijn financieel lucht bij burgers en kleine bedrijven, maar kunnen later tot problemen leiden. ‘Het brengt het risico met zich mee dat er minder sterk wordt ingezet op energiebesparing, met mogelijk een hoger energiegebruik in de toekomst tot gevolg’, waarschuwt het PBL. ‘Op middellange termijn maakt het deze groepen daarmee extra kwetsbaar voor prijsstijgingen van energie.’

Strijd om ruimte
Een van de andere grote uitdagingen voor het nieuwe kabinet wordt volgens het PBL het beslechten van de strijd om de ruimte: ‘Vanwege het woningtekort is er veel aandacht voor waar er hoeveel woningen gebouwd kunnen worden. Via de in het hoofdlijnenakkoord gekozen prioriteit van woningbouw boven windmolens raken de keuzes op het gebied van ruimtelijke ordening ook de energietransitie. Deze prioritering schept weliswaar duidelijkheid in het bepalen van nieuwe woningbouwlocaties, maar het opnieuw ter discussie stellen van de Regionale Energiestrategieën (RES’en) kan verhoudingen binnen de overheid verstoren en vertraging opleveren van de energietransitie en van ruimtelijke processen.’

Het blijft volgens de onderzoekers niet bij de keuze tussen woningbouw en windmolens. In de regio’s komen alle claims op de ruimte bij elkaar: woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie – zoals bescherming tegen wateroverlast – mobiliteit, natuur, het verduurzamen van de landbouw, recreatie en economische ontwikkeling. ‘Ze vragen elk om extra ruimte op het beperkte oppervlak van Nederland. Deze enorme ruimtelijke puzzel maakt een integrale afweging noodzakelijk. Het hoofdlijnenakkoord geeft aan dat er een coördinerende minister komt die regie voert op de ruimtelijke ordening. Dat is een belangrijke voorwaarde om te komen tot een integraal afwegingskader, gezien de cruciale strategische ruimtelijke keuzes die het nieuwe kabinet zal moeten maken.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten