ISSO presenteert nieuwe versie van Kleintje Elektrische Laadinfrastructuur

Het opladen van elektrische auto’s neemt een enorme vlucht en dat vereist volgens ISSO de juiste kennis bij installateurs. De kennis in het ISSO-kleintje is relevant voor opdrachtgevers, installateurs en installatieadviseurs.

Veel praktischer
Steeds meer installateurs krijgen de vraag of ze een laadpaal kunnen installeren. Naast het puur plaatsen of ophangen van zo’n laadpunt, brengt dit vaak ook aanpalende werkzaamheden met zich mee, zoals het verzwaren of geschikt maken van de verdeelinstallatie in de woning of het gebouw. Om installateurs daarbij de juiste kennis te geven, heeft ISSO kennis voor het Kleintje Laadinfrastructuur ontwikkeld.

‘We hadden al het Kleintje Elektrische Laadinfrastructuur, maar dat moet je echt als een voorloper zien van het huidige Kleintje Laadinfrastructuur dat nu verschijnt’, aldus kennisontwikkelaar Henry Lootens. ‘Waar het oude Kleintje vooral als introductie op deze techniek gold, is de nieuwe uitgave veel praktischer. Zo behandelen we daarin de ontwikkelingen en veranderingen in zowel techniek als wet- en regelgeving. Deze gaan de laatste jaren zo snel, waardoor het nodig was om de opzet en inhoud van de oude publicatie volledig te herzien. Feitelijk is het bijna een volledig nieuwe publicatie waarmee we veel beter aansluiten bij de wensen in de markt.’

Wet- en regelgeving
Volgens Lootens sluit de kennis bijvoorbeeld aan op richtlijnen en regels in het nieuwe Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). ‘De Bbl is weer een uitvloeisel van de Europese regels in de Europese richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD), waarin bijvoorbeeld de eis is opgenomen dat men bij nieuwbouw van bedrijfspanden ook voorzieningen moet treffen voor het laden van elektrische auto’s. Ook zijn de technische regels rondom de installatie van laadinfrastructuur de afgelopen jaren steeds duidelijker. Iedereen weet inmiddels dat netcongestie in bijna het hele land een probleem vormt. Dat maakt het nog belangrijker dat installateurs goed weten hoe zij een laadpaal, en zeker een heel laadplein, integreren in de totale installatie van een woning of gebouw. Waar moet je dan op letten? Welke aanpassingen moet je doen? Hoe kun je voorrang geven aan noodzakelijke installaties en zo laadpalen tijdelijk uitschakelen? Dat komt allemaal aan bod.’

Harmonisatie
Inmiddels is er ook een harmonisatie aan de gang op het gebied van laadprotocollen, kabels, stekkers, enzovoorts. Ook de communicatie met netwerkbedrijven is geharmoniseerd via de aansluitspecificaties van ElaadNL.

Lootens: ‘Met dit ISSO-kleintje bieden we praktische kennis over de installatietechnische aspecten van de laadinfrastructuur in elke fase van de realisatie. Dit begint al bij de programmafase, vervolgens is er info voor het ontwerp en de uitwerking, en daarna volgt de benodigde kennis voor het installeren zelf.’ Volgens Lootens focust het Kleintje Laadinfrastructuur zich op laadpalen en laadpleinen bij woningen en gebouwen. Het installeren van grote snelladers valt buiten de scope, maar de publicatie besteedt er wel wat aandacht aan.

Praktijkrichtlijnen
‘Naast de echte praktijkrichtlijnen voor ontwerp en installatie bevat dit Kleintje ook achtergrondinformatie en kengetallen’, besluit Lootens. ‘Hoe kun je bijvoorbeeld van kilowattuur naar kilometers omrekenen en andersom. Het zijn voor veel installateurs toch nieuwe producten en systemen, dus het is ook belangrijk dat ze meer weten van de hele markt, naast de technische ins en outs van de producten die zij zelf installeren. Daarom komen ook toekomstige ontwikkelingen aan bod, zoals DC-to-DC-laden, smart charging, veiligheid en mobiliteitshubs.’