Netbeheerders waarschuwen voor extra congestie door energiedelen

Tegelijkertijd benadrukken de netbeheerders dat de wet snel behandeld moet worden, omdat deze de energietransitie kan versnellen. ‘De Energiewet biedt een robuust fundament voor het vervolg van de energietransitie en kan daarom geen vertraging gebruiken’, aldus de netbeheerders die in een position paper het parlement oproepen om de wet voortvarend te behandelen. ‘De nieuwe Energiewet is cruciaal voor het energiesysteem en vormt de kapstok waar een groot deel van de oplossingen voor de uitdagingen van vandaag en morgen aan opgehangen worden.’

Rondetafelgesprek
Voorafgaand aan het debat over de Energiewet dat half april plaatsvindt, vindt deze week in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats over de nieuwe wet die de huidige Elektriciteits- en Gaswet samenvoegt. Diverse belangenorganisaties hebben daarbij een position paper ingediend.

De netbeheerders vragen in hun position paper aandacht voor 4 onderwerpen: juridische verankering van de relatie tussen netbeheerder en aangeslotene zodat die effectief aan de slag kunnen in de wijken en energiediefstal voorkomen, het regelen van de kostenvergoeding voor het verwijderen van de gasaansluiting, de zorgvuldige uitwerking van energiedelen om netcongestie niet te verergeren en tot slot verbreding van de activiteiten rond waterstofimport.

Energieplanologie
De netbeheerders waarschuwen het parlement dat de Energiewet niet zaligmakend is. ‘De Energiewet is een deel van de benodigde vernieuwing van het wetgevend kader, maar er is meer nodig. Zo heeft de Kamer de komende periode een belangrijke rol bij het versnellen van de benodigde wetgeving – denk aan de Wet collectieve warmte en de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. De doelen zijn bekend, en het is nu tijd om zoveel mogelijk snelheid in de uitvoering te realiseren. Dit kunnen we samen doen door prioriteit te geven aan sturende energieplanologie, aan de stimulering van slimmer gebruik van de beschikbare energie-infrastructuur, en door de juiste randvoorwaarden te scheppen: snelle vergunningverlening, voldoende vakmensen en stikstofruimte.’

Beperkingen
De netbeheerders stellen te constateren dat de elektriciteitsnetten vollopen en innovatieve producten en diensten in de huidige wet- en regelgeving tegen beperkingen aanlopen. ‘De regelgeving loopt niet in de pas met de snelheid van de energietransitie en Europese regels’, aldus Netbeheer Nederland. ‘Modernisering van de wetgeving zorgt ervoor dat aanpassingen sneller doorgevoerd kunnen worden. In dat licht roepen wij op om periodiek ruimte te maken voor een adaptief pakket aan wijzigingen in de wet- en regelgeving. De Energiewet is een kaderwet en veel onderwerpen zijn daardoor voor uitwerking gedelegeerd naar de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) en het Afsprakenstelsel voor de uitwisseling van energiedata. De details zitten in de lagere regelgeving. Het is cruciaal dat de wet voortvarend wordt behandeld zonder dat er nieuwe complexiteit aan de wet wordt toegevoegd.’

Energiedelen
De netbeheerders constateren in hun position paper dat in de Energiewet het onderwerp energiedelen vooralsnog ontbreekt, maar in de toekomstige aanpassing van de wet – onder druk van het Europese Electricity Market Design-pakket – wel nader zal worden uitgewerkt en gedefinieerd.

De netbeheerders nemen hier nu al een voorschot op: ‘Om energiedelen goed te laten werken, is het van belang dat dit lokaal afgebakend wordt, burgers en bedrijven er eenvoudig gebruik van kunnen maken, dat extra kosten die worden gemaakt op een rechtvaardige manier worden verdeeld en dat de nieuwe data-activiteiten die nodig zijn om energiedelen mogelijk te maken als nieuwe rol scherp worden beschreven.’

Klein beginnen
De netbeheerders adviseren de overheid om klein te beginnen en energiedelen periodiek te evalueren zodat bepaald kan worden wat effectief is. ‘Het Europese concept energiedelen is geschreven binnen een context die verschilt van het Nederlandse energielandschap. Daarom is het van belang goed te kijken naar de manier waarop energiedelen in Nederland vormgegeven kan worden. Dit vraagt een zorgvuldige uitwerking tussen de sector, het ministerie en de maatschappij.’