logo
wvhj2023
© Vattenfall
© Vattenfall
14 maart 2024

Burgerparticipatie zonneparken: 50 procent lokaal eigendom wettelijk vastleggen?

Streven naar 50 procent lokaal eigendom van zonneparken. Die afspraak werd vastgelegd in het Klimaatakkoord. Met welk doel werd echter niet gespecificeerd en hierover zijn verschillende opvattingen ontstaan.

Holland Solar scherpte in dit kader onlangs de paragrafen over procesparticipatie en financiële participatie in de Gedragscode zon op land aan, mede op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Wat voegt dit toe en hoe gaat het momenteel eigenlijk met burgerparticipatie bij de ontwikkeling van zonneparken? De perspectieven lopen uiteen, blijkt uit een gesprek met Annemarie Schouten en Siward Zomer.

Gemeenschap
‘Ik ken geen ontwikkelaar van zonneparken meer die niet actief streeft naar lokale participatie in projecten.’ Dat zegt Schouten, voorzitter van de Commissie Zon op Land en Water bij branchevereniging Holland Solar en hoofd Solar Development bij Vattenfall. ‘De primaire reden ligt voor de hand: het is een middel om draagvlak te creëren en daarmee de slagingskans van ontwikkelingen te vergroten. Niet voor niets hebben steeds meer bedrijven teams die zich daar specifiek op richten. Dat geldt ook voor Vattenfall. We gaan zo vroeg mogelijk om tafel met omwonenden en andere stakeholders; praten onder andere over wat we kunnen gaan doen, hoe het eruit kan gaan zien, wat de wensen vanuit de gemeenschap zijn en wat betrokkenen voor zich zien als het gaat over financiële participatie. De zonneparken staan een lange tijd, en de omgeving goed betrekken is van cruciaal belang om draagvlak te creëren en te behouden.’

Participatiewaaier
In het Nederlandse Klimaatakkoord zijn afspraken over burgerparticipatie bij de ontwikkeling van zonneparken gemaakt. Het zegt hierover: ‘De initiatiefnemer doorloopt een proces om te komen tot een wenselijke en haalbare vormgeving van participatie.’ In samenwerking met de omgeving kunnen maatwerkafspraken worden gemaakt, maar het uitgangspunt wordt gevormd door 4 basisvormen van financiële participatie die worden genoemd in de participatiewaaier. Dat zijn: mede-eigenaarschap (lokaal eigendom), financiële deelneming (obligaties), omgevingsfondsen en de omwonendenregeling. Hoe werkt dat in de huidige praktijk, is 50 procent lokaal eigendom inmiddels de standaard?

Zeer lastig
Siward Zomer, voorzitter van de belangenorganisatie van de Nederlandse energiecoöperaties Energie Samen, heeft daar zo zijn eigen kijk op. ‘Vele energiecoöperaties worstelen met financiële deelname aan zonneparken’, aldus Zomer. ‘Dat ligt met name aan het feit dat ze niet zelden laat bij projecten worden betrokken, wanneer het ontwikkelproces al voor een belangrijk deel is doorlopen. Zo trekken ontwikkelaars het leeuwendeel van de winst uit projecten voordat energiecoöperaties aan bod komen. De kosten die al zijn gemaakt, worden verdisconteerd in de prijs. Dat maakt op dat moment nog investeren in een zonnepark dan zeer lastig voor een energiecoöperatie. Op deze wijze komt lokaal eigendom niet voldoende van de grond. Dat signaal krijgen wij met regelmaat van onze achterban.’

Geworsteld
Schouten geeft aan dat de kritische houding van Zomer niet aan dovemansoren is gericht. Ze kan zich ook veel voorstellen bij de inhoud, maar plaatst tevens kanttekeningen. Na het tot stand komen van het Klimaatakkoord heeft de sector het streven naar 50 procent lokaal eigendom verankerd in de Gedragscode zon op land. De sector heeft vervolgens 1 of 2 jaren echt wel geworsteld met het thema participatie, accepteren dat het moet en uitvinden hoe dat geïmplementeerd kon worden. Gedurende die eerste jaren werden ook vele energiecoöperaties opgericht. Ook zij moesten lessen leren. Inmiddels heeft een aantal vaker met dat bijltje gehakt, dat komt ten goede aan de samenwerking. Bij andere projecten, en dat zijn er heel wat, ontbreekt er bij energiecoöperaties nog kennis van projectontwikkeling of financiële slagkracht. Het kan ook zo zijn dat er nog helemaal geen lokale energiecoöperatie is, of dat die wordt opgericht terwijl de ontwikkelaar al klaar is om van start te gaan. Financiële participatie en meer specifiek lokaal eigendom is in vele gevallen nog steeds een operationeel complex thema, zo constateert Schouten, maar ze geeft tevens aan dat de zaak wel aan het rollen is.

Lasten en risico’s
Schouten: ‘De kern van participatie is om zorgvuldig in gesprek te gaan met de omgeving, zorgen dat uiteindelijk het grootste deel blij is met de komst van een zonnepark of het accepteert, en dat de huishoudens er baat hebben.. Wat ik meekrijg vanuit mijn werk bij Holland Solar en Vattenfall is dat lokaal eigendom – samen ontwikkelen, bouwen en exploiteren, en een aandeel nemen tegen een marktconforme prijs – niet per se de eerste keuze is bij de omgeving. Daarbij moeten deelnemers immer de lasten en het risico van een project mede dragen. Ook dient de omgeving in de regel zelf te investeren, terwijl dat voor sommige omwonenden simpelweg niet mogelijk is. Obligaties met een vast rendement en vaste looptijd afnemen van de ontwikkelaar heeft niet zelden de voorkeur. En ook wordt door de ontwikkelaar gekozen voor het opzetten van een omgevingsfonds, dat omwonenden kunnen gebruiken om de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid te vergroten. Nog een optie is een omwonendenregeling waarbij de ontwikkelaar bijvoorbeeld bijdraagt aan de verduurzaming van gebouwen en huizen in de buurt.’

Lees het volledige artikel hieronder in de maart 2024-editie van Solar Magazine.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten