Installateur zonnepanelen valt door dak, rechtbank spreekt ‘werkgevers’ vrij

De installateur heeft in april 2023 zonnepanelen geïnstalleerd op het dak van een schuur van een melkveehouderij. Hij is tijdens de werkzaamheden door het dak naar beneden gevallen, is op een tractor terechtgekomen en daarbij gewond geraakt.

Hoofdopdrachtgever
De installateur probeerde in eerste instantie de in zijn ogen hoofdopdrachtgever – een zonne-energiebedrijf uit Elst – via een kort geding aansprakelijk te stellen. Hij eiste daarbij een schadevergoeding en 10.000 euro voorschot, omdat hij door het ongeluk thuiszit en geen inkomsten meer heeft.

In dit eerste kort geding – dat vorig jaar augustus plaatsvond – werd de vordering afgewezen. In een tweede kort geding heeft het slachtoffer nu geprobeerd de ‘inlenend werkgever’ aansprakelijk te stellen. Het slachtoffer stelt namelijk dat diegene als onderaannemer van het zonne-energiebedrijf verantwoordelijk is voor het arbeidsongeval.

Juridische verhouding
Waar alle partijen in het kort geding het over eens zijn, is dat het zonne-energiebedrijf gezorgd heeft voor de levering en de installatie, inclusief instructies daartoe, van de zonnepanelen. De rechtbank concludeert dat de juridische verhouding tussen de verschillende partijen voor de rest niet volledig duidelijk is.

Het slachtoffer stelt dat hij werknemer is van het zonne-energiebedrijf. Dit zou blijken uit het feit dat de derde betrokkene – de inlenende werkgever – hem al 2 keer een betaling zou hebben gedaan en nog zou regelen dat hij in dienst zou treden bij het zonne-energiebedrijf.

Werkkleding
Op de dag van het ongeluk is het slachtoffer met 2 andere zonnepaneelmonteurs in een werkbusje van het zonne-energiebedrijf uit Elst naar de melkveehouderij gegaan. Daarbij droeg hij ook werkkleding van het zonne-energiebedrijf.

Tijdens het werk op het dak kreeg het slachtoffer ook instructies van de derde betrokkene. In de middag is het slachtoffer vervolgens door het dak gevallen.

Meerdere scenario’s
De rechter stelt dat er meerdere scenario’s zijn voor de rechtsverhouding tussen het slachtoffer, de derde betrokkene en het zonne-energiebedrijf.

In het eerste scenario is de derde betrokkene de inlenende ‘werkgever’ en is het zonne-energiebedrijf de formele werkgever van het slachtoffer. In het tweede scenario is de derde betrokkene met zijn eigen bedrijf de hoofdaannemer en – mede – verantwoordelijk voor de veiligheid van de werkplaats. Daarbij heeft het bedrijf van de derde betrokkene het zonne-energiebedrijf als onderaannemer ingeschakeld en heeft het zonne-energiebedrijf het slachtoffer als zzp’er ingeschakeld. In het laatste scenario is de derde betrokkene met zijn bedrijf ook de hoofdaannemer en is het slachtoffer geen zzp’er maar werknemer van het zonne-energiebedrijf.

Te veel onzekerheid
Bij de eerste 2 scenario’s kan de derde betrokkene volgens de rechter aansprakelijk gesteld worden, maar in het laatste scenario niet. Welk scenario ook de waarheid is, de rechter is van mening dat er te veel onzekerheid is over de rechtsverhouding.

Het slachtoffer heeft namelijk onvoldoende argumenten aangevoerd om te concluderen dat de derde betrokkene met zijn bedrijf de inlenend werkgever is. De rechtbank heeft al met al besloten om ook in het tweede kort geding de vordering niet toe te wijzen. De verschillende partijen moeten bovendien zelf de proceskosten betalen.