Nederland produceerde in januari 9 procent meer hernieuwbare energie

De groeiende productie met warmtepompen komt door de forse groei van het aantal geïnstalleerde warmtepompen. De warmtepompen leverden afgelopen maand circa 3 petajoule hernieuwbare warmte op, wat overeenkomt met bijna 100 miljoen kubieke meter aardgas.

Zonne-energie valt op
Windmolens op zee en land produceerden de afgelopen maand de meeste hernieuwbare energie. Biomassa volgde op de voet. De bijdrage van zonne-energie was beperkt.

Ondanks de winterse dagen wist de zonne-energie toch op te vallen. Op 27 januari leverden zonnepanelen volgens Energieopwek.nl op enig moment namelijk 60 procent van alle gebruikte stroom in Nederland. Over de wintermaand januari totaal produceerden zonnepanelen evenveel stroom als in de zomermaand juli 2019. Dat is te danken aan de enorme groei van het in Nederland opgestelde vermogen aan zonnepanelen.

Het aandeel groene stroom groeide ook in januari verder. Het kwam uit op ruim 45 procent. Dezelfde maand vorig jaar was dat 41 procent.

Elektrificatie
Het finale energiegebruik in Nederland bestaat uit 3 onderdelen; voor 55 procent uit warmte voor gebouwen en industrie, voor 25 procent uit transport in de vorm van weg- en vliegverkeer en tot slot voor 20 procent uit het stroomverbruik. Door elektrificatie van de industrie, vervoer, koken en verwarmen zal het aandeel elektriciteit groeien.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent dat dit in 2030 ongeveer uitkomt op 24 procent van het finale gebruik. Daarvan is dan 75 procent hernieuwbaar. In die berekening zit nog niet de aangekondigde extra 10 gigawatt aan windmolens op zee.