Verordening om met dwangarbeid gemaakte producten te verbieden stap dichterbij

Het onderhandelingsmandaat van de Raad van de Europese Unie – waarin ministers van de verschillende EU-lidstaten zitting hebben – steunt de algemene doelstelling van de in september 2022 gepresenteerde verordening om dwangarbeid te bestrijden. Bovendien stelt de Raad diverse verbeteringen aangebracht te hebben aan de voorgestelde tekst van de verordening.

Onderzoeken en bewijzen
Het mandaat van de Raad verduidelijkt het toepassingsgebied van de verordening door er ook producten voor verkoop op afstand in op te nemen, voorziet in de oprichting van een website over dwangarbeid en versterkt de rol van de Europese Commissie bij het onderzoeken en bewijzen van het gebruik van dwangarbeid.

Pierre-Yves Dermagne, Belgisch vicepremier en minister van Economie en Werkgelegenheid, over het onderhandelingsmandaat: ‘Het is ontstellend dat in de 21e eeuw slavernij en dwangarbeid nog steeds bestaan in de wereld. De Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) schat dat 27,6 miljoen mensen dwangarbeid verrichten. Deze afschuwelijke misdaad moet worden uitgeroeid en de eerste stap om dit te bereiken, bestaat uit het doorbreken van het bedrijfsmodel van bedrijven die werknemers uitbuiten. Met deze verordening willen we ervoor zorgen dat er geen plaats is voor hun producten op onze interne markt, of ze nu in Europa of in het buitenland worden gemaakt.’

Onderzoeken
De wet maakt het straks mogelijk om het gebruik van dwangarbeid in toeleveringsketens van bedrijven te onderzoeken en daarnaast alle producten die zijn gemaakt met dwangarbeid aan de EU-grenzen tegen te houden en uit de handel te nemen. Deze zouden dan worden gedoneerd, gerecycled of vernietigd.

Volgens het standpunt van de Raad van de Europese Unie moet de Europese Commissie wanneer het nodig is inspecties buiten de EU uitvoeren, contact leggen met derde landen en de regeringen van die landen vragen inspecties uit te voeren naar de vermoede gevallen van dwangarbeid.

Vervolg
Met het mandaat van de Raad van de Europese Unie krijgt voorzitter België de mogelijkheid om met het Europees Parlement te onderhandelen, dat zijn standpunt afgelopen najaar vaststelde. De interinstitutionele onderhandelingen zullen zo snel mogelijk van start gaan.

Dermagne hierover: ‘Het voorzitterschap (red. België zit de EU tot eind juni voor) streeft ernaar de interinstitutionele onderhandelingen voor het einde van deze zittingsperiode af te ronden.’