logo
wvhj2023
© Jarretera | Dreamstime.com
© Jarretera | Dreamstime.com
22 november 2023

Utrecht sluit zonneparken op landbouwgrond niet uit: ‘RES-afspraken nakomen’

De provincie Utrecht sluit de realisatie van zonneparken op landbouwgrond niet bij voorbaat uit. Gedeputeerde Van Essen (GroenLinks) meldt dat Utrecht de afspraken uit de Regionale Energiestrategieën wil nakomen.

Minister De Jonge meldde eind oktober met Nederlandse provincies overeengekomen te zijn dat zij de aangescherpte voorkeursvolgorde zon per 1 januari 2024 juridisch gaan verankeren in provinciale verordeningen. Daarmee moeten zonneparken op landbouwgrond verder beperkt worden.

Berichtgeving media
‘Met deze bestuurlijke afspraken is een rijksinstructieregel voorkomen en is het aan provincies en gemeenten om hier invulling aan te geven, rekening houdend met de lokale situatie’, schrijft gedeputeerde Van Essen in een toelichtende brief aan Provinciale Staten. ‘In de berichtgeving in de media is hier en daar het beeld ontstaan dat deze bestuurlijke afspraken direct de mogelijkheden voor zon op land zouden beperken. Dat is niet het geval. Alle plannen voor zon op land worden getoetst aan het vigerende provinciale beleid zoals vastgelegd in onze (Interim) Omgevingsverordening.’

Het halen van de biedingen uit de RES’en en de afspraken daarover in het Utrechtse coalitieakkoord zijn en blijven volgens Van Essen het uitgangspunt. ‘Voor onze provincie en ook de meeste andere provincies geldt het uitgangspunt dat de RES-afspraken worden nagekomen. In de 3 Utrechtse RES'en wordt maximaal ingezet op het benutten van alle vormen van zon op dak en restgronden. Wind en zon op land zijn beide nodig om de RES-boden te halen en te komen tot de provinciale ambitie van 55 procent hernieuwbare elektriciteit in de provincie Utrecht in 2030 zoals vastgelegd in onze Omgevingsvisie.’

19 procent
Uit de voortgangsrapportages van de RES’en blijkt volgens Van Essen dat momenteel slechts zo’n 19 procent van de plannen uit de RES-biedingen voor zon op dak, zon op land en wind is gerealiseerd. ‘Anders dan in veel andere regio’s zijn de plannen en ambities voor de invulling van de RES-boden voor een relatief groot deel nog niet of onvoldoende geconcretiseerd. Met het oog op de tijdige realisatie en aansluitbaarheid is het van belang hier als RES-partners gezamenlijk snel een been op bij te trekken.’

Overeenkomstig het coalitieakkoord stelt Van Essen gemeenten de ruimte te willen geven om hun aandeel in de RES-biedingen ook – deels – in te vullen met zon op land, zolang de kaders van de Omgevingsverordening en de RES-afspraken worden nagekomen. ‘De plannen hiervoor moeten medio 2024 concreet zijn en haalbaar en aansluitbaar – onderbouwd met raadsbesluit’, aldus de gedeputeerde. ‘In lijn met onze Omgevingsvisie en verordening en de afspraken in de RES’en 1.0 heeft zonne-energieopwek via zon op dak en op restgronden de voorkeur, maar is zon op landbouwgrond niet uitgesloten, mits goed gemotiveerd en ingepast.’

Utrechts Programma Landelijk Gebied
Voor nieuwe zonnevelden zet de provincie in het Utrechts Programma Landelijk Gebied (UPLG) overigens in op meervoudig ruimtegebruik, waarbij een combinatie met de opgaven van het UPLG gelegd wordt. ‘Functiecombinaties tussen de opgaven van het UPLG en de realisatie van duurzame-energiebronnen worden onder meer gezien in de veenweiden’, schrijft Van Essen. ‘(Transparante) Zonnevelden zijn te combineren met fruitteelt en andere landbouwgewassen, en het houden van schapen en kippen. Deze en de andere in het UPLG genoemde koppelkansen met energietransitie passen in de bestuurlijke afspraken voorkeursvolgorde zon.’

Herziening Omgevingsverordening
Tot slot meldt Van Essen dat Gedeputeerde Staten in de komende periode gaan bezien in hoeverre en op welke wijze de bestuurlijke afspraken met het Rijk vragen om een wijziging van de Omgevingsverordening: ‘Rekening houdend met de voortgang in de RES’en, onze aanpak via het Utrechts Programma Landelijk Gebied 1.0 (UPLG) en de afspraken in het coalitieakkoord.’

Eventuele aanpassingen van de Omgevingsverordening zouden dan worden opgenomen in de eerstvolgende wijziging. ‘Dat is de 2e wijziging van de Omgevingsverordening die naar verwachting per 1 oktober 2025 in werking treedt’, duiden Gedeputeerde Staten. ‘In de loop van 2024 – bij de tussenbalans voor zon en wind over de door de Utrechtse gemeenten genomen raadsbesluiten over haalbare en aansluitbare wind- en zonlocaties – komt het college hiervoor met een analyse van deze bestuurlijke afspraken en met een voorstel over eventuele wijziging van de Omgevingsverordening hierover.’

Mogelijk haalt de provincie Utrecht zich hiermee de woede van minister De Jonge op de hals, want die gaat in januari 2024 bekijken of de provinciale verordeningen voldoen aan de gemaakte afspraken.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten