Het aantal aangedragen locaties was volgens de rijksoverheid ver boven verwachting. In de zomermaanden hebben het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Rijkswaterstaat, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, het Rijksvastgoedbedrijf, ProRail, Defensie en Staatsbosbeheer alle aanvragen bestudeerd en beoordeeld.

Rijkswaterstaat
Van de aangevraagde locaties kunnen volgend jaar namelijk in ieder geval 10 locaties op het areaal van Rijkswaterstaat in het programma worden opgenomen. Sommige locaties worden toegevoegd aan reeds bestaande projecten. Het gaat om de (snel)wegen A6, A8, A27, A28, A32, A31-N31, A28-A32, A16-N3 en A27-A29.

Verder zijn nog eens 22 locaties van Rijkswaterstaat in principe inhoudelijk positief beoordeeld, maar kunnen zij nu nog niet worden opgenomen in het programma omdat onder meer aanvullend budget van het ministerie nodig is. Bovendien kan Rijkswaterstaat aan maximaal 35 locaties tegelijk werken. Het moment waarop deze locaties aan het programma kunnen worden toegevoegd, ligt volgens de overheid daardoor verder in de toekomst. Naarmate dat moment nadert, zal Rijkswaterstaat de inhoudelijke beoordeling nogmaals bekijken omdat de dan geldende situatie ten aanzien van de kerntaken mogelijk anders kan zijn dan nu. Op deze locaties zal Rijkswaterstaat in 2024 wel een quickscan uitvoeren.

ProRail
Ook de locaties op het areaal van ProRail, Defensie en Staatsbosbeheer zijn beoordeeld. De positief beoordeelde locaties door ProRail en Defensie worden in de loop van 2024 ook toegevoegd aan het OER-programma. Voor Staatsbosbeheer-locaties zijn nog extra gesprekken nodig.

De keuze voor deze 10 locaties is gebaseerd op een vooraf opgesteld prioriteringskader waarbij vooral inpasbaarheid in de werkwijze van Rijkswaterstaat en verdeling over verschillende RES-regio’s doorslaggevend waren. Energieregio’s waar nu nog minder OER-projecten lopen, zijn daarmee eerder aan bod gekomen.