Groen licht zonnepark Agger na verlies provincie Brabant bij Raad van State

Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant was bij de Raad van State in beroep gegaan tegen een eerdere uitspraak uit februari 2021 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland­-West­-Brabant. Die velde 2 jaar geleden een oordeel in het geschil tussen het provinciebestuur en de gemeente Woensdrecht.

Omgevingsvergunning
De gemeente verleende in november 2020 een omgevingsvergunning voor het tijdelijk realiseren van een zonnepark op een aantal percelen ten zuidwesten van de kern Woensdrecht.

De rechtbank Zeeland-­West-Brabant oordeelde – nadat de provincie een rechtszaak aanspande –dat de gemeente de omgevingsvergunning voor het realiseren van het zonneveld op de gekozen locatie en voor een periode van 25 jaar terecht heeft verleend en dat het vergunningsproces ordentelijk is verlopen. Dit omdat de gemeente al in 2019 het ‘Uitnodigingskader zonne-energie’ vaststelde waarin een afweging is gemaakt tussen geschikte locaties voor zonne-energie en waarbij de beoogde projectlocatie werd aangewezen als een ‘kansrijk gebied’. Om die reden hoefde de gemeente volgens de rechtbank Zeeland­-West-Brabant bij het besluit over de vergunningsaanvraag geen alternatieve locaties voor de zonneweide te onderzoeken.

Hoger beroep
In het hoger beroep bij de Raad van State heeft de provincie als argument aangevoerd dat de rechtbank Zeeland-­West-Brabant niet heeft onderkend dat de gemeente geen vooroverleg over de omgevingsvergunning met de provincie heeft gevoerd. Daardoor zou de gemeente in strijd gehandeld hebben met het Besluit omgevingsrecht (Bor).

De Gedeputeerde Staten van Brabant voeren onder meer als argument aan dat het zonnepark de cultuurhistorische en landschappelijke waarden in het gebied aantast.  Het plangebied ligt namelijk ten oosten van de ecologische verbindingszone Agger. De Raad van State concludeert dat de gemeente Woensdrecht wel degelijk een zorgvuldige en deugdelijke afweging heeft gemaakt bij het verlenen van de vergunning. De cultuurhistorische waarden van het gebied zijn voldoende meegenomen in de besluitvorming. De aangevoerde bezwaren van de provincie Noord-Brabant zijn verworpen.

Mortiergranaten
‘We zijn blij met de uitspraak van de Raad van State’, stelt Bram van der Beek, projectleider bij LC Energy. ‘We hebben nu eindelijk de duidelijkheid die we nodig hadden om dit project voort te zetten. Het is een complex proces geweest, maar we zijn vastberaden om bij te dragen aan duurzame-energieproductie in de regio.’

Ondanks de vertraging heeft LC Energy volgens Van der Beek niet stilgezeten. ‘In de tussentijd hebben we bodemsterkteonderzoek gedaan voor de funderingen. Daarnaast heeft er historisch onderzoek plaatsgevonden, waarbij we in het gebied veel niet-gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog hebben opgegraven. Er zijn zeker 10 mortiergranaten uit het gebied weggehaald en door de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) tot ontploffing gebracht. Nu deze zijn verwijderd en de vergunning is bevestigd, kunnen we ons volledig richten op de bouw van het zonnepark. Omdat het een nat gebied betreft, willen we afhankelijk van het verloop van de winter in april starten met de bouw zodat de eerste stroom volgend najaar kan worden geleverd.’