CEE Group neemt zonnepark van 103,5 megawattpiek over van Ecorus

Ecorus wil 3.000 gigawattpiek pv-projecten hebben gerealiseerd in 2030. CEE Group heeft op zijn beurt eind maart een portfolio van 45 windparken met een totaal vermogen van 640 megawatt en 49 zonne-energieprojecten met een vermogen van 1.002 megawattpiek in beheer. Na de overname van Zonnepark Fledderbosch loopt de teller van Nederlandse pv-projecten voor CEE Group op tot boven de 350 megawattpiek.

SDE+
Ecorus wist in de najaarsronde 2019 van de toenmalige stimuleringsregeling SDE+ subsidie te krijgen voor het pv-project. Het grondgebonden is momenteel in aanbouw, waarbij Ecorus ook de epc-partner voor de bouw is.

De ondertekening en closing van de koopovereenkomst tussen CEE Group en Ecorus vond afgelopen februari al plaats. Beide partijen zijn overeengekomen om de aankoopprijs niet bekend te maken. De ingebruikname van de zonneweide is gepland voor februari 2024.

Braakliggend terrein
Het zonnepark Fledderbosch wordt ongeveer 9 kilometer ten noorden van het stadscentrum van Groningen gebouwd op een braakliggend terrein dat wordt begrensd door een rioolwaterzuiveringsinstallatie in het zuidoosten, een kanaal in het zuidwesten en een landweg en een klein bos in het noordwesten.

Als onderdeel van de ontwikkeling van het terrein zijn ook tal van natuurbeschermingsmaatregelen gepland. Zo zal bijvoorbeeld de historische waterloop ‘Oude Kwens’ worden hersteld, die door een uiterwaard stroomt die gereserveerd is voor vogels, en zullen er ook 5 rustplaatsen en een educatief gebied worden gecreëerd.

Bouwsteen
‘Met Ecorus Group hebben we een nieuwe partner in Nederland’, stelt Detlef Schreiber, algemeen directeur van CEE Group. Zonnepark Fledderbosch is onze eerste gezamenlijke transactie, die met een omvang van 103,5 megawattpiek opnieuw een belangrijke bouwsteen vormt in ons groeiende Nederlandse pv-portfolio.’

Philippe Vanhoef, algemeen directeur en oprichter van Ecorus Energy, voegt toe: ‘Ons doel is om de uitbreiding van onsite en offsite zonne-energie in Europa te stimuleren in de geest van een internationale energietransitie.’