Vraag naar stroom stijgt in Nederland mogelijk tot 433 terawattuur

Netbeheer Nederland heeft in aanloop naar de publicatie van de systeemstudie Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050) 4 verschillende scenario’s opgesteld die inzicht geven in hoe Nederland in 2050 een klimaatneutraal energiesysteem kan hebben.

Finale energievraag
De totale vraag naar energie, de finale energievraag, neemt in de periode tot 2050 juist af met 7 tot 39 procent. Dat komt volgens de netbeheerders door een stapeling van ontwikkelde technieken, energiebesparing en verhoogde efficiënties. Welke industrie in de toekomst naar Nederland komt dan wel in Nederland blijft, heeft een grote impact op de benodigde hoeveelheid duurzame opwekking, flexibiliteitsmiddelen en infrastructuur en dus de wijze waarop het klimaatneutrale energiesysteem tot aan 2050 vormgegeven moet worden.

De scenario’s Klimaatambitie (KA), Nationale drijfveren (ND) en Internationale ambitie (IA) voor 2030 zijn door de netbeheerders gebruikt om hun investeringsplannen voor het kalenderjaar 2024 op te stellen.

433 terawattuur
Alle scenario’s gaan uit van een toename van de elektriciteitsvraag van 180 tot 250 procent ten opzichte van 2019. In het scenario Internationale Handel (INT) blijft de stijging in elektriciteitsvraag het meest beperkt en bedraagt die 269 terawattuur in 2050 ten opzichte van de 120 terawattuur in 2019. In het scenario Nationaal Leiderschap (NAT) wordt de hoogste groei van elektriciteitsvraag verwacht, tot 433 terawattuur in 2050. In de scenario’s Decentrale Initiatieven (DEC) en Europese Integratie (EUR) bedraagt de elektriciteitsvraag in 2050 respectievelijk 364 en 339 terawattuur.

Daarnaast verduurzaamt het elektriciteitsaanbod en wordt de rol van fossiele brandstoffen steeds kleiner, tot een eliminatie van fossiele brandstoffen in 2050 in 3 van de 4 scenario’s. Hoewel het aanbod van elektriciteit per scenario verschilt, is er in alle scenario's een belangrijke rol voor wind op zee weggelegd. Daarnaast vormt ook wind op land en zon-pv een groot deel van het aanbod in 2050.

Waterstof
Forse elektrificatie in vrijwel alle eindverbruikerssectoren zorgt deels voor een efficiënt en direct gebruik van de beschikbare hernieuwbare-elektriciteitsproductie. De vraag naar waterstof neemt in alle gevallen ook sterk toe. Waterstof wordt ingezet als brandstof en grondstof voor de industrie en gedeeltelijk voor zwaar transport.

De groenewaterstofproductie bedraagt 4 tot 8 gigawattpiek in 2030 en groeit in de jaren daarna aanzienlijk; naar 16 tot 45 gigawatt in 2050. Met de ontwikkeling van importfaciliteiten ontwikkelt Nederland zich tot een doorvoerland voor waterstof: in 2030 10 tot 40 terawattuur, in 2050 tussen de 50 en 150 terawattuur, hoofdzakelijk richting Duitsland.