Net als bij de eerste editie van de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II2030-2050) hebben de netbeheerders eerst 4 scenario’s voor het energiesysteem in 2050 opgesteld. De scenario’s zijn onderdeel van het eindrapport van de II3050 dat eind 2023 wordt opgeleverd. Waar de netbeheerders 3 jaar geleden echter nog uitgingen van 38 tot 125 gigawattpiek zonnepanelen in 2050 is dat in de nieuwste energiesysteemverkenning verhoogd naar 100 tot 183 gigawattpiek zonnepanelen.
Overeenkomsten
De 4 scenario’ kennen logischerwijs grote verschillen, maar hebben tegelijkertijd ook diverse overeenkomsten. Zo vereisen ze allemaal een snelle afbouw van fossiele bronnen, een snelle groei van de productie van hernieuwbare energie en een transformatie van de industrie, mobiliteit, gebouwde omgeving en landbouw.
Aan de basis van deze systeemveranderingen staat de energie-infrastructuur. De netten voor gassen, elektriciteit en warmte moeten op de schop. De manier waarop verschilt sterk tussen de scenario’s. De grote hoeveelheid onzekerheden in het verloop van de energietransitie is daarbij verwerkt in de scenario’s. Welke scenario ook de werkelijkheid wordt, er moeten de komende jaren een aantal fundamentele keuzes gemaakt worden om ervoor te zorgen dat het klimaatdoel voor 2050 niet uit het zicht raakt.
De meeste hernieuwbare elektriciteit wordt in 2050 opgewekt door windmolens, zowel op land als op zee. De windopwekcapaciteit varieert in de verschillende scenario’s van 48 tot 92 gigawatt en levert daarbij 25 tot 60 procent van het aanbod hernieuwbare stroom. Zon-pv heeft met 100 tot 183 gigawattpiek verreweg de grootste opwekcapaciteit in 2050, maar produceert door de beperktere zonuren 10 tot 20 procent van de hernieuwbare stroom.
De scenario's Klimaatambitie (KA), Nationale drijfveren (ND) en Internationale ambitie (IA) voor 2030 zijn door de netbeheerders gebruikt om hun investeringsplannen voor het kalenderjaar 2024 op te stellen.
Scenario 1 | Decentrale Initiatieven (DEC): 183,1 gigawattpiek zonnepanelen
In dit eerste scenario streeft Nederland naar regionale actie door de particuliere businesscase van klimaatneutrale technieken te ondersteunen. Burgers en lokale gemeenschappen hebben een hoge mate van autonomie en maken eigen keuzes binnen de opgave.
In dit scenario zetten energiecoöperaties vol in op duurzame elektriciteit in de regio, en de regio’s op grootschalige zon-pv; uit te voeren als zonneweides of in combinatie met andere functies. In totaal wordt in dit scenario zo’n 58 gigawattpiek zonnepanelen op land opgesteld. Bewoners en bedrijven zijn in dit scenario zeer actief en benutten hun daken optimaal voor opwek door zonnepanelen. Dit resulteert in een totaal van 125 gigawattpiek zon op dak, waarvan 67 gigawattpiek grootschalig op gebouwen en 58 gigawattpiek kleinschalig op woningen. De hoge benutting van het dakpotentieel is in lijn met de voorgestelde verplichtingsmaatregel voor toepassing van zonnepanelen op daken door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Windenergie is in dit scenario goed voor 15 gigawatt windmolens op land en 45 gigawatt windparken op zee.
Scenario 2 | Nationaal Leiderschap (NAT): 172,6 gigawattpiek zonnepanelen
Nederland streeft in dit scenario naar een energetisch efficiënt systeem binnen de Nederlandse mogelijkheden en stuurt nationaal sterk op de invulling van de energiemix. Overheden maken daarbij keuzes over de technieken die in Nederland gebruikt gaan worden. Hiervoor maakt de overheid verplichtend beleid en regulering en participeert zij financieel in projecten van nationaal belang. Groene waterstof speelt daarbij een belangrijke rol voor het balanceren van het elektriciteitssysteem, voor de levering van hogetemperatuurwarmte in de industrie en als grondstof.
In dit scenario zorgt de landelijke overheid voor grote uitbreiding van het vermogen wind-op-zee, tot 72 gigawatt. Dit vermogen is zodanig afgestemd dat er voldoende waterstof geproduceerd kan worden, zonder van import afhankelijk te zijn. Daarnaast verwacht de nationale overheid dan ook dat op land een grote hoeveelheid windmolens kan komen, namelijk 20 gigawatt. Hiervoor worden gebieden aangewezen. Ook voor elektriciteitsproductie door grootschalige zonneparken opstellingen wijst de nationale overheid gebied aan. In totaal wordt zo’n 58 gigawattpiek aan zon op land opgesteld. Doordat het voor particulieren aantrekkelijk blijft om zonnepanelen te installeren, wordt het dakpotentieel van woningen optimaal benut, wat resulteert in 58 gigawattpiek zonnepanelen op woningen. Ook bedrijven benutten grotendeels het dakpotentieel, goed voor 56 gigawattpiek.
Scenario 3 | Europese Integratie (EUR) | 126,3 gigawattpiek zonnepanelen
Nederland streeft naar een integraal en efficiënt Europees energiesysteem: landen stemmen hun energiebeleid onderling af en maken daarbij gebruik van elkaars bronnen. Europa werkt aan gezamenlijk energiebeleid en wil meer onafhankelijk zijn. Groen gas wordt in Europa op grote schaal geproduceerd en wordt daarom in diverse sectoren ingezet. Er is een stevige groei van wind- en zonne-energie in combinatie met een toename tot 8 gigawatt aan kernenergie.
In het Europese Integratie-scenario wordt slechts een deel van het duurzame vermogen gerealiseerd in Nederland. Wind-op-zee lijkt goed te passen op de Noordzee, vandaar dat Nederland daar grootschalig gebruik van maakt en voor 38 gigawatt aan capaciteit vergunt. Een groei van het aantal zonneweides, onafhankelijk van beleidskeuzes, lijkt in dit scenario ook voor de hand te liggen. Het vermogen wind-op-land stijgt na uitvoering van het Klimaatakkoord niet verder. Ook rekenen burgers en bedrijven op elektriciteit uit het stroomnet en investeren ze daarom minder in eigen zonnepanelen; in totaal gaat het om ‘slechts’ 125 gigawattpiek. Voor zonnepanelen wordt hierdoor niet het volledige dakpotentieel benut, alleen die daken die geschikt tot zeer geschikt zijn. Gezien de huidige marktontwikkelingen, waarbij zon-pv op daken snel groeit, en de mogelijke toekomstige verplichtingsmaatregel is de benutting van het dakpotentieel wel omhoog bijgesteld ten opzichte van de eerste versie van de II3050-verkenning.
Scenario 4 | Internationale Handel (INT): 100,0 gigawattpiek zonnepanelen
Nederland streeft naar ontwikkeling van de eigen economie door maximaal in te zetten op de internationale wereldwijde energie- en grondstoffenketens. Nederland is een ‘multinational’ die strategisch gebruikmaakt van de internationale energie- en grondstoffenmarkten. Er wordt daarom op de wereldmarkt gezocht naar opties met de laagste kosten. Internationale vrijhandel speelt een belangrijke rol. Waterstof en andere klimaatneutrale energiedragers worden geïmporteerd uit landen waar deze relatief gunstig te produceren zijn. Nederland wordt een doorvoerland voor waterstof.
Ook in dit laatste scenario wordt slechts een deel van het duurzame vermogen gerealiseerd in Nederland. Wind-op-zee lijkt goed te passen op de Noordzee, vandaar dat Nederland daar grootschalig gebruik van maakt met 46 gigawatt aan windparken op de Noordzee. Een groei van het aantal zonneweides lijkt in dit scenario eveneens voor de hand te liggen, al is deze wel het kleinst in dit scenario met 35 gigawattpiek. Ook het dakpotentieel voor zonnepanelen wordt in dit scenario het minst benut, alleen de zeer geschikte daken komen hiervoor in aanmerking. Gezien de huidige marktontwikkelingen, waarbij zon-pv op daken snel groeit, en de mogelijke toekomstige verplichtingsmaatregel is de benutting van het dakpotentieel in dit scenario wel omhoog bijgesteld ten opzichte van de eerste versie van de II3050-verkenning. Bedrijven installeren 37 gigawattpiek zonnepanelen en burgers 26 gigawattpiek.
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.