logo
wvhj2023
© Redlunar | Dreamstime.com
© Redlunar | Dreamstime.com
23 maart 2023

Afbouw salderingsregeling zonnepanelen: tientallen kritische vragen Eerste Kamer over wetsvoorstel

De Eerste Kamer heeft minister Jetten tientallen kritische vragen gesteld over het wetsvoorstel om de salderingsregeling voor zonnepanelen af te bouwen. Er is veel aandacht voor de terugleververgoeding en huurders.

De Eerste Kamerleden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kondigde vorige maand aan extra uitleg van minister Jetten voor Klimaat en Energie te willen over de afbouw van de salderingsregeling. De Tweede Kamer stemde half februari in met het wetsvoorstel dat de afbouw van de salderingsregeling regelt.

Gemengde gevoelens
De Eerste Kamerleden van de CDA-fractie stellen met gemengde gevoelens kennis te hebben genomen van het wetsvoorstel, omdat deze de uitrol van zonnepanelen de voorbije jaren fors heeft gestimuleerd. ‘Met dit wetsvoorstel zal één van de stimuli om mensen te motiveren zonnepanelen te installeren, namelijk de salderingsregeling, worden afgebouwd. De regeling is zo’n succes met als gevolg dat de eigenaren van zonnepanelen minder voor hun energie hoeven te betalen ten koste van de eigenaren/huurders zonder zonnepanelen.’

De CDA-fractie heeft een aantal vragen ingediend, waar de Eerste Kamerleden van de fracties van de SP en de Partij voor de Dieren (PvdD) zich bij aansluiten. De PvdD sluit zich bovendien ook aan bij de vragen die gezamenlijk zijn gesteld door GroenLinks en de Partij van de Arbeid (PvdA).

Tijdens de wedstrijd
De CDA-fractie wil van minister Jetten onder meer weten met welke heldere en toegankelijke informatie er richting kleinverbruikers wordt gecommuniceerd over het wetsvoorstel. Volgens de CDA’ers lijkt het alsof de regering de regels wijzigt tijdens de wedstrijd. ‘Heeft de regering overwogen om dit wetsvoorstel voor nieuwe investeringen te laten gelden?’, wil de CDA-fractie weten.

Bovendien vragen zij aandacht voor de woningbezitter met de wat kleinere beurs en het extra stimuleren van zonnepanelen bij woningcorporaties. De CDA-fractie stelt dat het haar nog steeds niet volledig helder is waarom de succesvolle salderingsregeling wordt gestopt. ‘Welke overweging heeft nu geprevaleerd: de kosten voor het rijk of het feit dat de niet-zonnepaneelhouders nu meer moeten betalen dan de zonnepaneelhouders?’ Een andere overweging had volgens hen kunnen zijn om het juist voor de woningbezitters met de kleinere beurs meer aantrekkelijk te maken om te investeren in zonnepanelen.

Middengroepen
GroenLinks en PvdA delen soortgelijke zorgen. Zij vragen zich af of het rechtvaardig is om de salderingsregeling af te bouwen en of het de betrokkenheid van burgers bij de klimaatpolitiek niet langdurig zal schaden. Zij vragen de regering om inzicht te geven in hoe de groei van zonnestroom op daken de laatste jaren is verdeeld over inkomensgroepen. Ze willen weten of hun indruk juist is dat de (lage) middengroepen en niet meer alleen de hoge inkomens, zonnepanelen laten installeren.

‘Klopt het dat deze doelgroep niet extra geraakt wordt door afschaffing van de saldering? Wordt bij hen het vertrouwen in een voorspelbare overheid geschaad, omdat zij minder buffers hebben en zelfs (bank)leningen hebben moeten afsluiten? Hoe zal de regering garanderen dat ook deze mensen een maximale terugverdientijd van 7 jaar zullen hebben? Betekent dit dat de jaarlijkse saldering zal meeschommelen met de beweging van marktprijzen: bij hogere prijzen minder terugleververgoeding en vice versa? Geeft dit niet heel veel onzekerheid waardoor mensen weinig vertrouwen hebben, omdat ieder kabinet het kan beperken?’

De Fractie-Nanninga stelt dat het niet helder is waarom een snelle terugverdientijd onwenselijk is en refereert daarbij aan de ‘overstimulering’ van windenergie door daar ‘jaren en jarenlang enorme subsidies aan toe te kennen’. De fractie vraagt de regering aan te geven waarom zij het in tijden van energiearmoede en stijgende gasprijzen juist nu belangrijk vindt om werk te maken van de afschaffing van de salderingsregeling.

Woningcorporaties
De CDA-fractie wil weten welke acties de regering onderneemt om alle woningcorporaties te stimuleren in te zetten op zonne-energie. Ook willen de Kamerleden weten of en welke maatregelen de regering neemt om huurders die al zonnepanelen hebben te ondersteunen als hun lasten toenemen.

Ook GroenLinks en de PvdA willen weten welke maatregelen het kabinet gaat nemen om meer mogelijkheden te bieden aan huurders van woningcorporaties en particuliere verhuurders om meer zonnepanelen te installeren. Zij vragen of de regering bereid is aanvullende financiering te regelen.

Volgens de leden van de D66-fractie zijn het vooral huurhuizen in de sociale sector die achterblijven als het gaat om het plaatsen van zonnepanelen. Juist deze bewoners zouden volgens hen moeten kunnen profiteren van zonne-energie en de bijhorende saldering. ‘Op welke wijze wil de regering het plaatsen van zonnepanelen in de sociale sector versterken en welke middelen stelt de regering daarvoor beschikbaar?’, willen ze weten.

Ook de ChristenUnie wil weten of het financiële voordeel voor de huurders nog in verhouding staat tot hun permanent hoger blijvende lasten vanwege de aangelegde zonnepanelen. ‘Welke maatregelen biedt deze wet het kabinet om in te grijpen wanneer met name in de sociale woningbouw geen voortgang (meer) wordt geboekt met de energietransitie?’, vraagt de fractie. ‘Hoe beoordeelt de regering de suggestie, gedaan door enkele woonorganisaties, om verhuurders en huiseigenaren met een kleine beurs een investeringssubsidie aan te bieden voor de aanleg van zonnepanelen tijdens en na de afbouw van de salderingsregeling, om zo de voortgang van de energietransitie te waarborgen?’

Terugverdientijd
Onderzoek van TNO wees eerder uit dat zonnepanelen ook zonder de salderingsregeling een terugverdientijd van tussen de 7 en 9 jaar hebben. De Eerste Kamerleden van het CDA wijzen erop dat gemiddelden als risico kunnen hebben dat op basis van 2 uitersten er een redelijk gemiddeld uit komt.

‘Kan de regering inzicht geven in enkele zeer verschillende scenario’s qua kosten van zonnepanelen en van elektriciteit?’, aldus het CDA. ‘Geldt in al die gevallen nog steeds een terugverdientijd van 7 à 9 jaar? Hoe blijft de regering het gebruik van zonnepanelen stimuleren zonder de huidige salderingsregeling op basis van redelijk betrouwbare schattingen?’

De ChristenUnie-fractie wil weten hoe de regering de terugverdientijd van zonnepanelen monitort en welke maatregelen de regering kan nemen, als langere terugverdientijden onverwachts leiden tot een stagnatie van de uitrol van zonnepanelen.

Terugleververgoeding
De CDA-leden vragen zich verder af of ze het goed begrepen hebben dat de terugleververgoeding tot en met 2027 altijd 80 procent van het kale leveringstarief bedraagt. ‘Kan de burger daarop vertrouwen? De termen als “uitzonderlijk”, “acuut” et cetera in het nader gewijzigd amendement van het lid Erkens c.s. roept namelijk vraagtekens op.’ Het CDA wil daarom van minister Jetten extra toelichting ontvangen over de terugleververgoeding.

GroenLinks en PvdA vragen op hun beurt of het kabinet kan instemmen met voorstellen van de Consumentenbond, de Vereniging Eigen Huis en Aedes om een in hun ogen redelijke terugleververgoeding van minimaal 80 procent van het kale levertarief wettelijk vast te leggen, exclusief belastingen. Zij constateren dat het amendement van VVD-Tweede Kamerlid Silvio Erkens hierin tijdelijk voorziet tot 2027, maar geen langjarige zekerheid biedt. Ook ontbreekt volgens de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA de concrete invulling en ze vragen dan ook om opheldering.

Temeer omdat zij vrezen dat energiebedrijven in de praktijk de mazen van de wet zullen opzoeken. ‘Welke wettelijke bescherming gaat de regering bieden voor burgers en wanneer is die van kracht? Kunnen bedrijven deze marktprijs ook kunstmatig laag houden, bijvoorbeeld door te spelen met extra (fossiele) inzet en opslag, waardoor ze “overschotten” van zonnestroom kunstmatig creëren en zo minder hoeven te betalen aan kleinverbruikers?’, vervolgen de leden van de fracties van GroenLinks en de PvdA. Ze spreken in dit kader van ‘een imperfecte markt met oligopolistische kenmerken’.

Ook de PVV-fractie uit haar twijfels bij de zekerheden die consumenten geboden worden en wil daarom weten hoe hard het voornemen van de regering is om het wettelijke minimum van het terugleveringstarief vast te stellen op 80 procent.

Thuisbatterijen
Het CDA wil verder van minister Jetten weten hoe de stand van de ontwikkeling en implementatie is van buurt- en thuisbatterijen. ‘Heeft de regering overwogen om de afbouw van deze salderingsregeling in lijn te brengen met een beter gebruik van de thuis opgewekte energie?’, aldus de fractie.

GroenLinks en PvdA vragen de regering te schetsen of er al rendabele opties zijn om batterijen in te zetten: ‘Of zijn die structureel zeer onrendabel, gelet op de hoge investering en beperkte aantal uren dat ze kunnen worden ingezet? Hoe werkt het aanzetten van apparaten als bijvoorbeeld wasmachines als de zon schijnt? Hoe gaat dat in de praktijk, zijn er al betaalbare regelsystemen? Is het gelet op al deze onzekerheden niet beter om de saldering niet te beperken voordat de nieuwe Elektriciteitswet deze problemen oplost en deze wetgeving is afgerond?’

7 april
De leden van de vaste Eerste Kamercommissie hebben de regering gevraagd om de antwoorden op hun vragen uiterlijk 7 april op te sturen. Als de vragen afdoende zijn beantwoord, kan er als de Kamerleden dit willen een plenair debat over het wetsvoorstel plaatsvinden in de Eerste Kamer.

Zodra dat plenaire debat heeft plaatsgevonden, wordt de stemming over een wetsvoorstel in de regel op de agenda voor de eerstvolgende vergadering gezet. Daarmee bestaat nog altijd de mogelijkheid dat de Eerste Kamer in zijn huidige samenstelling over de salderingsregeling stemt.

De eerder deze maand gekozen leden van de Provinciale Staten kiezen namelijk pas op 30 mei samen met de leden van de kiescolleges de Eerste Kamer. Op dinsdag 13 juni 2023 zal de nieuwe Eerste Kamer voor de eerste keer vergaderen. Een week daarvoor – op dinsdag 6 juni 2023 – is de laatste vergaderdag van de huidige Eerste Kamer.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten