logo
wvhj2023
hero-image
27 februari 2023

Realisatie coöperatieve zonne-energieprojecten steeds onzekerder: ‘Provincies kunnen groot verschil maken’

In 2022 is het aantal coöperatieve zonne-energieprojecten verder toegenomen. Toch worden veel projecten afgeblazen. De redenen zijn divers. Provincies kunnen een groot verschil maken, aldus Anne Marieke Schwencke.

Schwencke richt zich op onderzoek naar de lokale energietransitie. Haar bureau AS-I Search stelde samen met Bureau 7TIEN de achtste Lokale Energie Monitor (LEM) 2022 op. Hierin worden alle energiecoöperaties en hun projecten in beeld gebracht in opdracht van Hier Opgewekt en Energie Samen. Afgelopen jaar werden 160 nieuwe zonne-energieprojecten gerealiseerd, goed voor zo’n 55,7 megawattpiek. De knelpunten voor de realisatie nemen echter toe, zo concludeert LEM.

Onderop
Het aantal Nederlandse energiecoöperaties nam sterk toe vanaf 2007. Bewoners werken hierin samen aan lokale collectieve zon-, wind- en warmteprojecten en steunen bewoners met verduurzaming van hun woningen. Ruim twee derde werkt aan zonne-energieprojecten. Sinds 2008 realiseerden ze 1.093 collectieve zonne-energieprojecten. Hoe significant zijn die voor de energietransitie?

‘Met zo’n 272 megawattpiek aan collectieve zonnepanelen hebben we het over ongeveer 1,5 procent van het totale vermogen aan zon-pv in Nederland’, aldus Schwencke. ‘In absolute zin is het niet veel. Het is echter maar hoe je ernaar kijkt: 10 jaar geleden was het 0 procent. De collectieven volgen de landelijke trend; het totale zonne-energievermogen is enorm toegenomen. Maar het is ook een belangrijke sociaal-maatschappelijke beweging; mensen werken van onderop gezamenlijk aan verduurzaming, worden daar ook financieel beter van en bepalen zelf wat er met de overige opbrengsten gebeurt. Vooral bij de grotere wind- en zonneparken profiteren niet alleen de leden, maar ook de bredere omgeving. Dat zorgt voor enthousiasme en draagvlak. Bovendien is het voordeel van lokaal groene energie opwekken en die ook lokaal consumeren evident. Daarom zie je een sterke push voor collectieve opwek en lokaal energiedelen. Hiermee krijg je ook invloed op de prijs.’

Hekkensluiters en koplopers
In 2022 werd de ontwikkeling van 75 collectieve zonnedaken die het jaar daarvoor nog zeker leken, stopgezet of uitgesteld. Energiecoöperaties lopen tegen steeds meer knelpunten aan bij de ontwikkeling van nieuwe projecten, maar ook bij de realisatie van bestaande projecten, zo wordt in de LEM vastgesteld. De redenen variëren van problemen met de businesscase, projectfinanciering en geld om op te schalen, niet kunnen aansluiten door een gebrek aan netcapaciteit tot en met bestuurlijke opvolging, het werven van leden en het vinden van geschikte daken. Met name voor zonnedaken bleek de landelijke regeling, de Subsidie Coöperatieve Energieopwekking (SCE) van 2022, ontoereikend om rendabele projecten te realiseren. Veel coöperaties hebben gewacht op de ruimere SCE-regeling 2023. Wat betreft het aantal coöperatieve wind en zonne-energieprojecten zijn de verschillen tussen de provincies groot. Zo springen Overijssel en Gelderland eruit met bijna 50 gerealiseerde projecten in 2022, en zijn Limburg en Flevoland de hekkensluiters met respectievelijk 27 en 19 projecten. Gelderland en Noord-Holland zijn de koplopers als het gaat om het totale piekvermogen. De Gelderse investeringssubsidie voor collectieve projecten heeft daar zeker aan bijgedragen.

Locatie en lokaal eigendom
Schwencke: ‘De provincies zijn de spil in ruimtelijk omgevingsbeleid en gebiedsontwikkeling, tevens in relatie tot de energietransitie. De afgelopen jaren hebben deze overheden samen met andere lokale partijen gezocht naar geschikte gebieden voor nieuwe projecten in het kader van de Regionale Energiestrategieën (RES’en). Nu het zoeken naar concrete locaties lijkt te stokken, kunnen provincies ook een dwingende rol spelen als ze dat willen, zoals de provincie Utrecht laat zien. Die wil gaan onderzoeken welke locaties geschikt zijn voor windturbines omdat gemeenten hierin weinig bewegen. Ook heel belangrijk: in hun omgevingsbeleid kunnen de overheden voorkeuren opnemen, zoals het streven naar 50 procent lokaal eigendom dat in 2019 in het Klimaatakkoord is afgesproken. Zo kunnen kansen worden gecreëerd voor energiecoöperaties die dat lokale eigendom realiseren. Het draait bij de grondgebonden projecten dus om locaties en eigendom. Vanuit dit oogpunt is ook de samenwerking met gemeenten uiteraard van groot belang.'

Positieve rol
‘Gemeenten kunnen een cruciale rol spelen bij de realisatie van collectieve zonnedaken’, stelt Schwencke. ‘Ze hebben zelf vastgoed, en dus daken die ze beschikbaar kunnen stellen. Maatschappelijk vastgoed krijgt zo een extra maatschappelijke functie omdat bewoners mee kunnen doen aan de energietransitie.’ In het kader van de aanstaande nieuwe Omgevingswet mogen gemeenten zonnepanelen verplichten op utiliteitsdaken groter dan 250 vierkante meter, zo is het voornemen van de regering. Waar beschikbare daken voor collectieve zonnepanelen steeds moeilijker te vinden zijn, is dat potentieel goed nieuws voor energiecoöperaties. Die zijn immers altijd afhankelijk van derden voor de realisatie van zonnedakprojecten. Ze bezitten geen eigen gebouwen. Voorwaarde is dan wel dat een zonnedak van een coöperatie op het utiliteitspand meetelt in de verplichting. Zover is het nog niet. Schwencke geeft echter aan dat gemeenten ook nu al een positieve rol kunnen spelen in het vergroten van het aanbod van daken voor zonnepanelen middels een strengere handhaving van verplichting voor bedrijven en instellingen om energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. En ze onderstreept dat gewoonweg veel te winnen is met gericht beleid ten aanzien van de energietransitie en burgerparticipatie.

Professionalisering en schaalvergroting
Schwencke: ‘De provinciale en lokale ambities hebben een direct effect op het succes van energiecoöperaties. Kijk naar Limburg. Daar werd in 2015 al gekozen voor een sterke inzet op zon en wind, en gesteld dat de omgeving daarvan moest kunnen profiteren door een coöperatieve aanpak. Met de inspanningen van een aantal actieve lokale coöperaties heeft dat beleid in korte tijd geleid tot 5 collectieve windenergieprojecten in Noord- en Midden-Limburg. Hetzelfde zien we gebeuren op plekken waar dit soort keuzes worden gemaakt, bijvoorbeeld het Gelderse Rivierenland en het Overijsselse Staphorst. Daarnaast schuilen grote kansen in financiële ondersteuning ten behoeve van professionalisering en schaalvergroting van energiecoöperaties. Dit zijn vaak nog kleine clubs van vrijwilligers met beperkte kennis, tijd en middelen. Landelijk en in regio’s zoals Utrecht, Groningen, Limburg en Zuid-Holland zijn inmiddels projectbureaus opgezet waarin lokale coöperaties samenwerken. Ze ondersteunen coöperaties op allerhande vlakken, onder andere administratief, met technische kennis en bij de samenwerking met provincies en gemeenten. Daarmee vergroten ze de slagingskans van projecten, en dat is winst voor iedereen.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten