PowerField trekt half miljard euro kapitaal aan voor uitrol zonneparken, batterijen en laadpalen

Het zonne-energiebedrijf stelt met het aangetrokken eigen vermogen en de portefeuillefinanciering een aanzienlijke schaalvergroting te kunnen realiseren. PowerField gaat het kapitaal gebruiken voor de verdere ontwikkeling van een geïntegreerd platform waarop zonneparken, laadstations voor elektrische auto’s en batterijen elkaar aanvullen. 

500 megawattpiek
De portefeuillefinanciering die wordt verschaft door Landesbank Baden-Württemberg (LBBW) bestaat uit een zogenaamde ‘common terms agreement’ dat is bedoeld om in de komende jaren zonneparken met een capaciteit van 500 megawattpiek te financieren. Eind januari vond de financial close plaats voor de eerste 120 megawattpiek. Daarnaast is er een faciliteit gecreëerd met vooraf vastgestelde voorwaarden voor toekomstige zonne-energieprojecten.

PowerField heeft bijna 300 megawattpiek aan operationele en bouwklare zonne-energieprojecten in Nederland. Waar mogelijk plaatst PowerField batterijen om optimaal gebruik te maken van de netcapaciteit.

650 laadpunten
Daarnaast timmert PowerField met dochteronderneming PowerGo hard aan de weg bij de uitrol van (snel)laadpalen. De laadpunten worden voorzien van zonne-energie van Nederlandse bodem. PowerGo heeft ruim 650 laadpunten in bedrijf en stelt daarnaast een portfolio van sterke contracten en leads elders in Europa te hebben. ‘We willen de grootste virtual power plant van Europa bouwen, waarbinnen wij zonne-energie combineren met opslag in batterijen en laadfaciliteiten voor elektrische auto’s’, aldus Jean-Louis Bertholet, chief executive officer van PowerField. ‘We zijn trots dat zowel EIG als LBBW zich bij ons hebben aangesloten en dat we twee partners hebben gevonden die onze ambities ondersteunen en ons willen helpen om de duurzame energietransitie tot stand te brengen.’

Van Lanschot Kempen Investment Bank trad op als financieel adviseur van PowerField bij het aantrekken van de financiering. Daarnaast werd PowerField geadviseerd door DLA-Piper, Spee & Bijl, Olenz, Deloitte, Intech Risk Management en DNV GL.