De congestie van het Nederlandse elektriciteitsnet neemt toe, dat heeft logischerwijs consequenties voor de uitrol van grote pv-systemen…
‘De netcongestiekaart van ons land kleurt alsmaar roder met congestiegebieden. Daarmee wordt de indruk gewekt dat er op die plekken niets meer bij kan en netbeheerders bieden daar ook nog nauwelijks transport aan voor nieuwe producenten van hernieuwbare stroom. Maar als je inzoomt op de werkelijke situatie valt daar heel veel op af te dingen.’
Vol is vol toch?
‘In congestiegebieden is feitelijk maar zelden sprake van structurele fysieke overbelasting. Het toevoegen van grote windparken en zonne-energiesystemen kan leiden tot productiepieken waardoor het stroomnet sterk wordt belast. Maar dat zal slechts incidenteel het geval zijn, een beperkt aantal minuten per jaar. Bovendien is overbelasting gemakkelijk te voorkomen door de productie tijdelijk terug te draaien.’
Wat is dan het probleem?
‘Netbeheerders moeten zorgen dat het net alle pieken in vraag en aanbod aankan, zodat er geen zaken kapotgaan en de levering van elektriciteit wordt gegarandeerd. We zitten echter midden in een energietransitie. Er moet nog heel veel zon en wind bij komen en wel snel. Die ontwikkeling valt niet bij te houden alleen door het net te verzwaren, en zeker niet op een betaalbare manier. Dat besef leeft bij alle betrokken partijen. We moeten het ook slim gaan doen. Maar tot op heden blijft alles nog bij het oude.’
Hoezo?
‘Voor het verlenen van transport, bijvoorbeeld voor een zonnestroomsysteem, onderzoekt de netbeheerder de mogelijke overbelasting van het net. Er wordt dan gekeken naar de huidige belasting, wat er de komende tijd bij komt en wat er bij aansluiting van de aanvrager met de netbelasting gebeurt. De te verwachten pieken in aanbod zijn bepalend, zelfs al zijn die kortstondig. Als de limiet van 100 procent netcapaciteit wordt overschreden, dan wordt het transportverzoek niet gehonoreerd. Met het codebesluit congestiemanagement van eind 2022 is feitelijk een nieuwe situatie ontstaan. Transport mag alleen worden geweigerd als uit congestieonderzoek blijkt dat overbelasting ontstaat, ondanks de bereidheid van een aanvrager om de productie incidenteel tegen vergoeding terug te regelen. Maar de netbeheerders, met name TenneT, weigeren vooralsnog in dergelijke gevallen transport toe te kennen.’
Met welke reden?
‘Het codebesluit congestiemanagement was al jaren in de maak. De verwachtingen waren hooggespannen, ook omdat de sector er – weliswaar na flink aandringen – bij betrokken werd. Nu is het codebesluit er dan eindelijk. Maar bij netbeheerders is blijkbaar onvoldoende vertrouwen dat exploitanten van zonne-energiesystemen hun installaties ook daadwerkelijk terugdraaien als de situatie daarom vraagt. De netbeheerder wil in zo’n geval eigenlijk graag zelf op een knop kunnen drukken. Maar dat is niet de insteek van het codebesluit. Het uitgangspunt is dat netbeheerders en marktpartijen contractuele afspraken maken en de benodigde communicatie organiseren. In dat kader is ook een real-time interface verplicht bij nieuwe zonne-energiesystemen groter dan 1 megawattpiek. Overigens, men zou ook zonder real-time interface regelbaar vermogen kunnen contracteren, de netcode biedt ook daar mogelijkheden voor.’
Waar komt die argwaan vandaan?
‘Dat is deels speculeren. Maar een concreet voorbeeld is het rapport dat Tennet afgelopen november publiceerde over productiecongestie in de provincies Utrecht, Gelderland en Flevopolder. Hierin wordt geconcludeerd dat er slechts zo’n 100 megawatt extra aansluitcapaciteit voor producenten van stroom uit zon en wind is. Dit terwijl er voor meer dan 800 megawatt aan aanvragen ligt. Tennet baseert de schamele transportruimte die wordt geboden op een gebrek aan interesse in het aanbieden van flexibel vermogen. Dat wordt geconcludeerd naar aanleiding van een digitale uitvraag onder klanten en leveranciers waar weinig reactie op kwam, en gesprekken met regionale netbeheerders. Van een gedegen onderzoek kun je dus niet spreken.’
Daar ben jij het niet mee eens?
‘Absoluut niet. Natuurlijk kost het organiseren en inregelen van flexibiliteit door het terugschakelen van zonnestroominstallaties even tijd. Het is dan ook enigszins te begrijpen wanneer transport wordt geweigerd door een netbeheerder als overbelasting op korte termijn dreigt. Maar veelal gaat het over situaties die zich pas over jaren kunnen voordoen. Dan is er dus meer dan voldoende tijd om zaken goed af te stemmen en voor de implementatie van een technische oplossing.’
Netbeheerders willen zekerheid…
‘Dat is logisch. Producenten van duurzame stroom willen ook niet dat er defecten aan het net ontstaan. Maar we hebben wel een energietransitie te realiseren en er wordt nu in heel veel gevallen onterecht transport geweigerd, terwijl er oplossingen voorhanden zijn en bedrijven daar graag aan willen meewerken, als er daardoor geen negatieve businesscase ontstaat. De huidige situatie is ronduit onacceptabel.’
Wat kun je hieraan doen als duurzame-energieproducenten?
‘Ik praat namens mijn opdrachtgevers met de Autoriteit Consument & Markt (ACM), bijvoorbeeld over het versnellen van congestiemanagementonderzoeken. Waar je nu tot 1,5 jaar moet wachten op de resultaten, zouden die feitelijk binnen 3 maanden afgerond moeten worden om ongewenst uitstel van projecten te voorkomen. Daarnaast voer ik het gesprek met TenneT. Maar dat verloopt stroperig, er lijkt bij de netbeheerders geen gevoel voor urgentie te zijn. Daarmee lijkt voor producenten van duurzame stroom de enige weg naar verandering een gang naar de rechter om geschillen te beslechten, per project of een bundeling van projecten. Dit is voor veel bedrijven op dit moment dan ook een serieuze overweging.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.