Nederland wekte in november 28 procent meer hernieuwbare energie op

Men name de productie van de windmolens op land zorgde voor de groei. De productie van windenergie verdubbelde bijna ten opzichte van vorig jaar. Bij wind op zee was de productiegroei met 20 procent een stuk lager.

50 procent meer zonne-energie
Biomassa leverde ongeveer de helft dan de hernieuwbare energie: door houtgebruik voor verwarming van woningen en andere gebouwen, maar ook door biomassagebruik in de industrie en in warmtenetten, bijstook in kolencentrales, biogas uit mest, energieproductie uit afvalcentrales en het bijmengen van biobrandstof bij diesel en benzine. 

Nu de dagen korter en grijzer worden, is de absolute bijdrage van zonnepanelen aan de productie een stuk minder. Een positief puntje is dat de zonne-energieproductie wel 50 procent meer is dan vorig jaar door de groei van het aantal geplaatste zonnepanelen.

Bijdrage warmtepompen groeit
Ook de warmtepompen beginnen meer aan de hernieuwbare-energieproductie bij te dragen nu het buiten kouder wordt. De hernieuwbare opbrengst van warmtepompen, dit dankzij warmte die uit de omgeving wordt onttrokken, steeg met 10 procent tot 2,6 petajoule. Dat is gelijk aan ongeveer 75 miljoen kubieke meter aardgas. Daarbij is aangenomen dat burgers met warmtepompen hun thermostaat ook 1,5 graad Celsius lager hebben staan dan normaal.

36 procent stroom duurzaam
De hoeveelheid duurzaam geproduceerde stroom zit weer in de lift. In oktober was er een kleine achteruitgang. In november is de groei ruimschoots teruggekeerd. Bijna 36 procent van de stroom werd duurzaam opgewekt. Dezelfde maand vorig jaar was dat 27 procent.