logo
wvhj2023
© Henk Hulshof | Dreamstime.com
© Henk Hulshof | Dreamstime.com
11 oktober 2022

Holland Solar maakt bezwaar tegen flexibel transportcontract als subsidievoorwaarde

Holland Solar en NWEA maken bezwaar tegen het invoeren van de ‘niet gegarandeerde Aansluit- en Transport Overeenkomst’ (non-firm ATO) als mogelijke eis voor het verkrijgen van SDE++-subsidie.

Minister Jetten voor Klimaat en Energie maakte eind september bekend met de netbeheerders te onderzoeken of het mogelijk is om voor de subsidieregeling SDE++ een nieuwe indieningsvoorwaarde te introduceren: een zogenaamde non-firm Aansluit- en Transport Overeenkomst (ATO); oftewel een flexibel transportcontract.

Niet meer te financieren
De brancheorganisatie voor de wind- en zonne-energiesector stelt dat het eisen van een dergelijk contract ‘zonder meer een slecht idee en een bedreiging voor de energietransitie is’. 

‘Als voorzitters van NWEA en Holland Solar zien we dat projecten niet meer te financieren zullen zijn, omdat ze zonder enige vergoeding door de netbeheerder afgesloten kunnen worden of worden beperkt voor invoeding. Dit plan is  een showstopper voor de energietransitie’, aldus Holland Solar-voorzitter Peter Molengraaf en NWEA-voorzitter Jan Vos.

Transportindicatie
De wind- en zonne-energiesectoren zien en erkennen volgens Molengraaf en Vos als geen ander de uitdagingen waarvoor de netbeheerders staan om het tempo van de energietransitie bij te benen. ‘Het is echter onduidelijk wat de non-firm ATO zou moeten opleveren boven de set aan instrumenten die inmiddels al ingevoerd zijn en binnenkort ingevoerd worden. In de SDE++-subsidieregeling is immers reeds opgenomen dat een wind- of zonnestroomproject alleen op het stroomnet kan worden aangesloten indien de netbeheerder van tevoren heeft aangegeven dat er op die plaats voldoende ruimte op het elektriciteitsnet zal zijn; de zogenoemde transportindicatie.’

Bovendien wijst Holland Solar erop dat zonne-energieprojecten op maximaal 50 procent van het piekvermogen aangesloten mogen worden, waarmee pieken in de zomermaanden bij nieuwe zonne-energieprojecten niet meer voorkomen.

Congestiemanagement
‘Het kan zijn dat er na het toepassen van al deze maatregelen toch nog een noodzaak zou kunnen zijn om reeds aangesloten projecten te beperken als er congestie ontstaat’, vervolgt Molengraaf. ‘In dat geval kunnen netbeheerders aanvullende afspraken maken met beheerders van wind- en zonnestroomparken of met beheerders van elektriciteit-afnemende installaties zoals batterijen of elektrolysers. De geëigende manier hiervoor is congestiemanagement, dat per november 2022 middels het codebesluit congestiemanagement verplicht wordt gesteld.’

‘In dit codebesluit staat dat dit uitgevoerd dient te worden middels redispatch en capaciteitsbeperking, waarbij netbeheerders capaciteit kunnen verwerven via een open biedingssysteem en partijen een vergoeding ontvangen als zij capaciteit beschikbaar stellen’, vervolgt de Holland Solar-voorzitter. ‘Dit geeft netbeheerders dezelfde mogelijkheden als een non-firm ATO zou doen, maar wel met een financiële vergoeding door de netbeheerder voor de geleverde dienst van de producent.’

Tegen de regels
Holland Solar en NWEA wijzen erop dat in de toelichting van het codebesluit congestiemanagement staat dat een non-firm ATO op dit moment überhaupt niet is toegestaan in Nederland. Dat is volgens hen ook logisch, omdat de non-firm ATO voor markpartijen tot een grote onzekerheid en afhankelijkheid van de monopolistische netbeheerder zal leiden.

‘Afwijken van de voorgestelde wijze van congestiemanagement middels het invoeren van non-firm ATO’s is om meerdere redenen een slecht idee en schadelijk voor de energietransitie’, aldus Molengraaf en Vos. ‘Ten eerste is netbeheer – inclusief congestiemanagement – een taak voor rekening van netbeheerders die de kosten daarvan kunnen doorrekenen aan de aangesloten gebruikers van elektriciteit. De mogelijkheid van een onvergoede non-firm ATO dreigt de prikkel tot congestiemanagement mét vergoeding en uiteindelijk tot verzwaren weg te nemen. Ten tweede zijn de consequenties voor ontwikkelaars van wind- en zonnestroomprojecten groot, veel groter dan alleen de gederfde inkomsten. Het gedwongen tekenen van een non-firm ATO maakt een duurzaam energieproject namelijk niet-financierbaar. Er is immers onzekerheid over hoe vaak en in welke mate een wind- of zonnestroominstallatie haar opgewekte stroom nog kwijt zal kunnen. De opbrengsten zijn – naast alle marktonzekerheden – dan helemaal onvoorspelbaar. De onzekerheid van inkomstenderving door het afsluiten kan slechts ten dele gecompenseerd worden in een hoger basisbedrag aan subsidie in de SDE++, het is immers onzeker hoe vaak het transport zal worden beperkt. Als je de onzekerheid toch met een waarde in het subsidiebedrag verdisconteert zal per saldo de samenleving een stuk duurder uit zijn.’

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten