De minister meldde afgelopen mei te werken aan een verplichting om de betrokken bedrijven en overheden uiterlijk in juli 2025 zonnepanelen te laten installeren.
Vragen
Robrecht Bothuyne stelde namens CD&V in het Vlaams Parlement aan minister Demir enkele vragen over de praktische invulling van de verplichting. Zo wil hij onder meer weten welk deel van de stroomvraag bedrijven zelf zullen moeten gebruiken, welke typen bedrijven aan de verplichting zullen moeten voldoen en voor welke overheden de maatregel geldt. Ook vraagt hij aandacht voor bestaande installaties. ‘Heel veel bedrijven hebben natuurlijk al zonnepanelen geïnstalleerd, maar misschien niet voor de volledige capaciteit van de dakoppervlakte, zoals die voorzien is. En wat indien 100 procent van de stroom van de bestaande installatie reeds verkocht is via een langlopende power purchase agreement (ppa), waarbij de stroom aan een derde wordt verkocht en er dus eigenlijk geen of onvoldoende eigenverbruik is?’
Voor het zomerreces
Minister Demir meldt dat de impact van de aangekondigde maatregel voor de bedrijven momenteel in kaart wordt gebracht. ‘Ik denk dat het ook heel relevant is om te weten wie reeds zonnepanelen heeft en hoeveel. Er is over de aangekondigde maatregel ook heel wat overleg geweest met de stakeholders. Daar zijn zowel de afgesproken hoofdprincipes als voorstellen voor de nog uit te werken modaliteiten toegelicht. Rekening houdend met de ontvangen vragen en opmerkingen, zal een concreet voorstel worden opgenomen in een regelgevend traject – normaal gezien Verzamelbesluit VIII – waarvoor we een eerste principiële goedkeuring verwachten tegen het zomerreces.’
Wanneer er politieke overeenstemming gevonden wordt over een politiek dossier, volgt een eerste principiële goedkeuring door de Vlaamse Regering. Na de eerste principiële goedkeuring wordt er advies ingewonnen van één of meerdere Strategische Adviesraden (SAR). Vervolgens gaat het dossier na de tweede principiële goedkeuring voor advies naar de Raad van State. Daarna is de ontwerpregelgeving klaar om definitief goedgekeurd te worden door de Vlaamse Regering en volgt stemming in het Vlaams Parlement.
Voorbeeldrol
‘De verplichting is voorzien voor alle afnemers van meer dan 1 gigawatt’, duidt Demir. ‘Er wordt geen onderscheid gemaakt naar sector – iedereen gelijk – behalve in functie van de voorbeeldrol van de overheid, waar elektriciteitsafnemers vanaf 500 megawatt worden gevat. In eerste instantie moet ook nog een juridische basis voor deze verplichting aan het Energiedecreet worden toegevoegd. Zoals gezegd zijn de overige modaliteiten nog verder vast te leggen. Het aandeel dat ter plaatse wordt verbruikt, wordt niet opgelegd.’
Bestaande pv-installaties tellen volgens de minister ook mee om aan de verplichting te voldoen, los van de eigenaarsstructuur of aan wie de stroom wordt verkocht. ‘De aanwezigheid van zonnepanelen op de gebouwen achter een aansluitingspunt is bepalend om te voldoen aan de verplichting. Er zou wel flexibiliteit voorzien worden om de verplichting ook te kunnen invullen via bijvoorbeeld installaties aangesloten via een directe lijn, participatie in projecten in de omgeving of andere projecten op wind. Deze mogelijkheden bieden ook een uitweg mocht het dak in sommige gevallen niet geschikt zijn voor de plaatsing van zonnepanelen, bijvoorbeeld door stabiliteit of schaduw of als er onvoldoende netcapaciteit ter beschikking zou zijn.’
Europese Commissie
De Europese Commissie kondigde in mei als onderdeel van het REPowerEU-plan de uitrol van zonnepanelen op daken van nieuwe en bestaande gebouwen te willen verplichten. Minister Demir noemt de basisprincipes van dit initiatief goed.
‘Maar wij vinden bijvoorbeeld wel dat de lidstaten de nodige vrijheid moeten krijgen om de modaliteiten zelf in te vullen. Wij hebben gezegd – en ik denk dat dat ook heel logisch is – dat wij gaan kijken naar de grote energieverbruikers, die meer dan 1 gigawatt verbruiken. Die gaan we verplichten om zonnepanelen te plaatsen. De overheid heeft natuurlijk een voorbeeldfunctie en daar zijn we iets strenger voor. Ik denk dat het wel belangrijk is dat de lidstaten de modaliteiten zelf kunnen bepalen en daarin de nodige vrijheid krijgen.’
Korte terugverdientijden
De inrichting financiering voor de projecten op overheidsgebouwen wordt momenteel nog onderzocht. ‘Een coöperatie met een derde partij kan sowieso altijd een vorm zijn om dat te ondersteunen, maar bijvoorbeeld ook de call groene stroom’, duidt Demir. ‘De calls zijn een juiste manier van financiering, waarbij we niet oversubsidiëren – integendeel – maar waarbij we toch nog wat ondersteuning voorzien. Gezien de korte terugverdientijden – en dat geldt natuurlijk ook voor privébedrijven – denk ik dat de financiering zeker geen probleem is.’
Volgende stap
‘Een volgende stap kan zijn om ook grote daken te gebruiken waar er geen zelfverbruik is’, besluit Demir. ‘Die installaties zijn dan wel minder rendabel en zouden dus meer steun nodig hebben. Daarom hebben wij dat dus niet willen verplichten. We kijken dus vooral naar een hoog zelfverbruik, zodat de projecten op zichzelf rendabel zijn.’
De september 2024-editie van Solar Magazine is verschenen. Het tijdschrift bevat artikelen over de toekomst van de Nederlandse pv-markt, negatieve stroomprijzen, de strijd tegen dwangarbeid en Solar Solutions Kortijk.