logo
wvhj2023
© Elian Kars | Dreamstime.com
© Elian Kars | Dreamstime.com
2 mei 2022

Internetconsultatie wetsvoorstel Klimaatfonds gestart: kerncentrales en duurzame energie centraal

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is gestart met de internetconsultatie van het Klimaatfonds. Daarin is 35 miljard euro gereserveerd voor 2 kerncentrales, duurzame-energiedragers en energie-infra.

Het klimaatfonds is een van de belangrijkste instrumenten uit het coalitieakkoord om financiering mogelijk te maken voor kabinetsmaatregelen die bijdragen aan het CO2-reductiedoel van minimaal 55 procent in 2030.

Meerjarenprogramma
Belanghebbenden hebben tot en met 27 mei de mogelijkheid om te reageren op het wetsvoorstel. Naar verwachting zal het wetsvoorstel pas in werking treden nadat de begroting voor 2023 al is vastgesteld. Om te voorkomen dat het tijdpad bij uitvoering van het klimaatbeleid op korte termijn in het geding komt, wil het kabinet voorstellen om al in de begroting voor 2023 middelen beschikbaar te stellen voor urgente verplichtingen die het kabinet in 2022 en 2023 wil aangaan.

Het klimaatfonds maakt het mogelijk dat middelen meerjarig beschikbaar blijven om investeringen die noodzakelijk zijn voor de energietransitie te financieren. In het wetsvoorstel staan onder andere regels over het beheer van het fonds en het besluitvormingsproces over de toekenning van middelen. Zo wordt voorgesteld om minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie aan te wijzen als fondsbeheerder die jaarlijks een meerjarenprogramma aanbiedt aan de Eerste en Tweede Kamer met een overzicht van de uitgaven die uit het fonds worden gedaan. Ministeries die gebruik willen maken van middelen uit het fonds kunnen daarvoor een onderbouwd voorstel indienen bij de fondsbeheerder. Het voorstel is dat eens per jaar wordt besloten over de toekenning van middelen uit het fonds.

4 zaken
Het fonds dat een looptijd kent tot en met 2030, stelt financiële middelen beschikbaar voor 4 zaken. Ten eerste een CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050 en ten tweede een CO2-neutrale energievoorziening in 2050. Ten derde is geld beschikbaar voor het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en het stimuleren van de toepassing van hernieuwbare energie en overige CO₂-reducerende technieken en maatregelen in het bedrijfsleven. Tot slot is er geld voor het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie-efficiëntie en toepassing van hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving.

‘Het achterliggende doel van het fonds is bijdragen aan het behalen van de doelen in de Klimaatwet’, aldus minister voor Klimaat en Energie Rob Jetten in het toelichtende document op het wetsvoorstel. ‘Maatregelen die met middelen vanuit het fonds worden gefinancierd, zouden zodoende moeten bijdragen aan het onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen in overeenstemming met de doelstellingen van de Klimaatwet.’

35 miljard euro
In het coalitieakkoord is een reservering van 35 miljard euro in het Klimaatfonds afgesproken waarbij een indicatieve verdeling van bedragen is gemaakt voor de uitgaven vanuit het fonds. Het bedrag van 35 miljard euro voor het Klimaatfonds is een optelsom van de additionele middelen die volgens het kabinet tot en met 2030 nodig zijn voor de verschillende onderdelen van het fonds, zoals verduurzaming in de gebouwde omgeving, de aanleg van een duurzame-energie-infrastructuur en subsidies voor vroegefaseopschaling van hernieuwbare-energiedragers.

2 kerncentrales: 5 miljard euro
Onder het bestedingsdoel ‘CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050’ wordt in ieder geval begrepen een bijdrage aan de bouw van 2 kerncentrales, indicatief voor 5 miljard euro, en een subsidieregeling voor CO2-vrije gascentrales, indicatief voor 1 miljard euro. De laatste gaat over het ombouwen van gascentrales, zodat deze broeikasvrij gas kunnen inzetten voor het creëren van broeikasgasvrij regelbaar vermogen.

Duurzame-energiedragers en energie-infrastructuur: 19 miljard euro
Onder het bestedingsdoel ‘CO2-neutrale energievoorziening in 2050’ wordt in ieder geval begrepen een bijdrage aan de vroegefaseopschaling van duurzame-energiedragers, indicatief voor 15 miljard euro. ‘De vroegefaseopschaling behelst een programmatische aanpak voor technologieën voor – in eerste instantie – hoogwaardige hernieuwbare-energiedragers die pas kosteneffectieve CO2-reductie kunnen faciliteren bij substantiële opschaling’, aldus de minister. ‘Daarnaast heeft “CO2-neutrale energievoorziening in 2050” betrekking op energie-infrastructuur, indicatief voor 4 miljard euro.

Het gaat hier om subsidies voor de realisatie van infrastructuur die noodzakelijk is voor de energietransitie, zoals infrastructuur voor waterstof en warmte en laadinfrastructuur.’

Industrie: 3 miljard euro
Onder het bestedingsdoel ‘het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie- efficiëntie en stimuleren van toepassing van hernieuwbare energie en overige CO₂-reducerende technieken en maatregelen in het bedrijfsleven’ wordt volgens de minister in ieder geval begrepen bindende maatwerkafspraken met de industrie, indicatief voor 3 miljard euro. ‘Dit is inclusief middelen voor CO2-reducerende innovatie bij het mkb. Deze middelen uit het fonds hebben zowel betrekking op reductie van energetische emissies als niet-energetische emissies. Het moet hier gaan om daadwerkelijk additionele reductie ten opzichte van het bestaande beleid. Hier is sprake van samenloop met infrastructuur en opschaling duurzame-energiedragers.

Gebouwde omgeving: 7 miljard euro
Onder het bestedingsdoel ‘het stimuleren van de implementatie van technieken voor energie- efficiëntie en toepassing van hernieuwbare energie in de gebouwde omgeving’ vallen meerdere zaken. Ten eerste valt het Nationaal Isolatieprogramma, indicatief voor 3,35 miljard euro, onder het doel. Dit programma geeft woningeigenaren, waaronder Verenigingen van Eigenaren (VvE’s), mogelijkheden om hun huis te verduurzamen. De doelstelling is dat in de jaren tot 2030 door een optimale isolatie de woningen de Isolatiestandaard voor woningen bereiken.

Ten tweede valt de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed, indicatief voor 2,75 miljard euro, onder het doel. Voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zijn in de rijksbegroting van 2022 al middelen gereserveerd voor de begrotingsjaren 2022 tot en met 2024. De middelen uit het Klimaatfonds moeten een extra stimulering in de jaren 2025 tot en met 2030 mogelijk maken.

Ten derde valt de stimulering van hybride warmtepompen – indicatief voor 900 miljoen euro – hieronder. Voor de stimulering van hybride warmtepompen zijn ook in de rijksbegroting van 2022 al middelen gereserveerd voor de begrotingsjaren 2022 tot en met 2024. De middelen uit het Klimaatfonds moeten een additionele stimulering in de jaren 2025 tot en met 2030 mogelijk maken.

Deel dit artikel:

Nieuwsbrief

Meld u aan voor de nieuwsbrief met het laatste nieuws!
Ja, ik wil de nieuwsbrief ontvangen en heb de privacy policy gelezen.

Laatste Nieuws

Bekijk al het nieuws

Meest gelezen

Producten