Gemeentes en provincies eisen inspraak in toekomstige vormgeving SDE++

Dat schrijven de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) in een brief aan de vaste Kamercommissie Economische Zaken.

Beter aansluiten op praktijk
De gemeentes en provincies stellen dat de toekomstige SDE++-regeling beter moet aansluiten op de praktijk. ‘De SDE++ is een belangrijk financieringsinstrument voor de uitvoering van het klimaatakkoord. Maar vanwege de complexiteit en vele technieken die het instrument bedient, en de grote dynamiek in de energiesector, sluit de SDE++-regeling niet altijd goed aan op de praktijk. Dit zorgt voor vertraging van de energietransitie.’

De 2 organisaties stellen dat decentrale overheden aan de lat staan voor een duurzame energievoorziening en met hun ervaring uit de praktijk als geen ander weten waar de SDE++ nu knelt en verbeterd kan worden. Bij de (recente) wijzigingen in de SDE++-regeling stellen de medeoverheden behoorlijk te zijn overvallen. ‘We zijn gebaat bij een consistenter beleid. Bij besluiten over de vervroegde openstelling van de SDE++ en de toekomst van de SDE++ willen wij daarom als medeoverheden graag nauw betrokken worden. We willen samen met het ministerie de SDE++-regeling voor 2023 en verder in samenspraak bepalen.’

Plafond 35 terawattuur

‘We willen graag praten over de SDE++-regeling van de toekomst’, vervolgen ze. ‘Wat moeten we bijvoorbeeld doen als het plafond van 35 terawattuur aan opgesteld vermogen is bereikt? En hoe gaan we om met de ambities uit het coalitieakkoord met een aangescherpt doel en hogere klimaat ambities van 55 tot 60 procent CO2-reductie? Daarom nogmaals onze oproep: voor een snelle energietransitie is het belangrijk de medeoverheden intensief te betrekken bij gesprekken over de toekomst en aanpassingen in de SDE++.’

Principieel punt
De gemeentes en provincies stellen ook een principieel punt te willen maken: in het afgelopen jaar hebben zij in de Regionale Energiestrategie (RES) uitgebreide maatschappelijke afwegingsprocessen doorlopen, terwijl de SDE++ projecten nog altijd alleen op de laagste kosten beoordeelt.

‘Daardoor bestaat het risico dat projecten buiten de boot vallen vanwege extra kosten door noodzakelijke afwegingen over ruimtelijke inpassing en over maatschappelijk draagvlak. In het coalitieakkoord staat: “Zonnepanelen op land staan we alleen toe, als multifunctioneel gebruik van dat land mogelijk is”. Helaas zijn deze multifunctionele zonneparken vaak duurder dan de simpele ‘recht toe, recht aan’ parken. Een multifunctioneel park zal dus niet of minder snel in aanmerking komen voor subsidie. Een aparte categorie voor “agri-pv” bijvoorbeeld kan het multifunctioneel grondgebruik stimuleren.’

Beschikkingen verlopen
Tot slot stelt de overheid te zien dat SDE++-beschikkingen voor grootschalige zonne-energieprojecten dreigen te verlopen vanwege de problematiek van netcongestie. ‘Dat zorgt ervoor dat parken niet kunnen worden aangesloten op het net. Verder is er discussie rondom verzekeringen en het versterken van daken voor zon. We vragen zekerheid voor de verlenging van de al verstrekte SDE++-beschikkingen die vanwege omstandigheden hun realisatietermijn niet halen.’