Rechter: subsidie school voor zonnepanelen terecht ingetrokken wegens ontbreken vergunning

De rechter stelt dat het Corderius College, onderdeel van het Meerwegen College, bij zijn subsidieaanvraag onjuiste gegevens heeft verstrekt. De onderwijsinstelling heeft bij de aanvraag gemeld dat er geen vergunning nodig was voor de realisatie van de zonnepanelen, terwijl later is gebleken dat vanwege de monumentale status wel een vergunning nodig is.

Ongegrond
Het ministerie heeft in maart 2020 de SDE+-subsidie ingetrokken die in december 2018 was toegekend. Het Corderius College had daartegen bezwaar ingediend, maar dat werd door de ambtenaren ongegrond verklaard, waarna de onderwijsinstelling de gang naar de rechter heeft gemaakt.

Monumentale status
Het Corderius College was voor de plaatsing van de zonnepanelen een samenwerking aangegaan met de Natuur en Milieufederatie Utrecht, die op haar beurt Soft Energy heeft ingeschakeld als intermediair om zorg te dragen voor de aanvraag van de subsidie. Op het aanvraagformulier is aangekruist dat voor het plaatsen van zonnepanelen geen vergunningen zijn vereist. Op basis van die informatie verstrekte het ministerie subsidie.

Toen de onderwijsinstelling het ministerie in 2020 informeerde over de projectvoortgang, meldde ze dat de zonnepanelen niet op het nieuwbouwgedeelte van het gebouw geplaatst konden worden, maar alleen op het dak van het deel van het gebouw dat over een monumentale status beschikt. Door de slechte conditie van het betreffende dak is vervanging noodzakelijk. Hiervoor is een vergunning vereist, waarvoor de school een vergunningstraject is gestart. Het ministerie stelde vervolgens dat de subsidie niet afgegeven was als bij de aanvraag duidelijk was dat er een vergunning benodigd was en die niet afgegeven was.

Niet bekend
Tijdens de zitting bij het CBb heeft het Corderius College medegedeeld niet bekend te zijn met het feit dat eerst een omgevingsvergunning voor monumentale gebouwen moest zijn verstrekt voordat een SDE-subsidie kon worden aangevraagd. De monumentale status van het gebouw heeft ten tijde van het doen van de aanvraag voor de SDE-subsidie geen rol gespeeld. Daarbij voert de school aan dat zij bewust in een vroeg stadium, vóór de subsidieaanvraag, intensief contact heeft gehad met de afdeling Monumentenzorg van de gemeente Amersfoort.

Op basis van een advies van deze afdeling is een legplan gemaakt voor het installeren van de zonnepanelen. Er is door de gemeente vervolgens medegedeeld dat er een vergunning zou worden verstrekt op de voorwaarde dat de zonnepanelen verdiept zouden worden aangebracht, in overeenstemming met het legplan. Hierdoor is er bij de school geen twijfel geweest over het kunnen verkrijgen van een benodigde vergunning. De vervolgstap na die mededeling was de subsidieaanvraag. Door de steun van de afdeling Monumentenzorg is de onderwijsinstelling naar eigen zeggen – maar weliswaar ten onrechte – het formele deel uit het oog verloren. Desondanks vindt zij het onterecht dat in eerste instantie de subsidie is verleend, waarna deze is ingetrokken om het enkele feit dat de benodigde vergunning vóór de aanvraag niet was verleend. De SDE-subsidie is volgens het Corderius College immers een essentiële subsidie om het onderwijs een voorbeeldfunctie voor duurzaamheid te laten zijn en zonder deze subsidie wordt het uitvoeren van het project onmogelijk gemaakt.

Opnieuw aanvragen
Het CBb oordeelt dat, omdat het Corderius College onjuiste gegevens heeft verstrekt, het ministerie op grond van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd is het verleningsbesluit van de subsidie in te trekken.

Bovendien stelt het CBb dat de school de subsidie opnieuw kan aanvragen, waarmee de gevolgen voor haar beperkt kunnen blijven. De bestuursrechter concludeert dan ook dat het beroep niet slaagt en verklaart het ongegrond.