Onderzoekers van CE Delft pleitten er afgelopen zomer al voor om een actuele raming van energie- en CO2-prijzen te benutten als basis voor de beschikbare middelen van de SDE+(+).
Klimaat- en Energieverkenning
Zij wezen erop dat de raming achter de bij het regeerakkoord beschikbaar gestelde SDE+(+)-middelen niet actueel is. Enerzijds omdat de middelen eens per 4 jaar bij de start van het kabinet beschikbaar gesteld worden en anderzijds worden scenario’s over prijzen en beleid met een vertraging van circa 1 jaar opgenomen in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV).
De Kamerleden hopen daarbij dat er ook voor de onlangs gesloten subsidieronde – waarin voor 12 miljard euro subsidie aangevraagd werd en maar voor 5 miljard euro beschikbaar is – nog met actuele prijzen gerekend kan worden.
Ongekend lange motie
Kamerleden Pieter Grinwis (ChristenUnie) – initiatiefnemer van de motie – Henri Bontenbal (CDA), Raoul Boucke (D66) en Silvio Erkens (VVD) wijzen hier ook op in hun motie. De tekst van de ongekend lange motie luidt als volgt:
‘constaterende dat de ramingen uit de KEV 2020, plus de vertaling daarvan in het eindadvies basisbedragen SDE++ 2021, als basis dienen voor de toekenning van projecten en maximale subsidiebedragen in de 2021-ronde van de SDE++;
overwegende dat energie- en CO2-prijzen buitengewoon volatiel zijn en het afgelopen jaar enorm gestegen zijn, dat in de KEV 2020 nog gerekend werd met een ETS-prijs in 2025 van 30 euro en in 2030 van 46 euro per ton CO2, dat de ETS-prijs bij de indiening van de aangenomen, maar nog onvoldoende uitgevoerde overprogrammerings- en anticipatiemotie in mei jongstleden ruim 50 euro was en inmiddels op 88 euro per ton CO2 ligt;
overwegende dat in de SDE++ weliswaar wordt overgeprogrammeerd, maar dat het PBL in de KEV 2020 met dermate conservatieve ramingen is gekomen inzake energie- en ETS-prijzen dat verdere onderuitputting en reserveopbouw in de SDE++ waarschijnlijk is;
overwegende dat hierdoor in 2021 minder duurzame projecten dreigen te worden gehonoreerd in de SDE++ dan potentieel mogelijk en dat dit de voortgang van de energietransitie en vooral de warmtetransitie schaadt;
verzoekt de regering voorafgaand aan de openstelling van de SDE++ 2022 en zo mogelijk ook nog voor de toekenning in 2021 een onafhankelijke second opinion op te laten stellen, waarbij cruciale variabelen, zoals de gehanteerde CO2-prijsraming, tegen het licht worden gehouden, zodat ongewenste vertraging in de energietransitie wordt voorkomen;
verzoekt de regering tevens in samenspraak met het PBL te onderzoeken hoe bij toekomstige openstellingen van de SDE++ actuele en adequate ramingen van de energie- en ETS-prijzen kunnen worden gehanteerd dan wel meer risico kan worden genomen bij de mate van overprogrammering, en gaat over tot de orde van de dag.’
Staatssecretaris Yeşilgöz-Zegerius ontraadt de motie niet en geeft hem ter oordeel aan de Tweede Kamer. Op dinsdag 14 december wordt over de motie gestemd.